RB 1.4 Optellen en aftrekken dagelijkse situaties

1.4 Optellen en aftrekken dagelijkse sit.
1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 10 slides, met interactieve quiz en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

1.4 Optellen en aftrekken dagelijkse sit.

Slide 1 - Tekstslide

1.4 Optellen en aftrekken dagelijkse sit.
Instructie les 1.4 gaat over:
  • Afronding decimale getallen, honderdtallen etc.
  • Antwoorden met 'duizend', 'miljoen', 'miljard'
  • Afronding naar beneden (voorbeeld)
  • Afronding naar boven (voorbeeld)
  • Afstandentabel aflezen


Slide 2 - Tekstslide

(1.4) Afronden DECIMALE getallen
  • Kijk naar het eerste cijfer dat niet meer mee telt
  • 5-9? Dan wordt het cijfer ervóór opgehoogd
  • 0-4? Dan wordt het cijfer verder niet aangepast

Slide 3 - Tekstslide

(1.4) Afronden HONDERDTALLEN etc.
  • Zorg je dat het getal aan het einde afgerond wordt met nullen. ​
  • Dit wordt gebruikt als 'ongeveer' goed genoeg is voor de
       informatie die je wilt geven: ​ €123.000.000 leest prettiger dan
       €123.345.567​
  • Kijk naar het eerste cijfer dat geschreven 
       moet worden met een nul: 
       *  0-4: het cijfer ervóór wijzigt niet
       *  5-9: het cijfer ervóór 1 ophogen


Slide 4 - Tekstslide

(1.4) Antwoorden met 'duizend', 'miljoen', 'miljard'
Let bij grote getallen goed op hoe het antwoord ingevuld moet worden

​​Staat er achter het antwoordvak al 'duizend' of 'miljoen'?
Zet de komma dan genoeg plaatsen naar voren:​
  • duizend? Deel getal door 1000​
  • miljoen? Deel getal door 1.000.000​
  • miljard? Deel getal door 1.000.000.000






Slide 5 - Tekstslide

Kijk hoe er afgerond is. Klopt de afronding?
Goed
fout
44,5878  =>  45
12,499  => 12
23.600  =>  23 duizend
62.390.479 => 63 miljoen
12.345  =>  12.300
44,5498  =>  44,54

Slide 6 - Sleepvraag

(1.4) Afronding naar beneden (voorbeeld)
  • In de winkel kan de prijs alleen maar afgerond
       worden naar een lager bedrag
  • Je gaat het bedrag dus eigenlijk 'afkappen'
  • "Veelvoud van 100" = uitkomst uit tafel van 100

699,99 afronden op veelvoud van honderdtal
Bedrag moet op 00 eindigen
Bedrag mag niet duurder worden: 600

Voordeel is in dit geval 99,99 euro.

Slide 7 - Tekstslide

(1.4) Afronding naar boven (voorbeeld)
  • Je hebt een bloembak met een inhoud van 45 liter
  • Een zak zand van 20 liter kost 2 euro
  • Wat kost het vullen van de bloembak?

45 liter : 20 liter = 2,25
Je moet dus 3 zakken kopen (en zult wat zand over hebben)
Betalen = 3 x 2 euro = 6 euro.

Slide 8 - Tekstslide

(1.4) Afstandentabel aflezen
  • Waarom zijn de middelste hokjes 'leeg'?
  • Waarom komt elke afstand dubbel voor?

Victor rijdt van Domstad, via Katberg naar Lieren
Welke afstand legt Victor af?

-1- Domstad naar Katberg = 24 km
-2- Katberg naar Lieren  = 11 km
                           ===== +
          afstand totaal = 35 km

Slide 9 - Tekstslide

Huiswerk
Blok 1 Getallen
Les 1.4 - Optellen en aftrekken in dagelijkse situaties


Afronden?
Er zijn 3 manieren: kies de juiste bij het antwoord

Slide 10 - Tekstslide