Literatuurgeschiedenis 1800-1945

Oefenles literatuurgeschiedenis
1800-1945
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Oefenles literatuurgeschiedenis
1800-1945

Slide 1 - Tekstslide

romantiek

Slide 2 - Woordweb

Wat is escapisme?

Slide 3 - Open vraag

Romantici hadden last van onvervulbare verlangens. Hoe noemen we dit verschijnsel?
A
Fernweh
B
Sehnsucht
C
Weltschmerz
D
Eros en Thanatos

Slide 4 - Quizvraag

'Fabriekskinderen' past bij...
A
de romantiek
B
het naturalisme
C
het realisme
D
de gothic novel

Slide 5 - Quizvraag

Wat is de echte naam van de schrijver van Max Havelaar?

Slide 6 - Open vraag

naturalisme

Slide 7 - Woordweb

De discussie die op gang kwam na 'Max Havelaar', leidde uiteindelijk tot het einde van:
A
kinderarbeid
B
de kolonie Nederlands-Indië
C
het cultuurstelsel
D
de slavernij

Slide 8 - Quizvraag

'Maar, Rika, wat kon zaalger voor mij zijn, dan onder helsch geratel en gestamp, met u verplet te worden door één trein?' Wie schreef dit?

Slide 9 - Open vraag

1900-1945

Slide 10 - Woordweb

De 'stream of consciousness' hoort bij:
A
het expressionisme
B
het naturalisme
C
de Nieuwe Zakelijkheid
D
het modernisme

Slide 11 - Quizvraag

Nieuwe Zakelijkheid
Neoromantiek
Vorm of vent
Modernisme
Slauerhoff
twijfel
Menno ter Braak
Bauhaus

Slide 12 - Sleepvraag

Wat kenmerkt een dada-gedicht?

Slide 13 - Open vraag

Wie/wat past NIET bij de Nieuwe Zakelijkheid?
A
de actualiteit
B
gevoelens
C
objectiviteit
D
soberheid

Slide 14 - Quizvraag

Welke schrijver past bij de Nieuwe Zakelijkheid?
A
Jan Slauerhoff
B
Paul van Ostaijen
C
Carry van Bruggen
D
Ferdinand Bordewijk

Slide 15 - Quizvraag

Welke stroming past bij dit beeld?

Slide 16 - Open vraag

Wat was de oorzaak van de 'twijfel' van de modernisten?

Slide 17 - Open vraag

Maak een tijdbalk (groepsopdracht)
  • Maak een tijdlijn, noteer jaartallen.
  • Noteer belangrijke begrippen op de juiste plek.
  • Noteer belangrijke namen en boektitels op de juiste plek.
  • Noteer definities en uitleg en verbind die met de begrippen en namen.
  • Vul aan met tekeningen/symbolen.
  • Vul aan met verwijzingen naar je boek (paginanummers).

Slide 18 - Tekstslide