Plural forms in English vh1a/g1a 7-02-2023

What do think of when you hear the word ''Food''?
1 / 20
volgende
Slide 1: Woordweb
EngelsMiddelbare schoolvmbo t, havoLeerjaar 1

In deze les zitten 20 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

What do think of when you hear the word ''Food''?

Slide 1 - Woordweb

Plurals

Slide 2 - Tekstslide

Target(s)
I can explain what a plural is in Dutch;
I can give three different examples of how to turn singular verbs into plural verbs.

Slide 3 - Tekstslide

Notes on Plurals
Plural = meervoud 
Er zijn een aantal basisregels voor het maken van woorden in het meervoud in het Engels.
We lopen ze even een voor een langs....

Slide 4 - Tekstslide

Basisregel: enkelvoud +s

Slide 5 - Tekstslide

s-klank
Woorden die op een s-klank eindigen (-s, -x, -sh) krijgen +es

box - boxes
bush - bushes
bus - buses

Slide 6 - Tekstslide

woorden op -o
Woorden die op een -o eindigen, krijgen meestal +es

hero - heroes
tomato - tomatoes
potato - potatoes

Slide 7 - Tekstslide

woorden op -y
Woorden die op een medeklinker gevolgd door -y eindigen, krijgen -ies

baby - babies
hobby - hobbies
let op: toy - toys

Slide 8 - Tekstslide

woorden op -f(e)
Woorden die op -f of -fe eindigen, krijgen -ves

thief - thieves
wolf - wolves
wife - wives

Slide 9 - Tekstslide


onregelmatig

Sommige woorden hebben een onregelmatig meervoud. Leer ze uit je hoofd!

man - men
woman - women
child - children
tooth - teeth
foot - feet
goose - geese
mouse - mice
fish - fish

Slide 10 - Tekstslide

1 car
2 ….

Slide 11 - Open vraag

1 lady
2 ….

Slide 12 - Open vraag

1 boy
2 ….

Slide 13 - Open vraag

1 potato
2 ….

Slide 14 - Open vraag

1 radio
2 ….

Slide 15 - Open vraag

1 watch
2 ….

Slide 16 - Open vraag

1 dwarf
2 ….

Slide 17 - Open vraag

Exercises book
Do exercise 2 to 5 of Getting Started, p. 140 + 141
You will get 15 minutes to do this on your own.

Finished? --> Study theme words ''B- Groceries'' of Unit 3, p. 178
and Use Slim Stampen to pratise with it

Slide 18 - Tekstslide

What have learned today about plurals

Slide 19 - Open vraag

Give three different examples of a singular verb + its' plural form
F.i.: 1 dog - 2 dogs

Slide 20 - Open vraag