Hoofdstuk 3 spelling (10 di pv vt en mv zn)

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui en je schrift;
  • log alvast in bij LessonUp via je telefoon.
1 / 16
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 16 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Welkom!
Leg alvast klaar:
  • je etui en je schrift;
  • log alvast in bij LessonUp via je telefoon.

Slide 1 - Tekstslide

Planning
  • Wat weet je nog van de les van gisteren?
  • Werkmoment
  • Welke leerdoelen gaan goed?
  • Afsluiten van de les

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 3.9
  • Je kunt de persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden goed schrijven.
  • Je kunt het meervoud van zelfstandige naamwoorden goed schrijven.
  • Je kunt de dicteewoorden van pagina 197 goed schrijven.

Slide 3 - Tekstslide

Niels (verwachten) vt dat hij uitgenodigd zou worden.
A
verwachte
B
verwachtten
C
verwachtte
D
verwachten

Slide 4 - Quizvraag

Iris zag de knappe zanger en ze
......... (blozen, vt).
A
blooste
B
bloozde
C
bloosde
D
bloozte

Slide 5 - Quizvraag

........ (branden, vt) jij je vingers?
A
brande
B
brandde
C
brandte
D
brandt

Slide 6 - Quizvraag

Het meervoud van museum is:
A
museums
B
musea
C
museums en musea
D
museum heeft geen meervoud

Slide 7 - Quizvraag

Wat is het meervoud van musicus?
A
musicussen
B
musici

Slide 8 - Quizvraag

Het meervoud van grens is:
A
grensen
B
grenszen
C
grenzen
D
grens heeft geen meervoud

Slide 9 - Quizvraag

Meervoud van party
A
parties
B
partys
C
party's
D
partie's

Slide 10 - Quizvraag

Het meervoud van kolonie
A
kolonieën
B
koloniën
C
kolonies

Slide 11 - Quizvraag

  • De volgende opdrachten zijn aan het eind van de week af.
  • 3.9 : 1, 4, 6, 7, 8a, 10, 11 a, b en e. Test Jezelf 3.9.
  • Heb je een vraag? Klik op het handje in Teams.
Werkmoment 
9.20 uur leerdoelen?

Slide 12 - Tekstslide

Leerdoelen 3.9
  • Je kunt de persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden goed schrijven.
  • Je kunt het meervoud van zelfstandige naamwoorden goed schrijven.
  • Je kunt de dicteewoorden van pagina 197 goed schrijven.

Slide 13 - Tekstslide

Je kunt de persoonsvorm verleden tijd van zwakke werkwoorden goed schrijven.
A
Gaat goed
B
Gaat redelijk
C
Heb meer uitleg nodig

Slide 14 - Quizvraag

Je kunt het meervoud van zelfstandige naamwoorden goed schrijven.
A
Gaat goed
B
Gaat redelijk
C
Heb meer uitleg nodig

Slide 15 - Quizvraag

Afsluiting
  • Verder met 3.9 spelling. 
  • Tot donderdag!

Slide 16 - Tekstslide