Les 3 - 17.1/17.2

Startopdracht
1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
BedrijfseconomieMiddelbare schoolvwoLeerjaar 4

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Startopdracht

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 2 - Link

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de reden waarom dat er twee keer op rij er een groot verlies is binnen JLR?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Niet afschrijven
Ik koop de taxi voor een bedrag €85.000 nieuw in januari 2020.
In het gehele jaar van 2020 heb ik een opbrengst behaald van €25.000 en €3.000 aan overige kosten gehad.
opbrengst - kosten = winst
 €25.000 - €85.000 -€1.000 --> €64.000 verlies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wel afschrijven
Ik koop de taxi voor een bedrag €85.000 nieuw in januari 2020.
In het gehele jaar van 2020 heb ik een opbrengst behaald van €25.000 en €3.000 aan overige kosten gehad.  
De uitgave van €85.000 verspreiden we over 10 jaar als waardevermindering. 
opbrengst - kosten = winst
 €25.000 - €8.500 -€3.000 --> €13.500 winst

Slide 6 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is een afschrijving?
A
waardevermeerdering
B
boekwaarde
C
restwaarde
D
waardevermindering

Slide 7 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Cashflow
Ik koop de taxi voor een bedrag €85.000 nieuw in januari 2020.
In het gehele jaar van 2020 heb ik een opbrengst behaald van €25.000 en €3.000 aan overige kosten gehad.  
cashflow = nettowinst + afschrijvingskosten
cashflow = opbrengst - kosten (behalve afschrijvingskosten)
€13.500 + €8.500 --> €22.000
€25.000 -€3.000 --> €22.000


Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Afschrijfkosten staan op de
A
Balans
B
Winst en Verliesrekening
C
Resultatenrekening
D
Liquiditeitsbegroting

Slide 9 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

De afschrijving op de vaste activa vindt plaats op de?
A
Balans
B
Winst en Verliesrekening
C
Resultatenrekening
D
Liquiditeitsbegroting

Slide 10 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het totale investeringsbedrag van project A?
A
€1.700.000
B
€1.600.000
C
€1.950.000
D
€1.800.000

Slide 12 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is het totale bedrag ontvangen aan cashflows voor project A?
Vergeet niet op de restwaarde!
A
€2.200.000
B
€1.700.000
C
€2.350.000
D
€2.050.000

Slide 13 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de totale uitkomst na 4 jaar van project A?
A
€550.000
B
-€400.000
C
€400.000
D
-€550.000

Slide 14 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Welke project is het meest aantrekkelijk op basis van alle cashflows?

Slide 15 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies

Bereken voor beide projecten de terugverdientijd in maanden. Welke is het meest aantrekkelijk?

Slide 16 - Open vraag

1) bereken per jaar wat je nog aan investering terug moet krijgen
2) deel het laatste beetje door het totaal bedrag in dat jaar en vermenigvuldig dat met 12
De opdrachten in deze les vond ik lastig
Helemaal eens
Eens
Neutraal
Oneens
Helemaal oneens

Slide 17 - Poll

Deze slide heeft geen instructies

Wat zou er beter kunnen aan deze les?

Slide 18 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies