Grammatica hst 5 en Zelfst Nmw, lidwoord en Bijv Nmw Hst 6

Vandaag hst 5 & 6 
Grammatica en begin herhaling taalkundig ontleden: 
zelfstandig naamwoord, lidwoord en bijvoeglijk naamwoord
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 15 min

Onderdelen in deze les

Vandaag hst 5 & 6 
Grammatica en begin herhaling taalkundig ontleden: 
zelfstandig naamwoord, lidwoord en bijvoeglijk naamwoord

Slide 1 - Tekstslide

Wat is grammatica?

Slide 2 - Open vraag

Spreektaal en schrijftaal
Schrijftaal: volgens de regels van de taal, met goed gebruik van grammatica
Spreektaal: vrijer in gebruik, ook wel sprake van 'regels' maar meer 'onofficiële grammatica' 

Slide 3 - Tekstslide

2 soorten grammatica
taalkundig: bij ieder woord kijken welk soort word het  (bijv. lidwoord, werkwoord etc.)
rekenkundig: je kijkt naar de functie van van woorden in een zin (bijv. onderwerp, gezegde, lijdend voorwerp etc.) 

Slide 4 - Tekstslide

Schrijf twee dingen die je in spreektaal wel zegt, maar in schrijftaal niet

Slide 5 - Open vraag

Het nut van grammatica
- om werkwoorden goed te spellen, heb je regels nodig
- als je een nieuwe taal leert, helpt het om regels te hebben en te snappen
 

Slide 6 - Tekstslide

Zelfstandig Naamwoord
Geeft 'dingen' die op zichzelf staan (zelfstandig zijn) een 'naam'
Je kunt er 'de' , 'het' of 'een' voor zetten
Je kunt het verkleinen 
Je kunt er enkelvoud of meervoud van maken

Slide 7 - Tekstslide

Lidwoord

Slide 8 - Tekstslide

Woordsoorten: Bijvoeglijk naamwoord

Slide 9 - Tekstslide

effe oefenen...
geef in de volgende zinnen welke woordsoort het cursieve woord is

Slide 10 - Tekstslide


de juf is een beetje raar 
A
Bepaald lidwoord
B
onbepaald lidwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
zelfstandig naamwoor

Slide 11 - Quizvraag


Welke jurk is van jou? 
"Die rode" 
A
Bepaald lidwoord
B
onbepaald lidwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 12 - Quizvraag


De groene bal zie je niet op het kunstgras
A
Bepaald lidwoord
B
onbepaald lidwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 13 - Quizvraag


Een ijsje is wel lekker, maar je wordt er dik van 
A
Bepaald lidwoord
B
onbepaald lidwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 14 - Quizvraag


De meeste mensen zijn okay 
A
Bepaald lidwoord
B
onbepaald lidwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 15 - Quizvraag


Voetballen is een contactsport
A
Bepaald lidwoord
B
onbepaald lidwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 16 - Quizvraag


Vriendinnen zijn de meest belangrijke mensen 
A
Bepaald lidwoord
B
onbepaald lidwoord
C
bijvoeglijk naamwoord
D
zelfstandig naamwoord

Slide 17 - Quizvraag

Nu aan de slag, over 10 min laat je zien wat je gemaakt hebt 


Maak hst 5, vraag 4 , 8

Slide 18 - Tekstslide

Huiswerk vrijdag 
maken vraag 1, 2, 5 hst 6 

Slide 19 - Tekstslide