Fotosynthese en celverbranding

FOTOSYNTHESE
FOTOSYNTHESE
en VERBRANDING
1 / 31
volgende
Slide 1: Tekstslide
Mens & NatuurMiddelbare schoolvmbo b, kLeerjaar 1

In deze les zitten 31 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

FOTOSYNTHESE
FOTOSYNTHESE
en VERBRANDING

Slide 1 - Tekstslide

Lesdoel

6.23: Ik analyseer energieomzettingen in levende en niet-levende systemen. 

Ik leg het fotosyntheseproces uit.

Ik bespreek de verbrandingsreactie in een cel.


6.29: Ik leg uit hoe energieomzettingen het functioneren van mens en dieren mogelijk maken. 

Ik breng de verbranding van voedingsstoffen in verband met energieomzetting.

Ik kan voorbeelden geven van energieomzettingen in het menselijk lichaam.


6.32: Ik leg het belang van fotosynthese uit inclusief de energieomzettingen.
















Slide 2 - Tekstslide

Ik leg fotosynthese uit:


  • welke stoffen worden bij fotosynthese gebruikt?
  • welke stoffen ontstaan bij fotosynthese?
  • waar vindt fotosynthese plaats?
  • wanneer vindt fotosynthese plaats?
  • Welke energieomzetting link je hieraan?



Slide 3 - Tekstslide

Fotosynthese
Fotosynthese

Slide 4 - Tekstslide

Slide 5 - Tekstslide

Bij fotosynthese wordt door de plant nieuwe zuurstof en glucose gemaakt.

Functie van bladeren: Fotosynthese

Slide 6 - Tekstslide

bladgroenkorrels
huidmondjes

Slide 7 - Tekstslide

fotosynthese
planten maken voedsel via fotosynthese.

in alle groene delen van de plant vind dit plaats.

Slide 8 - Tekstslide

Fotosynthese



Plant heeft (zon)licht nodig voor fotosynthese
Fotosynthese kan alleen in de bladgroenkorrels

Slide 9 - Tekstslide

Belang van fotosynthese

Slide 10 - Tekstslide

Fotosynthese
stralingsenergie (zonlicht)
                           -->
chemische energie (glucose)

glucose wordt verder gebruikt als brandstof door planten, dieren, schimmels en bacteriën

Slide 11 - Tekstslide

Verbranding in de cel
Voor verbranding zijn twee dingen nodig:
- Brandstof: dit is vaak glucose
- Zuurstof: dit is een gas






Slide 12 - Tekstslide

Verbranding
Bij celverbranding ontstaat energie.

Dit is de reden waarom organisme aan verbranding doen.

Verder ontstaan er twee afvalstoffen:
- Water
- Koolstofdioxide (gas).

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Tekstslide

Celverbranding
chemische energie (glucose)
                        -->
chemische energie (ATP)

ATP = brandstof voor alle cellen in ons lichaam

Slide 16 - Tekstslide

Verbranding samenvatting:
- Alle levende organismen doen aan verbranding.

- Het kan zowel in het licht als in het donker gebeuren, zodra een organisme stopt met verbranden gaat het organisme dood.
- Planten doen dus aan allebei: fotosynthese in het licht, en verbranding in het donker.
- Schimmels, bacteriën en dieren hebben geen bladgroenkorrels en doen dus alleen aan verbranding.


Slide 17 - Tekstslide

Waar exact vindt fotosynthese plaats in het blad?

Slide 18 - Open vraag

Water
Koolstofdioxide
Zuurstof
Zonlicht
Wind
Glucose
Nodig voor fotosynthese
Ontstaat bij fotosynthese

Slide 19 - Sleepvraag

Een plant heeft water en koolstofdioxide nodig. Wat is er nog nodig voor fotosynthese?
voor fotosynthese heeft een plant water, koolstofdioxide en licht nodig
A
lucht
B
warmte
C
licht
D
glucose

Slide 20 - Quizvraag

Kan fotosynthese plaatsvinden in het donker?
A
Ja
B
Nee
C
Soms

Slide 21 - Quizvraag

wat zijn de eindstoffen van fotosynthese?
A
water en glucose
B
glucose en zuurstof
C
water en koolstofdioxide
D
glucose en koolstofdioxide

Slide 22 - Quizvraag

In een wortel kan fotosynthese plaatsvinden.
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Bij fotosynthese ontstaat er
A
koolstofdioxide
B
glucose
C
zuurstof
D
water

Slide 24 - Quizvraag

Vul de formule voor fotosynthese in!
Water
Koolstofdioxide
Glucose
Zuurstof

Slide 25 - Sleepvraag

Wat wordt er gebruikt bij verbranding?
A
Koolstofdioxide en glucose
B
Zuurstof en water
C
Zuurstof en glucose
D
glucose en water

Slide 26 - Quizvraag

Wat is verbranding?
A
Glucose + zuurstof -> energie + koolstofdioxide + water
B
Zuurstof + energie -> glucose + koolstofdioxide + water

Slide 27 - Quizvraag

Bij verbranding ontstaat er
A
koolstofdioxide
B
glucose
C
zuurstof
D
stikstof

Slide 28 - Quizvraag

Verbranding vind plaats bij?
A
Dieren & planten
B
Schimmels & bacteriën
C
Alle levende organismen
D
Planten & schimmels

Slide 29 - Quizvraag

In spiercellen vindt celverbranding plaats
A
Juist
B
Fout

Slide 30 - Quizvraag

Wat is een heterotroof organisme?
A
een organisme dat zijn voedsel elders haalt
B
een organisme dat zijn eigen voedsel aanmaakt.

Slide 31 - Quizvraag