Oppervlakte en Omtrek: Rechthoeken, Cirkel en Parallellogrammen

Oppervlakte en Omtrek: Rechthoeken, Cirkel en Parallellogrammen

Leerdoelen

Aan het einde van de les kun je de oppervlakte van rechthoeken, cirkels en parallellogrammen berekenen. Ook kun je de omtrek van een cirkel berekenen.

Wat weet je al over het berekenen van oppervlakten en omtrekken?

Oppervlakte Rechthoek

Formule: lengte × breedte. Meet beide zijden en vermenigvuldig ze.

Oppervlakte Cirkel

Formule: π × straal². Meet de straal en gebruik de formule.

Omtrek Cirkel

Formule: 2 × π × straal. Meet de straal en bereken de omtrek.

Oppervlakte Parallellogram

Formule: basis × hoogte. Meet de basis en de hoogte, vermenigvuldig.

Quizvraag 1: Rechthoek

Wat is de oppervlakte van een rechthoek van 5 cm bij 3 cm?

Quizvraag 2: Cirkel

Wat is de omtrek van een cirkel met een straal van 4 cm?

Quizvraag 3: Parallellogram

Bereken de oppervlakte van een parallellogram met basis 6 cm en hoogte 4 cm.

Schrijf 3 dingen op die je deze les hebt geleerd.

Schrijf 2 dingen op waarover je meer wilt weten.

Stel 1 vraag over iets dat je nog niet zo goed hebt begrepen.