Gewoonten in Nederland

Gewoonten, rituelen en tradities
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
BurgerschapISK

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

Onderdelen in deze les

Gewoonten, rituelen en tradities

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoel:
Aan het einde van de les kun je;
  • uitleggen wat gewoonten zijn;
  • een paar tradities van Nederland benoemen.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Gewoonte
  • Iets dat je altijd doet, zonder erbij na te denken (bijvoorbeeld: tanden poetsen na het eten, fietsen, douchen in de avond, autorijden, op je telefoon kijken)

Slide 3 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Rituelen
  • Iets dat je doet in een bepaalde volgorde (vasten voor Suikerfeest, bidden voor eten)

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Tradities
  • Een gewoonte die elke generatie doet 
(opa/oma --> papa/mama --> kinderen)

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 6 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Een paar tradities in Nederland

Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 9 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is in jouw land een traditie?

Slide 11 - Woordweb

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Slide 12 - Open vraag

De leerlingen voeren hier drie dingen in die ze in deze les hebben geleerd. Hiermee geven ze aan wat hun eigen leerrendement van deze les is.
Schrijf 2 Nederlandse tradities op waarover je meer wilt weten.

Slide 13 - Open vraag

De leerlingen voeren hier twee dingen in waarover ze meer zouden willen weten. Hiermee vergroot je niet alleen betrokkenheid, maar geef je hen ook meer eigenaarschap.
Opdrachten
Opdracht 1: Welke traditie(s) heb jij in Nederland gezien? Wat vind je van deze traditie? (leuk, raar, grappig, niet leuk,...) Leg uit waarom.

Opdracht 2: Kies een traditie uit jouw eigen land en schrijf op: 
1. Wat is de traditie? 2. Wanneer gebeurt dat? 3. Waarom gebeurt dat? 4. Wat vind je van deze traditie en waarom?

Opdracht 3: Welke traditie heb jij in jouw familie?

ZET DEZE INFORMATIE OP EEN POSTER EN MAAK ER TEKENINGEN BIJ. SCHRIJF MET GROTE LETTERS



Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies