§4.4 Krachten 2.0

§4 
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 3

In deze les zitten 17 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

§4 

Slide 1 - Tekstslide

leerdoelen:
  • Je kunt uitleggen dat krachten in paren voorkomen
  • Je kunt uitleggen dat krachtenparen even groot en tegengesteld van richting zijn
  • Je kunt de werking van verschillende krachten uitleggen
  • Rekenen met de formule voor zwaartekracht
  • Rekenen met de formule voor veerkracht
  • Rekenen met de wrijvingskracht 

Slide 2 - Tekstslide

Kracht is een wisselwerking 
Kracht is altijd een wisselwerking tussen twee voorwerpen die een kracht op elkaar uitoefenen.

Op beide voorwerp werkt een kracht 
deze zijn even groot en tegengesteld

                           Wisselwerking van kracht ->
    de aarde en satelliet trekken elkaar aan met een even grote tegengestelde kracht 

Slide 3 - Tekstslide

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

We kijken verder naar volgende krachten:
zwaartekracht, gravitatiekracht, wrijvingskracht, veerkracht, spankracht, normaalkracht en gewicht. 

Slide 7 - Tekstslide

Zwaartekracht en gravitatiekracht
Newton kreeg een geweldig idee toen hij een appeltje uit een boom zag vallen: hij stelde vast dat de appel zonder snelheid begon en dat die snelheid steeds groter werd. Volgens Newton zou er dus een kracht moeten werken die de appel versnelde.

Op aarde werkt op elke kilogram massa een zwaartekracht van 9,8 N


De formule voor de zwaartekracht luidt:

Fz = m x g 

Fz de zwaartekracht in newtton (N)
m de massa in kilogram (kg)
g de zwaartektrachtscontante (op aarde 9,8 N/kg)

Slide 8 - Tekstslide

normaalkracht en gewicht 
Gewicht is de kracht die een voorwerpen uitoefent op een ondergrond of ophanging, als gevolg van de zwaartekracht.


Aangezien alles niet spontaan onder invloed van de zwaartekracht door de grond zakt, moet er een andere kracht zijn die tegen de zwaartekracht in werkt. Deze kracht heet de normaalkracht. 

Normaalkracht staat altijd loodrecht op het oppervlak waar het voorwerp zich op bevind. Als dit oppervlak horizontaal ligt, is de normaalkracht meestal gelijk aan de zwaartekracht.



gewicht = massa

Slide 9 - Tekstslide

Oefenen: 

Kim weegt 60 kg. Hoe groot is de zwaartekracht op Kim?

      • Fz = m x g 
      • m= 60 kg 

      • g= 9,8 N/kg

      • Fz= 60 x 9,8 = 588 N

      Slide 10 - Tekstslide

      Oefenen: 

      Kim weegt 60 kg. Hoe groot is de zwaartekracht op Kim?

      • m= 60 kg 
      • g= 9,8 N/kg
      • Fz= 60 x 9,8 = 588 N


      • g op maan = 1,6 N/kg

      • Hoeveel leest Kim af op de weegschaal op de maan?

      • Fz= 60 x 1,6 = 96 N

      • 96 : 9,8 = 9,8 kg

      Slide 11 - Tekstslide

      Slide 12 - Link

      Veerkracht en spankracht 
      Deze krachten ontstaan door de uitrekking van een veer of een touw

      Werkt altijd in de richting van het touw, elastiek of de veer.

      Voor de veerkracht geldt de volgende formule:

      Fv = C x u

      Fv de veerkracht in newton (N)
      C de veerconstante (in N/m)
      u de uitrekking (in m )

      Slide 13 - Tekstslide


      oefening
      Bereken de veerconstante van deze veer.

      • Fv= C x u

      • C = Fv : u

      • C = 11 : 0,025 = 440 N/m

      Slide 14 - Tekstslide

      Wrijvingkracht
      Zonder wrijvingskrachten zou fatsoenlijk lopen, fietsen of autorijden onmogelijk zijn.

      Wrijvingskracht werkt altijd in de tegengestelde richting van de beweging 
      Wrijvingskrachten kunnen er ook voor zorgen dat iets niet in beweging komt

      Slide 15 - Tekstslide

      Rekenen met wrijvingskracht
      De rol- en schuifweerstand en de maximale wrijvingskracht zijn beide evenredig met de massa. 

      2x zo grote massa betekent 2x grotere weerstand en maximale wrijving

      De luchtweerstand is evenredig met het kwadraat van de snelheid

      2x zo grote snelheid is de luchtweerstand dus 22=4 x zo groot


      Slide 16 - Tekstslide

      Wat heb je geleerd?
      • krachtenparen
      • zwaartekracht
      • gewicht en normaalkracht
      • veerkracht en spankracht
      • wrijvingskracht 

      Slide 17 - Tekstslide