Hoofdstuk 3.2.2 molair volume

De mol en het molaire volume
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
ScheikundeMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

De mol en het molaire volume

Slide 1 - Tekstslide

Wat gaan we doen vandaag?
Herhalen waar we gisteren mee gestart zijn
(mol naar gram en andersom) 
Dubbel check heeft iedereen het begrepen?
Bespreken molair volume
Eindigen met een heel kort praticum waarin je zelf gaat afwegen

Slide 2 - Tekstslide

Aan het einde van de les kun je
- van mol naar gram en andersom (vorige les al)
- molaire massa van een molecuul berekenen (vorige week al)
- Kun je rekenen met het molaire volume

Slide 3 - Tekstslide

Hoeveel gram is 2,5 mol alcohol (ethaanol)
A
46
B
18
C
115
D
36

Slide 4 - Quizvraag

Hoeveel moleculen zitten er in 3,3 mol van een willekeurige stof
A
3,3
B
6,022*10^23
C
1,99*10^24

Slide 5 - Quizvraag

Molaire volume
- Volume bij gassen werkt iets anders dan volume bij vloeistoffen

Bij vloeistof gebruik je dichtheid 

Bij gassen gebruik je molaire volume 

Slide 6 - Tekstslide

Gassen
Wat bleek nou na een aantal berekeningen: het volume van ELK soort gas is vrijwel altijd gelijk bij een constante temperatuur 

Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Gassen
Wat bleek nou na een aantal berekeningen: het volume van ELK soort gas is vrijwel altijd gelijk bij een constante temperatuur 

De afstand tussen de moleculen is zo groot dan ongeacht het soort gas het totale volume van 1 mol ongeveer even groot is

Slide 9 - Tekstslide

Molair volume 
Daaruit ontstond het molaire volume (Vm)

1 mol gas is gelijk aan 22,4 dm3 (liter)
BELANGRIJK bij 273 K en normale druk p = p0
Vm = 22,4 dm3/mol
Bij kamertemperatuur 298 K = 24,5 dm3/mol

Slide 10 - Tekstslide

Staat ook in BiNaS tabel 7 alleen dan staat het in m3 ipv dm3

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

Slide 13 - Tekstslide

Hoeveel Liter neemt 4 mol stikstof gas in? bij 273 K en normale druk
A
89,6 L
B
0,0896 L
C
98 L
D
0,098 L

Slide 14 - Quizvraag

Wat neemt meer ruimte in: 5 mol CO2 of 5 mol H2 gas bij 298 K en normale druk
A
CO2
B
H2
C
allebei evenveel

Slide 15 - Quizvraag

Ik heb 260 mL van een willekeurig gas, hoeveel mol is dit?
bij 298 K en normale druk
A
10,61 mol
B
11,61 mol
C
0,0106 mol
D
0,0116 mol

Slide 16 - Quizvraag

Practicum: mollen afwegen van Suiker. 
Je doet alleen proef A, niet proef B!!! 
ipv 1 mol ga je een 0,5 mol afwegen

Slide 17 - Tekstslide

Weektaak 
Maken opdracht 10, 11cd, 12 en 13 uit het boek (blz 69) of in de online omgeving
- Maken opdracht 20 t/m 22 en 28 uit het boek (blz 72&73) of in de online omgeving
Maken opdracht 23 en 25 t/m 27 uit het boek (blz 72&73) of in de online omgeving

Slide 18 - Tekstslide