Laagland module 3: Verteller, wie vertelt

Laagland boek A module 3
Het lezen van verhalende teksten
3.4 Verteller: wie vertelt?
1 / 13
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 13 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Laagland boek A module 3
Het lezen van verhalende teksten
3.4 Verteller: wie vertelt?

Slide 1 - Tekstslide

Slide 2 - Tekstslide

de verteller is geen personage

auctoriale verteller
 de verteller is merkbaar aanwezig (kan alwetend zijn)

(meervoudige) personale verteller
hij-/zij-verteller
niet merkbaar aanwezig
richt zich op belangrijkste personage
+ kennis is beperkt
de verteller is een personage

vertellend-ik
vaak achteraf vertellend
niet alwetend, wel commentaar en betrouwbare flashbacks

belevend-ik
Je beleeft het verhaal met alle gevoelens en gedachten

Slide 3 - Tekstslide

Onbetrouwbare verteller
De lezer / kijker kun je manipuleren

- ziekte
- liegen
- door informatie achter te houden
- zeer gekleurde versie van gebeurtenis geven

Slide 4 - Tekstslide

De toren van Babel - Annie M.G. Schmidt
In mijn onschuld dacht ik, dat het bouwen van een huis een vrij simpele affaire zou zijn. Ze doen het al zo lang... dacht ik. Mensen bouwen al zo lang huizen. Zeker al tienduizend jaar of langer. Het is net zoiets als brood bakken, dat doen ze ook al zo lang. En bouwen... zo'n achtduizend jaar geleden maakten ze al heel ingewikkelde pyramides, dacht ik. En de toren van Babel ook... nou ja goed, het ding is nooit afgekomen, maar nu zijn ze toch al weer zoveel verder en bovendien: mijn huis behoeft geen toren van Babel te worden, liever zelfs niet. Zo maar een huisje. Op de tekening, die de architect voor ons gemaakt had, was het zo eenvoudig. Enkel maar een paar kamers, rechte kamers, naast elkaar en een plat dak. En geen kwestie van spitsbogen of beeldhouwwerken, of van torentjes of van kantelen of van koepels of erkers of koekoeksramen, zo maar rechttoe, recht an een huis. Dat kon niet zoveel hoofdbrekens kosten, dacht ik.

Slide 5 - Tekstslide

Wat is het perspectief?
A
Ik-perspectief
B
Personaal perspectief
C
Alwetende/auctoriale verteller

Slide 6 - Quizvraag

Slide 7 - Tekstslide

Wat is het perspectief?
A
Ik-perspectief
B
Personaal perspectief
C
Alwetende/auctoriale verteller

Slide 8 - Quizvraag

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het perspectief?
A
Ik-perspectief
B
Personaal perspectief
C
Alwetende/auctoriale verteller

Slide 10 - Quizvraag


De bekeerlinge - Hertmans
De jonge vrouw schrikt wakker wanneer het al donker is. Ze heeft geen idee waar ze zich bevindt, even raakt ze in paniek. Dan ontwaart ze langzaam de contouren van een wandkast, een donkere kist, een stoel. Ze voelt een felle pijnscheut door haar lendenen schieten, die haar de adem beneemt. Ze slaakt een gedempte kreet. Meteen daarna wordt de deur geopend. Vaal schijnsel van een flakkerende vlam schiet tegen de muren op. Het is een oude vrouw, ze heeft een teil water meegebracht en een pak doeken. Ze gaat zwijgend, het hoofd gebogen en de handen gevouwen, naast de in bed zwetende en woelende vrouw zitten waken. Ze mummelt oude, onverstaanbare gebeden. Na een uur van aanzwellende weeën valt de jonge vrouw opnieuw in een diepe slaap; ze schiet met bonkend hart wakker midden in de nacht en kokhalst van de pijn. De waakster is verdwenen.

Slide 11 - Tekstslide

Wat is het perspectief?
A
Ik-perspectief
B
Personaal perspectief
C
Alwetende/auctoriale verteller

Slide 12 - Quizvraag

Kan je het perspectief in een tekst herkennen?

😒🙁😐🙂😃

Slide 13 - Poll