Herhaling theme 1 4F

Herhaling theme 1 4F
Vocabulary, Stones & Grammar
1 / 20
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo gLeerjaar 4

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Herhaling theme 1 4F
Vocabulary, Stones & Grammar

Slide 1 - Tekstslide

Vocabulary

Slide 2 - Tekstslide

STONES

Slide 3 - Tekstslide

Translate the sentence to English:
Enige tijd geleden was ik in het park aan het wandelen toen er iets onverwachts gebeurde.

Slide 4 - Open vraag

Translate the sentence to English:
Ik had geen idee wat er aan de hand was.

Slide 5 - Open vraag

Translate the sentence to English:
Je had moeten zien wat een bizar gezicht het was.

Slide 6 - Open vraag

Translate the sentence to English:
Het verhaal draait om een man die zich zijn verleden niet kan herinneren.

Slide 7 - Open vraag

Translate the sentence to English:
Ik kan haar show aanraden, omdat zij heel verrassende stunts doet.

Slide 8 - Open vraag

Translate the sentence to English:
Wat voor grappen vertellen de artiesten?

Slide 9 - Open vraag

Translate the sentence to English:
Speelt hij niet de hoofdrol in de televisieserie?

Slide 10 - Open vraag

Translate the sentence to English:
Het is een dagelijks praatprogramma. De presentator neemt het nieuws op de hak.

Slide 11 - Open vraag

GRAMMAR

Slide 12 - Tekstslide

PAST SIMPLE
PRESENT PERFECT
PAST CONTINUOUS
They saw a movie, last night. 
How long have you worked at this store?
My friend was painting the door when someone came in. 
ww+d/ed of 2e rijtje
Have/has+ voltooid deelwoord
ww+d/ed of 3e rijtje
Was/were + ww+ ing

Slide 13 - Sleepvraag

Fill in the correct form: PAST SIMPLE
1 I _____ (see) a movie yesterday.
2 Last year, I ____ (travel) to Japan.
3 He _____ (forget) his wallet.
4 A nurse ____ (bring) a little girl to the park.
5 I ______ (cancel) my meeting for tomorrow.


Slide 14 - Woordweb

Fill in the correct form: Present Perfect

1 Paul and Susan ____ (study) two foreign languages.
2 The army ____ (attack) that city two times.
3 I _____ (work) here since I left school.
4 I ___ (never - be) to Texas.
5 ____ you ever ____ (meet) Michael?

Slide 15 - Woordweb

Fill in the correct form: Past continuous
1 They ___ (wait) for the bus when the accident happened.
2 When we ____ (arrive) he _____ (have) bath.
3 I _____ (watch) TV when the fire ______ (start)
4 Caroline _____ (ski) when she _____ (break) her leg.
5 I _____ (have) a beautiful dream when the alarm clock ____ (ring).

Slide 16 - Woordweb

Turn the sentence into a question & a negation:

You should watch this comedy series!

Slide 17 - Open vraag

Turn the sentence into a question & a negation:

Peter has got any money left for tickets.

Slide 18 - Open vraag

Turn the sentence into a question & a negation:

I got that book from my teacher.

Slide 19 - Open vraag

Slide 20 - Tekstslide