2324 Nederlands 3 mavo Fictieopdracht 1 collage leesboek

Fictieopdracht 1 

  • dit jaar: 3 fictieopdrachten
  • elke opdracht een cijfer
  • wordt combicijfer: 10+10+10=30:3=10
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo k, mavo, havoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Fictieopdracht 1 

  • dit jaar: 3 fictieopdrachten
  • elke opdracht een cijfer
  • wordt combicijfer: 10+10+10=30:3=10

Slide 1 - Tekstslide

Fictie opdracht 1 bestaat uit:

- 1. Collage leesboek
- 2. Geschreven: titelverklaring
- 3. Geschreven: beoordeling met argumentatie 
- 4. Presentatie collage

Vandaag: uitleg opdracht 1

Slide 2 - Tekstslide

Vandaag: uitleg opdracht collage
Volgende les mee:
schaar
lijm
tijdschriften/kranten
stiften/kleurtjes

Slide 3 - Tekstslide

Wat is de titel van jouw boek?

Slide 4 - Open vraag

Beeld 1: beeld dat iets zegt over de ruimte (plaats) waar jouw verhaal zich afspeelt.

Beeld 2: beeld dat iets zegt over de tijd waarin het verhaal zich afspeelt.

Beeld 3: beeld dat iets zegt over het thema van het boek.

Beeld 4: beeld dat iets zegt over de hoofdpersoon of een ander belangrijk personage in het verhaal.

Beeld 5: beeld dat past bij wat jij geleerd hebt door dit boek.




 

Uitleg collage: 5 beelden/plaatjes bij je gelezen leesboek

Slide 5 - Tekstslide

Beeld 1: kies een beeld dat wat zegt over de plaats waar jouw verhaal zich afspeelt.
In welke situatie speelt het verhaal zich af: in een stad, dorp, straat, land of  op een andere planeet?

Slide 6 - Tekstslide

Waar speelt het verhaal zich af in jouw leesboek? Leg kort uit.

Slide 7 - Open vraag

Beeld 2: kies een beeld dat wat zegt over de tijd waarin het verhaal zich afspeelt.
Verleden/heden/toekomst?
Geschreven in verledentijd of tegenwoordige tijd?
Tijdsprongen (naar het verleden of naar de toekomst)? 
Welke periode (bijv. WO 2, toekomst)?

Slide 8 - Tekstslide

In welke tijd speelt jouw leesboek? Waaraan merk je dat? Leg kort uit.

Slide 9 - Open vraag

Beeld 3: kies een beeld dat wat zegt over het thema van het boek.
Wat is het hoofdthema van het boek? Waar gaat het over: vriendschap, liefde, ziekte, vertrouwen of….?

Slide 10 - Tekstslide

Hoe kom je erachter wat het thema is van jouw boek?

Slide 11 - Open vraag


Een THEMA is niet gelijk aan het onderwerp. 

Een THEMA heeft een (verborgen) boodschap

Een THEMA is altijd een kort zinnetje (niet 1 woord)


Bijvoorbeeld:
  • Onderwerp= 'pesten'
  • Thema ='Je moet iedereen in zijn waarde laten’ of ‘Wat kan het effect zijn van ‘grapjes’ met anderen?’

  • Onderwerp=' liefde'
  • Thema= ‘Hoeveel mag je van iemand houden?’ of ‘Is liefde altijd goed voor je?’








Slide 12 - Tekstslide

Het thema bepalen is niet makkelijk. Je moet over het hele verhaal nadenken om erachter te komen wat het thema van het verhaal is.




 Vragen om het THEMA te bepalen: 
  • Wat is de ‘wijze les’ van het verhaal?
  • Wat wil de schrijver je meegeven over het onderwerp?
  • Met welk probleem (gevoel/gedachte) zit de hoofdpersoon?
  • Wat ontdekt de hoofdpersoon over het onderwerp? Verandert hij/zij van mening in de loop van het verhaal?
  • Zegt het boek iets over een universeel (voor iedereen geldend) probleem?


Slide 13 - Tekstslide

Wat is het thema van jouw boek?

Slide 14 - Open vraag

Beeld 4: kies een beeld dat wat zegt over de hoofdpersoon of een ander belangrijk personage in het verhaal.
  • Hoofdpersoon of hoofdpersonen: wat voor types zijn het, welke karaktereigenschappen hebben zij?

Slide 15 - Tekstslide

Hoofd- en bijfiguren zijn personages in een roman of verhaal. 

  • KARAKTERS en TYPES 

  • KARAKTER: 
  • veel te weten over zijn gevoelens en gedachten 
  • maakt een ontwikkeling door

  • TYPES:
  • leer je oppervlakkig kennen
  • vooral het uiterlijk wordt beschreven

Slide 16 - Tekstslide

Is de hoofdpersoon in jouw leesboek een type of een karakter?

Slide 17 - Open vraag

Beeld 5: kies een beeld dat past bij wat jij geleerd hebt door dit boek.

Is het een interessant, leerzaam, grappig of tragisch boek? Leg uit! 

Slide 18 - Tekstslide

beoordelingswoorden

Slide 19 - Woordweb

Voorbeelden beoordelingswoorden
Waardevol              waardeloos
Moeilijk                    makkelijk
Overzichtelijk         onoverzichtelijk
Ontroerend            niet ontroerend
Mooi                         lelijk
Sfeervol                   sfeerloos
Vlot verteld            langdradig
Indrukwekkend    niet indrukwekkend
Realistisch              onrealistisch
Opgewekt              zielig

Slide 20 - Tekstslide

Opdracht collage:

  1. Eigen naam+ titel en naam schrijver schrijven op proefwerk blad
  2. Vijf beelden zoeken (1. ruimte, 2. tijd, 3. thema, 4. hoofdpersonen, 5. wat je hebt geleerd)   (5x A4)
  3. Per beeld uitleg erbij schrijven
  4. Titelverklaring geven 
  5. Je mening over het boek met minstens twee beoordelingswoorden  
  6. Onderbouw je mening met minstens twee argumenten met voorbeelden uit het boek.

Slide 21 - Tekstslide

Inleveren:
In de les maken: twee lessen (let op verkort rooster!) de tijd
Meenemen volgende les:
lijm 
schaar
kranten/tijdschriften 

Slide 22 - Tekstslide

Presenteer
Presenteer je 5 beelden aan de klas:

Slide 23 - Tekstslide

Presentatie: maximaal 2 minuten
  • je stelt jezelf voor en je noemt de aanleiding van je presentatie.
  • je noemt de titel van je boek en de auteur. 
  • kort: waar gaat het boek over (geen spoilers!)
  • vertel waarom (en laat zien) je jouw 5 beelden hebt gekozen
  • sluit af met een bedankje voor de aandacht

Slide 24 - Tekstslide