Herhaling Hoofdstuk 4

Tekst
Hoofdstuk 4, paragraaf 5
Feit of mening?

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
GeschiedenisMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 3

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Tekst
Hoofdstuk 4, paragraaf 5
Feit of mening?

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan wij doen vandaag?

  • Wat heb je nodig?
  • Quiz
Bron 1: Stakende arbeiders in België eind 19de eeuw. Zij wilden hun omstandigheden verbeteren.

Slide 2 - Tekstslide

Wat heb je nodig?
*Laptop
*Geduld
*Beantwoord de vragen zoals je op de toets ook zou doen


Slide 3 - Tekstslide

Welke uitspraak past NIET bij industrialisatie
A
De opkomst van de eerste fabrieken
B
Industrialisatie begon in de textielnijverheid
C
Ondernemers schakelen boeren in om extra kleding te maken
D
Door de industrialisatie verdween huisnijverheid

Slide 4 - Quizvraag

Slide 5 - Tekstslide

Welke begrip past het beste bij deze bron?
A
Infrastructuur
B
Industrialisatie
C
Moderne tijd
D
Industriële revolutie

Slide 6 - Quizvraag

Oorzaak industrialisatie
Gevolg industrialisatie

De landbouw kon efficiënter produceren
Uitvinders probeerden betere machines te ontwikkelen.
De vraag naar kleding steeg.

Slide 7 - Sleepvraag

Slide 8 - Tekstslide

Wat kan je over de werkomstandigheden van arbeiders zeggen aan de hand van de vorige bron?

Slide 9 - Open vraag

Bron: 
Tekening van Albert Hahn (1905). De fabrikant lacht: ‘Zo gaat het goed!’

Slide 10 - Tekstslide

Wat kan je zeggen over de arbeidsomstandigheden aan de hand van deze bron? Leg dit uit aan de hand van een beeldkenmerk op de bron.

Slide 11 - Open vraag

Ondernemersklasse
Middenklasse

Arbeidersklasse

Slide 12 - Sleepvraag

Er is een verschil tussen de standensamenleving en de klassenmaatschappij? Leg uit.

Slide 13 - Open vraag

Jetje doet de uitspraak: ''Voor 1848 was Nederland al een parlementaire democratie.'' Leg uit dat Jetje ongelijk heeft.

Slide 14 - Open vraag

Welke economische en politiek idealen hadden de liberalen NIET.
A
De idealen van de Franse Revolutie hangen de liberalen aan
B
Alle mannen met bezit moeten inspraak hebben in het bestuur
C
De overheid moet zich niet zo veel bemoeien met de economie
D
Met sociale wetten moet de overheid de sociale kwestie oplossen

Slide 15 - Quizvraag

Sociaaldemocraten


Communisme

Klassenstrijd
Sociale wet
Vakbond

Slide 16 - Sleepvraag

Welke voordelen heeft een vakbond? Er kunnen meerdere antwoorden goed zijn.
A
Vakbonden bouwde nieuwe en betere huizen voor arbeiders
B
In een vakbond stond je sterker tegenover de fabriekseigenaar
C
Via stakingen kan je de fabriekseigenaar onder druk zetten
D
Vakbonden werden gesteund door de machthebbers

Slide 17 - Quizvraag

Leertijd
Je krijgt twee opties:
Optie 1.

Zelf voorbereiden voor de PWW.
*leren
*samenvatten
*test jezelf
-Rustig overleggen s.v.p. 
Optie 2.

Meedoen verlengde instructie over:
Paragraaf 1 +2. 

Slide 18 - Tekstslide