Diagnostische toets H1

Je kunt ...(1)... voor een paar sportschoenen bepalen
door ...(2)... te verminderen met
...(3)...
de marktprijs
de betalingsbereidheid
het consumentensurplus
1 / 26
volgende
Slide 1: Sleepvraag
EconomieMiddelbare schoolhavoLeerjaar 4

In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Je kunt ...(1)... voor een paar sportschoenen bepalen
door ...(2)... te verminderen met
...(3)...
de marktprijs
de betalingsbereidheid
het consumentensurplus

Slide 1 - Sleepvraag


Bekijk de lijn hiernaast. Welke functie hoort bij deze lijn?
A
Q=-0,6P+18
B
Q=-3P+18
C
Q=-18P+6
D
Q=3P+6

Slide 2 - Quizvraag

Verschuiving op de aanbodlijn
Verschuiving van de aanbodlijn
Verschuiving op de vraaglijn
Verschuiving van de vraaglijn

Slide 3 - Sleepvraag

11. Bij een prijs van € 250.000 is er een vraagoverschot van vrijstaande huizen. Hoe reageert de huizenmarkt op een vraagoverschot? Zet de zinnen A t/m D in de juiste volgorde.
1
2
3
4
A Een deel van de huizenkopers ziet af van een vrijstaand huis en koopt een (goedkopere) twee-onder-een-kapwoning.
B De vraag naar vrijstaande huizen wordt gelijk aan het aanbod van vrijstaande huizen.
C Aanbieders van een vrijstaand huis verhogen de verkoopprijs omdat ze hun huis heel makkelijk kunnen verkopen.
D Vrijstaande huizen staan maar zeer kort te koop; veel belangstellenden vissen achter het net.

Slide 4 - Sleepvraag

De blauwe lijn is de ..(1)..-lijn omdat er
een ..(2).. verband is tussen prijs en hoeveelheid

A
1) aanbod 2) positief
B
1) aanbod 2) negatief
C
1) vraag 2) positief
D
1) vraag 2) negatief

Slide 5 - Quizvraag

Verschuiving OP de vraaglijn
Verschuiving VAN de vraaglijn
Prijs van tomaten stijgt
Prijs van bananen daalt
Inkomen van de consument stijgt
Bananen raken helemaal in de mode

Slide 6 - Sleepvraag

Concrete markt
Monopolie
Abstracte markt
Oligopolie
Marktvorm
 Monopolistische concurrentie
Volledige mededinging
Producenten van DVD-spelers
Mobiele aanbieders in Nederland
Wereldhandel in aardolie
Enige aanbieder van een product
Kaasmarkt in Alkmaar
Productie van tarwe
Indeling van economische markt

Slide 7 - Sleepvraag

Welke
marktvorm?
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie

Slide 8 - Quizvraag

Welke
marktvorm?
A
Monopolie
B
Oligopolie
C
Monopolistische concurrentie
D
Volkomen concurrentie

Slide 9 - Quizvraag

Zet de kenmerken bij de juiste marktvorm. 
Oligopolie
Monopolistische concurrentie
Weinig aanbieders
Veel aanbieders
Heterogene goederen
Homogene goederen
Vaak ontstaat een marktleider
Meestal vrije toetreding

Slide 10 - Sleepvraag

Plaats de vier marktvormen in volgorde van veel concurrentie op de markt tot weinig tot geen concurrentie op de markt.
Oligopolie
Monopolie
Volkomen concurrentie
Monopolistische concurrentie

Slide 11 - Sleepvraag

Hoeveel is het totale surplus?
A
16
B
128
C
220
D
968

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het producenten surplus bij een prijs van 75?
A
7.500
B
5.000
C
2.500
D
10.000

Slide 13 - Quizvraag

Wat is het consumentensurplus bij
p = € 0,30?
A
2
B
4
C
20
D
40

Slide 14 - Quizvraag

De vraaglijn verschuift naar links, dit kan het gevolg zijn van:
A
een hogere koopkracht
B
een prijsstijging
C
een daling van het aantal inwoners
D
het verdwijnen van concurrenten

Slide 15 - Quizvraag

Stel de functie van de vraaglijn naar cola is:
Qv = –15p + 45. Gegeven prijs is € 2,50.
Hoeveel blikjes cola worden er verkocht?
A
82.5
B
8
C
9,375
D
7,5

Slide 16 - Quizvraag

De vraaglijn van een product verschuift niet als....

A
het aantal consumenten stijgt
B
het inkomen daalt
C
de prijs van het product stijgt
D
de behoefte van de consument verandert

Slide 17 - Quizvraag

Twee beweringen over de aanbodlijn.
I. De aanbodlijn verschuift naar rechts als de prijs stijgt.
II. De aanbodlijn verschuift naar links als de overheid heffingen oplegt.
Welke bewering(en) is/zijn goed?
A
Beide zijn goed
B
I is goed en II is fout
C
I is fout en II is goed
D
Beide zijn fout

Slide 18 - Quizvraag

Welk van de onderstaande veranderingen heeft geen verschuiving van de aanbodlijn tot gevolg?

A
een stijging van de inkomens van klanten
B
een verlaging van de prijzen van de grondstoffen
C
een verbetering van de productietechniek
D
een daling van het aantal aanbieders

Slide 19 - Quizvraag

Een evenwijdige verschuiving van de aanbodlijn naar rechts kan zijn veroorzaakt door...
A
het faillissement van enkele aanbieders
B
de toename van de productiekosten
C
een toename van het aantal aanbieders
D
een toename van het aantal vragers

Slide 20 - Quizvraag

Als de aanbodlijn evenwijdig verschuift naar links, terwijl de vraaglijn evenwijdig verschuift naar rechts, zal zeker .....
A
de evenwichtsprijs stijgen
B
de evenwichtsprijs dalen
C
de verkochte hoeveelheid stijgen
D
de verkochte hoeveelheid dalen

Slide 21 - Quizvraag

Gegeven de volgende vraag- en aanbodfuncties:
Qv = -1,5P + 200
Qa = P - 50
Qa= de aangeboden hoeveelheid in duizenden stuks. Qv= de gevraagde hoeveelheid in duizenden stuks. P = de prijs in euro's per stuk.
Bereken de evenwichtsprijs in euro's.
A
P = 60
B
P = 75
C
P = 100
D
P = 125

Slide 22 - Quizvraag

Gegeven de volgende vraag- en aanbodfuncties in jaar 1:
Qv = -1,5P + 200
Qa = P - 50
Qa= de aangeboden hoeveelheid in duizenden stuks. Qv = de gevraagde hoeveelheid in duizenden stuks. P = de prijs in euro's per stuk.
In jaar 2 verandert de aanbodfunctie. Deze wordt nu Qa = P - 25.
Wat gebeurt er met de evenwichtsprijs?
A
De evenwichtsprijs blijft gelijk
B
De evenwichtsprijs stijgt
C
De evenwichtsprijs daalt

Slide 23 - Quizvraag

Het consumentensurplus van deze consument bij een verkoopprijs van € 2 is
A
4
B
o
C
3
D
2

Slide 24 - Quizvraag

Bij welke prijs en hoeveelheid ontmoeten vraag en aanbod elkaar?
A
€600 en 300 stuks
B
€400 en 600 stuks
C
€600 en 400 stuks
D
€500 en 300 stuks

Slide 25 - Quizvraag


Wanneer ontstaat de evenwichtsprijs?
A
Als het hele aanbod verkocht kan worden
B
Als aan alle vraag voldaan wordt
C
Als er meer vraag is dan dat er aanbod is
D
Als vraag en aanbod aan elkaar gelijk zijn

Slide 26 - Quizvraag