Literatuur periode 4 les 2

literatuur
Wat is literatuur?
Waarom lezen we?
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 80 min

Onderdelen in deze les

literatuur
Wat is literatuur?
Waarom lezen we?

Slide 1 - Tekstslide

Periode 4
Weet je het nog......
Klassikaal een boek lezen
Toets literatuur 1880-1940 BT 15
Portfolio PTA 10 inleveren 9 juni (niet herkansbaar)
Begrijpend lezen PTA 10 BT20 (toetsweek 4)

Slide 2 - Tekstslide

Start literatuurgeschiedenis

Slide 3 - Tekstslide

We gaan lezen........
Het noodlot

Slide 4 - Tekstslide


§ 40 Historische achtergrond 1875-1914
1875-1914: moderne Europa ontstaat (industrie, uitvindingen, moderne politieke stromingen) 
Economische bloei: kapitalisme 
Eerste sociale wetten 
Burgerij is bang voor socialisme (Marx, stakingen)  

Slide 5 - Tekstslide

De periode 1875-1914 wordt in de cultuurgeschiedenis het ..... genoemd.
A
fin de siècle
B
modernisme
C
expressionisme
D
kolonialisme

Slide 6 - Quizvraag

  § 40 Historische achtergrond 1875-1914
De term die aan de periode 1875-1914 gekoppeld wordt, is: Fin de siècle; een overgang tussen oude en nieuwe kunst.
   Kunststromingen uit deze tijd: 
impressionisme 
naturalisme 
symbolisme 
neoromantiek  

Slide 7 - Tekstslide

de Tachtigers

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Slide 10 - Video

Wat kun je uit dit filmpje afleiden over de ideeën van de Tachtigers?

Slide 11 - Open vraag

Een groot conflict tussen de domineedichters en de Tachtigers. De dominees brachten een hogere boodschap en de Tachtigers vonden dat poëzie geen boodschap moest hebben, maar over emoties moest gaan.

Slide 12 - Tekstslide

De stijl waarin de Tachtigers schreven, noemen we impressionistisch, dezelfde term voor de stijl van schilderen.

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Tachtigers
  • Start moderne literatuur
  • Afzetten tegen brave Hollandse dichters
  • Stijl en vorm aanpassen aan inhoud
  • 'Allerindividueelste expressie van allerindividueelste emotie'
  • Geen boodschap: l'art pour l'art

De schoonheid is het belangrijkst. Alles draait om de esthetiek. Dit is het lárt pour lárt-beginsel. Het individu is het belangrijkst en kunst moet volgens Kloos “de allerindividueelste expressie van de allerindividueelste emotie” zijn. Vorm en inhoud moeten één zijn. Elke gedachte of waarneming moet een eigen expressie krijgen. Woordkeus, ritme en beeldspraak moeten passen bij de gevoelens van de kunstenaar.

Slide 15 - Tekstslide

Kenmerken
  • Sonnet of vrije vormen
  • Originele beeldspraak, geen clichés 
  • Impressionisme: zintuiglijke indrukken om stemming weer te geven met: 
  1. neologismen (nieuwe woorden)
  2. synesthesie (vermengen zintuigen)
  3. alliteraties 
  4. enjambementen 
Term uit de stijlleer voor die vorm van metaforisch taalgebruik waarbij ervaringen uit verschillende zintuiglijke gebieden (bijv. oog en tastzin) met elkaar worden verbonden, meestal op grond van een gevoelsovereenkomst. 
Enjambement is het doorlopen van een zin over twee (of eventueel meer) versregels.
Alliteratie is een stijl waarbij de beginklank van opeenvolgende woorden overeenkomt. Denk aan: dappere dodo, of vreemde vogel. 

Slide 16 - Tekstslide

ONZE OUDSTE.
Marten is ons oudste kind:
Wat zal van Marten groeien?
Een man van geld of van bewind
Veel koeien en veel moeien?
Een man van tabberd, zwaard, of pen?
Een man, gelijk ik zelver ben?
Een rijmelaar of preeker?
’t Is alles gansch onzeker.
Maar schoon dit onzeker zij
En lang onzeker blijve:
Dit, oudste Jongen! hopen wij
Dat vast sta en beklijve:
Dat ge edel, eerlijk, vroed en vroom
Een Man wordt, zonder blaam of schroom,
In woord en daad waarachtig,
En aan zijn God gedachtig.

domineedichters
Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten,
En zit in 't binnenst van mijn ziel ten troon
Over mij zelf en 't al, naar rijksgeboôn
Van eigen strijd en zege, uit eigen krachten.
En als een heir van donkerwilde machten
Joelt aan mij op en valt terug, gevloôn
Voor 't heffen van mijn hand en heldere kroon:
Ik ben een God in 't diepst van mijn gedachten.
-- En tóch, zo eindloos smacht ik soms om rond
Úw overdierb're leên den arm te slaan,
En, luid uitsnikkende, met al mijn gloed
En trots en kalme glorie te vergaan
Op úwe lippen in een wilden vloed
Van kussen, waar 'k niet langer woorden vond.




Tachtigers

Slide 17 - Tekstslide

6. Wat was het doel van de Tachtigers
A
Vernieuwing van de literatuur
B
Zoveel mogelijk literatuur maken
C
Literatuur beter laten aansluiten bij andere kunst
D
Hun politieke mening laten horen

Slide 18 - Quizvraag

8. Met welke stroming uit de kunst kun je de poëzie van de Tachtigers vergelijken?
A
De romantiek
B
Het realisme
C
Het impressionisme
D
Het expressionisme

Slide 19 - Quizvraag

Met welke regel kunnen de Tachtigers zich het meest identificeren?
A
Een nieuwe lente, een nieuw geluid
B
De klanken schudden in de lucht zo rijp
C
Hij dwaald' over den bruggen, op den wal
D
Van eigen blijheid om de avondrust

Slide 20 - Quizvraag

Welk begrip hoort bij de Tachtigers?
A
l'art pour l'art
B
Kunst is een persoonlijke uiting
C
vorm en inhoud zijn één
D
Kunst is de allerindividueelste expressie van de aller individueelste emotie

Slide 21 - Quizvraag

Herman Gorter (1864-1927)
  • Tachtiger
  • Debuteerde in 1889 met Mei, een gedicht (4000 regels)
  • "Een nieuwe lente en een nieuw geluid."
  • sensaties : zintuiglijke waarnemingen en daarmee gepaard gaande emoties worden als zeer intens en overweldigend ervaren
  • Liet de lyrische poëzie achter zich en werd socialist

Slide 22 - Tekstslide

0

Slide 23 - Video

Een nieuwe lente en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit,
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht
In een oud stadje, langs de watergracht -
In huis was 't donker, maar de stille straat
Vergaarde schemer, aan de lucht blonk laat
Nog licht, er viel een gouden blanke schijn
Over de gevels in mijn raamkozijn.
Dan blies een jongen als een orgelpijp,
De klanken schudden in de lucht zo rijp
Als jonge kersen, wen een lentewind
In 't bosje opgaat en zijn reis begint.
Hij dwaald' over de bruggen, op den wal
Van 't water, langzaam gaande, overal
Als 'n jonge vogel fluitend, onbewust
Van eigen blijheid om de avondrust.
En menig moe man, die zijn avondmaal
Nam, luisterde, als naar een oud verhaal,
Glimlachend, en een hand die 't venster sloot,
Talmde een poze wijl de jongen floot.


- Mei van Herman Gorter

Slide 24 - Sleepvraag

Een nieuwe lente en een nieuw geluid:
Ik wil dat dit lied klinkt als het gefluit,
Dat ik vaak hoorde voor een zomernacht
In een oud stadje, langs de watergracht -
In huis was 't donker, maar de stille straat
Vergaarde schemer, aan de lucht blonk laat
Nog licht, er viel een gouden blanke schijn
Over de gevels in mijn raamkozijn.
Dan blies een jongen als een orgelpijp,
De klanken schudden in de lucht zo rijp
Als jonge kersen, wen een lentewind
In 't bosje opgaat en zijn reis begint.
Hij dwaald' over de bruggen, op den wal
Van 't water, langzaam gaande, overal
Als 'n jonge vogel fluitend, onbewust
Van eigen blijheid om de avondrust.
En menig moe man, die zijn avondmaal
Nam, luisterde, als naar een oud verhaal,
Glimlachend, en een hand die 't venster sloot,
Talmde een poze wijl de jongen floot.


- Mei van Herman Gorter
Natuur
Bijvoeglijke naamwoorden
Licht
Beeldspraak
Geluiden

Slide 25 - Sleepvraag

Aan de slag
Werk aan je portfolio/ balansverslag inleverdatum 2 juni, zie de classroom.
of 
Lees Dautzenberg: [40] Historische achtergrond
1875- 1914 en maak een samenvatting......

Slide 26 - Tekstslide