Brugklas hm grammatica zinsdelen les 2 pv, zinsdelen, wwg

Nederlands


Grammatica zinsdelen
1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1

In deze les zitten 14 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Nederlands


Grammatica zinsdelen

Slide 1 - Tekstslide

DOEL

- Je weet hoe je de persoonsvorm in een zin kunt vinden.

- Je weet hoe je een zin in zinsdelen verdeelt.

- Je weet wat het werkwoordelijk gezegde is.



Slide 2 - Tekstslide

Hoe kun je de persoonsvorm in een zin vinden?

Noem twee manieren.

Slide 3 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm?

Saar vertelde ons enthousiast over de vakantie naar Zeeland.

Slide 4 - Open vraag

Wat is de persoonsvorm?

Dit jaar zullen de vertraagde treinen weer volgens de gangbare dienstregeling rijden
A
gangbare
B
vertraagde
C
zullen
D
rijden

Slide 5 - Quizvraag

Door een val van de trap heeft Anke haar voet bezeerd.

Hoeveel zinsdelen heeft deze zin?
A
4
B
5
C
6
D
7

Slide 6 - Quizvraag

Vorige       week       heeft       Marieke       aan       haar      moeder       een      mooi      cadeau         gegeven.
Verdeel de zin in zinsdelen. 

Slide 7 - Sleepvraag

Wat is een werkwoordelijk gezegde?

  • Staat er een scheidbaar werkwoord in de zin? Dan horen allebei de delen bij het WG. Bijvoorbeeld: 

                             Mijn moeder gleed gisteren uit.

gleed uit > uitglijden


Slide 8 - Tekstslide

Wat is een werkwoordelijk gezegde?

  • Het werkwoordelijk gezegde (WG) bestaat uit alle werkwoorden in de zin. 

  • De persoonsvorm hoort altijd bij het werkwoordelijk gezegde, want dat is ook een werkwoord!

Slide 9 - Tekstslide

Wat is het WG in de zin?

De jongens hebben hun strafwerk tijdens het laatste uur moeten maken.
A
moeten maken
B
hebben maken
C
hebben moeten maken
D
hebben moeten

Slide 10 - Quizvraag

Wat is het werkwoordelijk gezegde (wg) in de zin?

Tijdens de online les viel de verbinding steeds weg.


A
Tijdens de online les
B
viel
C
viel weg
D
viel tijdens de online les weg

Slide 11 - Quizvraag

Wat is het WG?

Het meisje vertelt aan haar vriendin een geheim.

Slide 12 - Open vraag

Wat weet je nu?
- De persoonsvorm (pv)
- Het werkwoordelijk gezegde (wg)
- Je kan de zin in zinsdelen verdelen


Volgende stap: het onderwerp van de zin

Slide 13 - Tekstslide

Huiswerk
Maak van Op Niveau Online
Blok 1 > Grammatica > opdracht 13 en 14
Blok 2 > Grammatica > opdracht 17

Woensdag 16 februari: toets grammatica zinsdelen
Donderdag 17 februari: boek 2 uit

Slide 14 - Tekstslide