Mijn proefles

Vandaag herhaling
Nectar 15.1 -  15.5 en onderzoek koolmezen

in de vorm van een quiz    :)
1 / 33
volgende
Slide 1: Tekstslide
Biologie / VerzorgingMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 33 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Vandaag herhaling
Nectar 15.1 -  15.5 en onderzoek koolmezen

in de vorm van een quiz    :)

Slide 1 - Tekstslide

Quiz ecologie 5 VWO

Mag erbij: boek/binas

Slide 2 - Tekstslide

Wat is fotosynthese?
A
Vorming van CO2 en H2O m.b.v. lichtenergie
B
Vorming van glucose m.b.v. lichtenergie
C
Vorming van CO2 en H2O m.b.v. energie uit oxidatie
D
Vorming van glucose m.b.v. energie uit oxidatie

Slide 3 - Quizvraag

Fotosynthese is een voorbeeld van...
A
Voortgezette assimilatie
B
Dissmilatie
C
Koolstofassimilatie
D
Verbranding

Slide 4 - Quizvraag

Wat zijn de producten van fotosynthese?
A
Glucose en water
B
Koolstofdioxide en water
C
Glucose en zetmeel
D
Glucose en zuurstof

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de naam voor de opbouw van organische stoffen uit de energie van oxidatie van NH4+ en NO2-
A
Fotosynthese
B
Denitrificatie
C
Chemosynthese
D
Ammonificatie

Slide 6 - Quizvraag

Wat is autotroof?
Wat betekent autotroof?
A
omzetten van anorganische stoffen in organische stoffen
B
Zelfvoedend
C
Kan lichtenergie omzetten in chemische energie
D
Zelf organische stoffen maken

Slide 7 - Quizvraag

Zon - gras - sprinkhaan - kikker - reiger Wat is de producent?
A
Zon
B
Reiger
C
Geen van allen
D
Gras

Slide 8 - Quizvraag

Wat is een ecosysteem?
A
Een systeem van organismen die elkaar opeten
B
Afgebakend gebied met (a)biotische organismen
C
Afgebakend gebied met organismen en (a)biotische relaties
D
Onafgebakend gebied met organismen en (a)biotische relaties

Slide 9 - Quizvraag

Slide 10 - Tekstslide

Welke is een biotische factor?
A
Voedsel
B
Omgevingstemperatuur
C
Wolken
D
Parasieten

Slide 11 - Quizvraag

Slide 12 - Tekstslide

Wat is de draagkracht van een ecosysteem?
A
Hoe sterk de dieren zijn
B
De relevante sterkte van een dragend ecosysteem ivm dieren
C
Min. populatiebreedte die een gebied kan onderhouden
D
Max. populatiegrootte die een gebied kan onderhouden

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een voedselpiramide?
A
Ander woord voor een voedselweb
B
De biomassa's van producenten en consumenten in lagen
C
Ander woord voor een voedselketen
D
Alle soorten van producenten en consumenten in lagen

Slide 14 - Quizvraag

Slide 15 - Tekstslide

Hoe heten de lagen van een voedselpiramide?
A
Eet lagen
B
Tropische niveaus
C
Trofische verdiepingen
D
Trofische niveaus

Slide 16 - Quizvraag

Waarom wordt de biomassa in de voedselpiramide per niveau minder?
A
Elk niveau haalt steeds minder energie uit het voedsel
B
Omdat er van de consumenten meer zijn
C
De individuen op hogere niveaus wegen minder
D
Omdat niet alle energie wordt vastgelegd in bouwstoffen

Slide 17 - Quizvraag

Wat is een populatie?
A
Groep individuen van dezelfde soort in een gebied
B
Groep individuen van verschillende soorten in een gebied
C
Kip en een vos
D
Een individu in een gebied

Slide 18 - Quizvraag

Eiken en beuken zijn voorbeelden populaties.
Waar of niet waar?
A
Waar
B
Niet waar

Slide 19 - Quizvraag

Een ecologische niche is geen plaats (habitat) waar het organisme leeft, maar .....
A
de abiotische factoren
B
de biotische factoren
C
een reeks van voorwaarden aan de leefomgeving
D
een biotoop

Slide 20 - Quizvraag

Waar zal de grootste biodiversiteit zijn?
A
Groot eiland ver van het vaste land
B
Groot eiland dichtbij het vaste land
C
Klein eiland ver van het vaste land
D
Klein eiland dichtbij het vaste land

Slide 21 - Quizvraag

Bij een wolvenpopulatie gaat 80% dood t.g.v. een Parvo-infectie.
Hoe noem je dit verschijnsel?
A
Founder-effect
B
Flessenhals-effect
C
Genetic Drift
D
Emigratie

Slide 22 - Quizvraag

Waarom zijn koolmezen zo geschikt voor ecologisch onderzoek?
A
Ze planten zich snel voort
B
Ze zijn gemakkelijk te herkennen
C
Ze eten zowel plantaardig als dierlijk voedsel
D
Ze leven in meerdere habitats

Slide 23 - Quizvraag

Een voorbeeld van een extremofiel is...
A
Helicobacter pylori (maagbacterie)
B
Mirtenboom Kanuka Nieuw Zeeland
C
Korstmos
D
Opossum Nieuw Zeeland

Slide 24 - Quizvraag

Welke functie heeft de Biesbosch in de waterzuivering?
A
Filter
B
Spaarbekken
C
Extractie
D
Verbetering smaak & geur

Slide 25 - Quizvraag

Welke 3 biobrandstoffen zijn er?
A
Bio-benzine, bio-ethanol, biogas
B
Biodiesel, bio-ethanol, bio-benzine
C
Biodiesel, bio-ethanol, biogas
D
Biomassa, Biodiesel, Bio-ethanol, Biogas

Slide 26 - Quizvraag

Koralen en algen leven in symbiose met elkaar.
Welke?
A
Mutualisme
B
Parasitisme
C
Commensalisme
D
Predatie

Slide 27 - Quizvraag

De stad als ecosysteem.
Wat vind je wel in de stad en niet op het platteland?
A
Veel planten
B
Voedsel uit ander ecosysteem
C
Veel afvaleters
D
Veel predatoren

Slide 28 - Quizvraag

Losse vragen

Slide 29 - Tekstslide

Welk ecologisch begrip is synoniem aan ecologische ruimte?
A
Biotoop
B
Niche
C
Territorium
D
Habitat

Slide 30 - Quizvraag

Als je een appel eet, ben je een
A
Producent
B
Consument van de 2e orde
C
Consument van de 1e orde
D
Consument van de 3e orde

Slide 31 - Quizvraag

Roofvogels aan de top van een voedselpiramide worden het sterkst getroffen door pesticiden, omdat
A
Ze zijn het gevoeligst voor pesticiden
B
Ze worden in de lucht direct blootgesteld aan pesticiden
C
Pesticiden worden geconcentreerd in hun prooien
D
Ze kunnen pesticiden niet opslaan in hun lichaam

Slide 32 - Quizvraag

Wat is het belangrijkste bestanddeel van dit biogas?
A
Methaan
B
Ammoniak
C
Koolzuurdioxide
D
Waterstofsulfide

Slide 33 - Quizvraag