KUA_H5_les5

KUA_H5_les 5
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
Kunst algemeenMiddelbare schoolhavoLeerjaar 5

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

KUA_H5_les 5

Slide 1 - Tekstslide

Muziek is emotie

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen:
+ Ik weet alles over opdrachtgevers - de Medici (hh)
+ Ik ken aanloop naar het ontstaan van opera.
+ Ik ken de begrippen die daar bij horen: madrigaal - affectenleer - kapelmeester  - basso continuo
recitatieven - aria - prima pratica - seconda pratica - dissonanten



Slide 3 - Tekstslide

1. 
Opleving van de idealen en kunst van de klassieke oudheid. In de veertiende eeuw opgekomen in Italië, met als centrum Florence, later verspreid over heel Europa. Studie en wetenschap staan hoog in aanzien, het wereldbeeld is humanistisch en de invloed van niet-kerkelijke opdrachtgevers neemt toe.

Slide 4 - Tekstslide

2.
Persoon die geld beschikbaar stelt voor het maken of behouden van kunst, bijvoorbeeld door het verstrekken van opdrachten, het verzamelen van kunst, het financieren van opleidingen etc.

Slide 5 - Tekstslide

3.
De mens met veelzijdige kennis en vaardigheden op allerlei gebieden (kunsten, wetenschappen, literatuur, fysiek). Een ideaal dat zich in de renaissance ontwikkelt als onderdeel van het humanisme.

Slide 6 - Tekstslide

4.
Nagespeeld zeegevecht met op schaal nagebouwde oorlogsschepen. In het Romeinse rijk werd hiervoor bijvoorbeeld het Colosseum onder water gezet. Later ook aan hoven in de renaissance als spectaculair onderdeel van hoffeesten.

Slide 7 - Tekstslide

5.
Letterlijk: tussendoor. Oorspronkelijk kort tussenspel tussen de bedrijven door. In de renaissance groeien de intermedi uit tot muziek-, dans- en zangspektakels waarvan de inhoud nog steeds losstaat van het toneelspel dat hiermee onderbroken wordt. Wordt ook intermezzo genoemd.

Slide 8 - Tekstslide

wat weet jij allemaal over opera ? schrijf op!
timer
1:00

Slide 9 - Tekstslide

Luisterfragment 1: 
- toonhoogte eerste deel
- melodie tweede deel







Slide 10 - Tekstslide

voorloper opera: madrigaal
  • niet-kerkelijke muziek (=wereldlijk) 
  • landstaal
  • ontstaan Italië, populair in de 16e eeuw.
  • meerstemmig, voornl. zang
  • muziek versterkt vaak de inhoud van de tekst: met muzikale middelen de emotie bespelen.

Slide 11 - Tekstslide

affectenleer

Muzikale middelen, toonsoorten en instrumenten kunnen worden ingezet om gevoelens uit te drukken.

muzikale middelen: toonhoogte-toonduur-tempo-dynamiek-klankkleur-vorm en vormelementen, compositie

Slide 12 - Tekstslide

Mantua: Renaissance & humanisme  
stadstaat in Italië
Gonzaga-beroepslegers
rijk en machtig
humanisten en kunstenaars


Slide 13 - Tekstslide

Claudio Monteverdi (1567-1643)
kapelmeester bij de Gonzaga's: leider van een muziekkapel, dirigent

opera L'Orfeo (1607): 
(imitatio-aemulatio) klassiek toneelstuk



Slide 14 - Tekstslide

vroege opera
afwisselend:
-recitatieven
-instrumentale tussendoortjes (intermedi)
-koorzang
-een enkele aria

volledig gezongen verhaal in de landstaal.

Slide 15 - Tekstslide

opera
recitatief: spreekzang.
1 zanger vertelt op deze manier een deel van het verhaal, begeleid door de basso continuo/enkele akkoorden.


tekst het belangrijkst
retorica: welsprekendheid (uomo universale)

Slide 16 - Tekstslide

Claudio Monteverdi
vernieuwer
  • prima pratica: polyfone (meerstemmige) muziek, tekst ondergeschikt aan regels.
  • seconda pratica:
- muziek volgt en ondersteunt tekst.
- de muziek bestaat bij voorkeur uit een zangstem begeleid door akkoorden, bijv. bij de recitatieven
- meer ruimte voor experiment (dissonanten, ongewone melodische wendingen of ritmische contrasten).



Slide 17 - Tekstslide

publieksopera in Venetië
1613 Monteverdi San Marco
ook niet-kerkelijke opdrachtgevers
Opera: van hofcultuur naar vermaak voor een breed publiek.
1637: eerste operahuis
kenmerkend publieksopera:
- 'menselijker' personages
- koren verdwijnen (kostenaspect)
- muzikale intermedi eenvoudiger
- meer aria's: vocaal vuurwerk & emotie.

Slide 18 - Tekstslide

Verwerkingsopdracht C.S.
Monteverdi onderscheidt in zijn opera's naast de prima pratica de seconda pratica. De prima practica volgt de traditionele regels, waarbij de tekst ondergeschikt is aan de muziek. Voor een opera is de stijl van de seconda practica belangrijk. Leg dit uit aan de hand van 2 aspecten van de seconda practica.

Slide 19 - Tekstslide

Huiswerk
Lees  Bespiegeling pp. 70.
Maak verwerkingsopdrachten.

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Wat is de bekendste hal in het Paleis van Versailles?
A
Spiegelzaal
B
Troonzaal
C
Balzaal
D
Kunstgalerij

Slide 22 - Quizvraag

Wie was de beroemdste koning die in Versailles woonde?
A
Willem van Oranje
B
Karel V
C
Napoleon Bonaparte
D
Lodewijk XIV

Slide 23 - Quizvraag

Waar bevindt het Paleis van Versailles zich?
A
Spanje
B
Frankrijk
C
Italië
D
Duitsland

Slide 24 - Quizvraag