P3 HS4 Remmen en botsen

1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
Nask / TechniekMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

Een automobilist ziet een eindje voor zich een hert  de weg op rennen. Hij probeert voor het dier te stoppen!

Slide 2 - Tekstslide

Noem 5 NAT begrippen uit HS 4 die op deze situatie van toepassing zijn:

Slide 3 - Woordweb

Leerdoelen
1. T1 Je kunt de stopafstand berekenen.
2. T1 Je kunt de stopafstand bepalen door de oppervlakte onder de grafiek in een (v,t)-diagram te berekenen.
3. T1  Je kunt de druk op een ondergrond berekenen.


 

Slide 4 - Tekstslide

Leerdoelen
R  Je kunt uitleggen wat de werking is van de veiligheidsvoorzieningen in een auto: airbag, gordel, kreukelzone.

R  Je kunt in een (v,t)-diagram de reactietijd aflezen.

R Je kunt uitleggen wat remweg is. 

Slide 5 - Tekstslide

Stoppen voor een zebrapad: eerst reageren, dan
remmen.
a=5s2m

Slide 6 - Tekstslide

De resultante laat de snelheid veranderen
De auto remt!  Fw=Remkracht
Hoe groter de vertraging a, des te groter is de afremmende kracht F die op inzittende wordt uitgeoefend. 
Frem=ma

Slide 7 - Tekstslide

HW 
HW is HS 4 par 4 Remmen en botsen leren tot druk
voorbeeld 1 maken, opdrachten 1 t/m 3 blz 43

Slide 8 - Tekstslide

blz. 40
  • T1 vraag
vaardigheden:
  • begrijpend lezen
  • formule gebruiken
  • wetenschappelijke notatie
  • eenheid 

Slide 9 - Tekstslide

vb1  blz. 40
  • T1 vraag= PW vraag
vaardigheden:
  • begrijpend lezen
  • formule gebruiken
  • wetenschappelijke notatie
  • eenheid 

Slide 10 - Tekstslide

                           Begrippen HS 4 par 3 blz 60 
Weet je het al of
 moet je al deze begrippen 
nog  leren?


 

Slide 11 - Tekstslide

Veiligheid 
  • v verlagen
  • -a en Frem  kleiner
  • Langere botsings- t
  • Een auto gordel, kreukelzone en airbag vergroten de remweg s. 

  1. inzittenden komen opeens tot stilstand met een sterke vertraging 
  2. F = m · a  grotere a=grotere Frem
  3. Frem=F verwondingen

Slide 12 - Tekstslide

Je ziet in de figuur hoe de remkracht afhangt van de soort wegdek.   Wat is je conclusie?
Conclusie?

Slide 13 - Woordweb

Hoe werkt een autogordel of een fietshelm? 
  • Een auto gordel = brede riem. 
  • Het contactoppervlak tussen de gordel en het lichaam vermindert de druk op het lichaam.

Slide 14 - Tekstslide

blz. 42
  • T1 vraag
vaardigheden: 
  • begrijpend lezen
  • formule gebruiken
  • wetenschappelijke notatie
  • eenheid (NIEUW)

Slide 15 - Tekstslide

Wat is waar?
A
Dit is een (v,t) diagram
B
Je bepaalt de remweg
C
Je bepaalt de stopafstand
D
Dit is een (s,t) diagram

Slide 16 - Quizvraag

Dit is een:
A
remmende beweging
B
vertraagde beweging
C
beweging is eenparig
D
het object staat stil

Slide 17 - Quizvraag

Een automobilist ziet een eindje voor zich een hert  de weg op rennen. Hij probeert voor het dier te stoppen!

Slide 18 - Tekstslide

De bestuurder neemt de hert war vanaf het moment t = 0 s.
Wat is de reactietijd van de autobestuurder?
A
t=4,7s
B
t=0s
C
t=0,7s
D
t=4s

Slide 19 - Quizvraag

DE bestuurder neemt de hert war vanaf het moment t = 0 s.
Wat is de remtijd van de autobestuurder?
A
t=4,7s
B
t=0s
C
t=0,7s
D
t=4s

Slide 20 - Quizvraag

De bestuurder neemt de hert war vanaf het moment t = 0 s.
Hoe lang vertraagt de auto?
A
t=4,7s
B
t=0s
C
t=0,7s
D
t=4s

Slide 21 - Quizvraag

De bestuurder neemt de hert war vanaf het moment t = 0 s.
Wat is de stoptijd van de autobestuurder?
A
t=4,7s
B
t=0s
C
t=0,7s
D
t=4s

Slide 22 - Quizvraag

De bestuurder neemt de hert war vanaf het moment t = 0 s.
Wat is de beginsnelheid van de auto ?
A
v=24sm
B
v=24hkm
C
v=0sm
D
t=24s

Slide 23 - Quizvraag

De bestuurder neemt de hert war vanaf het moment t = 0 s.
Bepaal de vertraging waarmee de auto afremt.
A
a=6s2m
B
a=6s2m
C
a=0s2m
D
a=24s2m

Slide 24 - Quizvraag

Hoe moet de vorige vraag?

Slide 25 - Tekstslide

De massa van de auto met bestuurder is 800 kg.

Bereken de remkracht die op de auto wordt uitgeoefend.
A
Frem=8006=4800
B
Frem=8006=4800N
C
Frem=4800N
D
Frem=0N

Slide 26 - Quizvraag

Hoe moet de vorige vraag?

Slide 27 - Tekstslide

Bepaal de reactieafstand
met behulp van de figuur .
A
sreactie=240,7=16,8
B
sreactie=244=96m
C
sreactie=0m
D
sreactie=240,7=16,8m

Slide 28 - Quizvraag

Bepaal de remweg
met behulp van de figuur.
A
srem=244=96m
B
srem=21244=48m
C
srem=240=0m
D
srem=240,7=16,8m

Slide 29 - Quizvraag

Bepaal de stopafstand
met behulp van de figuur.
A
srem=244=96m
B
srem=21244=48m
C
srem=240=0m
D
srem=240,7=16,8m

Slide 30 - Quizvraag

Hoe moet deze vraag?

  • T1 vraag HS 4 par 2 en 4 
  • De afgelegde afstand is gelijk aan de oppervlakte onder het (v,t)-diagram


sst0p=sreactie+srem
sst0p=(240,7)+(21244)=16,8+48=64,8m
s=oppABCD+oppBCE

Slide 31 - Tekstslide

Instructie 
Maak de test jezelf par 4 (NOVA digitaal)
Maak opdrachten 4 t/m6  (HAVO) blz 44 en 45
Maak voorbeeldopdracht 2 (VWO)

Slide 32 - Tekstslide

nabespreking
vragen?
PTO 3 voorbereiden: teams, lessonup, test jezelf 4x

Slide 33 - Tekstslide

Hoe veel paragraven telt HS4?
A
1
B
2
C
3
D
4

Slide 34 - Quizvraag

Aan de slag

Slide 35 - Tekstslide

Nabespreking

Slide 36 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 37 - Tekstslide

Begrippen uit deze les

Slide 38 - Tekstslide


Schrijf 3 dingen op die
je deze les hebt geleerd

Slide 39 - Open vraag


Stel 1 vraag over iets dat je
deze les nog niet zo goed hebt begrepen

Slide 40 - Open vraag