HH 3.1 t/m 3.3 klas 2
1 / 21
Lesduur is: 50 minOnderdelen in deze les
Slide 1 - Tekstslide
Slide 2 - Tekstslide
Slide 3 - Tekstslide
Wat betekent Absolutisme
A
Dat je zoveel geld hebt dat je niet meer weet wat je er mee moet
B
Dat je alleen maar vrienden hebt en geen vijanden
C
Een regeringsvorm waarbij 1 persoon alle macht heeft
D
Dat je handel hebt met landen van over heel de wereld
Slide 4 - Quizvraag
Slide 5 - Tekstslide
Slide 6 - Tekstslide
Wat is een stadhouder?
A
Een soort handhaver of politieagent
B
Opperbevelhebber van het leger
C
Koning
D
Persoon die bepaalt wat er gebouwd wordt in een stad
Slide 7 - Quizvraag
Waarom wordt de 17e eeuw voor de Republiek ook wel de Gouden Eeuw genoemd?
Slide 8 - Open vraag
Wat is een stapelplaats?
A
Een plaats waar goederen worden opgeslagen om te worden verkocht
B
Een stad met hoge gebouwen
C
Een plek waar dieren worden verkocht
D
Een plaats waar schepen worden gebouwd
Slide 9 - Quizvraag
Wat betekent kapitalisme?
Slide 10 - Open vraag
Wat zijn beurzen?
Slide 11 - Open vraag
Slide 12 - Tekstslide
Regels over oorlogvoering met andere landen zijn een voorbeeld van...
A
Volkenrecht
B
Statenrecht
C
Landenrecht
D
Oorlogsrecht
Slide 13 - Quizvraag
Welk jaar is het rampjaar?
A
1612
B
1668
C
1672
D
1709
Slide 14 - Quizvraag
Wat is een wereldeconomie?
Slide 15 - Open vraag
In welk jaar is de VOC opgericht?
A
1595
B
1597
C
1601
D
1602
Slide 16 - Quizvraag
Geef een voorbeeld
van een specerij
van een specerij
Slide 17 - Woordweb
Wat is een factorij?
A
Een kasteel
B
Een stad in Azië
C
Een handelspost
D
Een bepaald soort schip
Slide 18 - Quizvraag
Wat is een monopolie?
Slide 19 - Open vraag
Wat betekent de Noord-Atlantische driehoekshandel?
