Kapitel 9 toets

• Duits
• Middelbare school
• havo, vwo
• Leerjaar 2

Leerdoelen voor deze les :Mittwoch, den 28. Mai 2025

- Kapitel 9 Toets

 

Deel 1    Aufgabe 1 - Vertaal de woorden naar het Duits

Deel 2   Aufgabe 1: Zet het woord in de jusite zin en vertaal

Deel 1    Aufgabe 2 - Verbind met een streep de juiste verbinding

Deel 2   Aufgabe 2 - Vertaal naar het Nederlands

Aufgabe 3 en 4 - 3e naamval- vertaal en vul in

Aufgabe 5 - Zet het gesprek in de goed volgorde(streep weg) en zet de letter in het goed vakje eronder - (variatie is mogelijk, maar let wel goed op)

Aufgabe 6 - Vertaal naar het Duits

Tekst - maak de 5 vragen    Kleidertauschparty = een kledingruilfeestje

Kapitel 9 - Seite 103 - Einkaufen

Samen hören Aufgabe 40 - Diktat

Zelf nakijken Aufgabe 41  - Seite 127

Tekst Aufgabe 41  of Wiederholung 9 - Seite 164

Spreekoefening 

Hausaufgaben: Repetitie Kapitel 9

Vervoeg de werkwoord 

sitzen                            kaufen

ich

du

er/sie/es

wir

ihr

sie

Sie

Thema: Kapitel 10 /Ferien  = 

Seite 137

Hören Aufgabe 1 & 4 Seite 138

Wörter -   Seite 152

Macht die Aufgaben 2, 3, 5, 6 (keuze)

Leren alle woordjes

Vertaal:
1.de kaas
2. de taart
3. de supermarkt

Vertaal:
1.de boter
2.de tas
3. het geld

Vertaal:
1. kopen
2. boodschappen doen
3. nodig hebben

Wörter - Seite 132 - 2. Reihe

Zelf nakijken

Aufgaben 3 t/m 7 - Seite 103

Maak Aufgabe 10, 12, 13

Hören Aufgabe 11

2. Stunde Grammatik - Seite 114

3e naamval

Persoonlijke vnw 3e naamval

Ik geef jou de melk

Ich gebe dir die Milch                 zindsdeel = ...................

Na mit (= met) staat ook altijd de 3e naamval.

Ich gehe mit ihm zur Schule - mit + 3e naamval

Maak Aufgabe 19

Andere voorzetsels met de 3e naamval zijn: Seite 116

aus - uit                           Vertaal:

bei - bij                            1. van jou

mit - met                        2. na hem

nach - naar, na              3. van mij

seit - sinds                      4. met jullie

von - van, door              5. door hen

zu  - naar 

Maak Aufgaben 19, 21, 22, 23, 24

Vertalen lied

Hausaufgaben:

Leren Seite 132 - 2. Reihe
Leren Seite 114 + 116- persoonlijke vnw voorzetsels

Maken Seite 107 Aufgabe 10, 12, 13 , 14

Maken Seite 116 Aufgaben 22, 23, 24 

Neue Wörter Seite 96 - 2. Reihe

Herhalen de Modalverben (hulpwerkwoorden)

Maken tekst Aufgabe 14, 15,  - Seite 74

Aufgabe 17 - tekst

2e uur tekst en werken aan toets opdracht

Hausaufgaben: 

Leren:   Kapitel 8 - Wörter/ Seite 97 - 2. Reihe

Machen :Aufgabe -  /Seite 79 of tekst Seite 92

Seite 18 - Aufgabe 10, 11, 12,13

Herhalen werkwoorden met de stam die eindigen op - d of - t

Vergelijk: wohnen - * reden - * arbeiten

stam: hele ww -en

ich

du

er,sie,es

wir

ihr

sie

Sie

Maak de oefeningen in de link

duits.net

Wiederholung 6 - Seite 154

Machen Aufgaben 1 & 2 - gemengde werkwoorden

Luistertoets

Lernen neue Wörter Seite 26 - 1. Reihe

Machen Aufgaben 6 t/m 8

Hausaufgaben:

Leren Wörter 26 - 2. Reihe

Maken Aufgaben .......... Seite 

Leerdoelen deze les waren:

- nieuwe woorden leren & uitspraak     oefenen

- uitleg vervoeging zwakke ww. -stam eindigt op d/t

- Duits sehen & hören

learngerman.dw.com