Hoofdletters en leestekens

Hoofdletters en leestekens
Klas 1
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Hoofdletters en leestekens
Klas 1

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Doelen:
  • Je kunt hoofdletters op de juiste manier gebruiken.
  • Je weet waarom hoofdletters en leestekens belangrijk zijn.
  • Je kunt uitleggen welke leestekens er zijn.
  • Je kunt de leestekens op een goede manier gebruiken.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wanneer gebruik
je hoofdletters?

Slide 3 - Woordweb

Het maakt het lezen makkelijker en je kunt een tekst beter begrijpen.
HOOFDLETTERS
  • Je begint iedere zin met een hoofdletter.
  • Namen schrijf je ook met een hoofdletter. 
  • Merknamen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Aardrijkskundige namen schrijf je met een hoofdletter. 
  • Feestdagen schrijf je met een hoofdletter.
Het maakt het lezen van een tekst makkelijker en je kunt het beter begrijpen. 

  • Namen van maanden, dagen van de week, windstreken en seizoenen schrijf je NIET met een hoofdletter.

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Bijvoorbeeld:
Vandaag ga ik naar school.
Maandag begint de schoolweek.
Weet jij wanneer het Pasen is?
Op dinsdag, woensdag en donderdag ga ik ook naar school.
Mijn schoenen zijn van Nike.
Ik ben woonachtig in Rotterdam.
Mijn moeder heet Inez.
Eind december is het Kerstmis.
Onze Koning heet Willem-Alexander.

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

HOOFDLETTERS

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Je schrijft namen altijd met een hoofdletter.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met of zonder hoofdletter?
A
December
B
december

Slide 8 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met of zonder hoofdletter?
A
maandag
B
Maandag

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met of zonder hoofdletter?
A
Amsterdam
B
amsterdam

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met of zonder hoofdletter
A
Geschiedenis
B
geschiedenis

Slide 11 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met of zonder hoofdletter?
A
Pasen
B
pasen

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Met of zonder hoofdletter?
A
Maaike
B
maaike

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

In elk rijtje staat een woord dat met een hoofdletter geschreven moet worden. Schrijf deze op.
1. tiktok - moeder - kledingzaak - ontbijt
2. nederlands - geschiedenis - aardrijkskunde - economie
3. zee - amsterdam - strand - vakantie - supermarkt
4. volkswagen - zee - eiland - winkel
5. meisje - vriendinnen - feest - kelly
6. hoofdstad - bands - festival - voetbal - ajax
7. nike - sport - tennis - voetbal - schoenen

Slide 14 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden:
1. Tiktok - moeder - kledingzaak - ontbijt
2. Nederlands - geschiedenis - aardrijkskunde - economie
3. zee - Amsterdam - strand - vakantie - supermarkt
4. Volkswagen - zee - eiland - winkel
5. meisje - vriendinnen - feest - Kelly
6. hoofdstad - bands - festival - voetbal - Ajax
7. Nike - sport - tennis - voetbal - schoenen

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat zijn leestekens?
A
Punt, vraagteken, komma en uitroepteken
B
Hoofdletters
C
Woorden
D
Gezegden

Slide 16 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoofdletters en leestekens
Punt
aan het einde van een gewone zin
De deur van mijn kamer staat open.
Vraagteken
aan het eind van een vraagzin
Zijn ze erg zenuwachtig?
Uitroepteken
na een uitroep
Doe je best!

Slide 17 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Leestekens

Slide 18 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Een zin begint met een hoofdletter en eindigt met een...
A
Punt, vraagteken of een uitroepteken
B
Punt
C
Uitroepteken
D
Vraagteken

Slide 19 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Aan het eind van een vraagzin zet je een....
A
Punt
B
Uitroepteken
C
Vraagteken
D
Komma

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Noteer aan het einde van de zin het juiste leesteken.
1. Kijk uit....
2. In Afrika wonen 1,2 miljard inwoners.......
3. Weet jij welke speler er bij de wedstrijd van Feyenoord heeft gescoord....
4. Mijn opa is zeventig jaar geworden, hoera.....
5. In welk jaar ben jij geboren......
6. Wat een goed idee....
7. Ik ben een vegetariër, ik eet geen vlees.....
8. Ken jij het verhaal van de goudvis......
9. Weet jij hoe oud meneer Buizer is.....
10. Bij het schoolvak Nederlands doe ik altijd extra goed mijn best.....

Slide 21 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden:
1. Kijk uit!
2. In Afrika wonen 1,2 miljard inwoners.
3. Weet jij welke speler er bij de wedstrijd van Feyenoord heeft gescoord?
4. Mijn opa is zeventig jaar geworden, hoera!
5. In welk jaar ben jij geboren?
6. Wat een goed idee!
7. Ik ben een vegetariër, ik eet geen vlees.
8. Ken jij het verhaal van de goudvis?
9. Weet jij hoe oud meneer Buizer is?
10. Bij het schoolvak Nederlands doe ik altijd extra goed mijn best.

Slide 22 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Schrijf de zinnen over. Zet de hoofdletters en leestekens op de correcte plek.
1. de twaalfde provincie van nederland is flevoland
2. wat vind je van mijn nieuwe jas
3. in capelle aan den ijssel is er bijna niks te beleven
4. de rotterdamse club sparta is de oudste club in betaald voetbal
5. zullen wij morgen op bezoek bij opa en oma
6. ik houd van winkelen en ga graag naar de stad in rotterdam 
7. mijn moeder houdt van de pasta uit italië 
8. wil jij mijn tas even aangeven
9. ben jij jarig in de maand maart of april
10. de hoofdstad van nederland is amsterdam

Slide 23 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Antwoorden:
1. De twaalfde provincie van Nederland is Flevoland.
2. Wat vind je van mijn nieuwe jas?
3. In Capelle aan den IJssel is er bijna niks te beleven.
4. De Rotterdamse club Sparta is de oudste club in betaald voetbal.
5. Morgen ga ik op bezoek bij mijn opa, oma, tante en oom.
6. Ik houd van winkelen en ga graag naar de stad in Rotterdam, maar het winkelcentrum in Alexandrium vind ik ook leuk.

Slide 24 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies