Zenuwstelsel

Zenuwstelsel
1 / 25
volgende
Slide 1: Tekstslide
VerzorgendeMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 25 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Zenuwstelsel

Slide 1 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Lesdoelen het zenuwstelsel
Aan het einde van de les kan de student:

In eigen woorden uitleggen wat het zenuwstelsel doet
Het verschil aangeven tussen het centrale en perifere zenuwstelsel
Het onderscheid benoemen tussen het willekeurige en autonome zenuwstelsel.
De belangrijkste functies van de hersenen en het ruggenmerg beschrijven
Uitleggen wat zenuwen doen en hoe prikkels worden doorgegeven
Een voorbeeld geven van hoe het zenuwstelsel werkt in een dagelijkse situatie.

Slide 2 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Wat is de functie van het zenuwstelsel?

Slide 3 - Open vraag

Deze slide heeft geen instructies


Het zenuwstelsel regelt lichaamsprocessen snel via elektrische prikkels.

Het bestaat uit neuronen en steuncellen (gliacellen).
▪ Neuronen ontvangen en dragen prikkels over, terwijl steuncellen zorgen voor
voeding en isolatie.

Neuronen worden ingedeeld
▪ sensibele neuronen: gevoelszenuwcellen
▪ motorische neuronen: bewegingszenuwcellen
▪ schakelcellen: verbindingscellen

Het zenuwstelsel als regelsysteem

Slide 4 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 5 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Perifeer
zijdelings / bijkomstig
=
Buiten het centrale zenuwstelsel

Slide 6 - Tekstslide

Het centrale zenuwstelsel is omgeven door bot. Het bestaat uit de hersenen (omgeven door de schedel) en het ruggenmerg (omgeven door de wervelkolom).
Het perifere zenuwstelsel bestaat uit perifere zenuwen: bundels van lange zenuwceluitlopers buiten het centrale zenuwstelsel.

Centraal zenuwstelsel
In de hersenen komen prikkels uit de buitenwereld en uit het lichaam binnen. De hersenen verwerken deze prikkels en kunnen daarop reageren, bijvoorbeeld door als reactie prikkels naar het ruggenmerg te sturen. De hersenen zijn het regiecentrum van het lichaam, het ruggenmerg heeft een verbindingsfunctie. 
Het ruggenmerg is via lange uitlopers van zenuwcellen met de hersenen verbonden. Deze bundels van uitlopers in het centrale zenuwstelsel heten (zenuw)banen. Daarnaast is het ruggenmerg door perifere zenuwen verbonden met organen, lichaamsdelen en zintuigen. 

Perifeer zenuwstelsel
Het perifere zenuwstelsel bestaat uit zenuwen: bundels van lange uitlopers van zenuwcellen. De hersenenzenuwen 'steken uit' uit de hersenen, de ruggenmergzenuwen 'steken uit' uit het ruggenmerg. De functie van het perifere zenuwstelsel is: 
gevoels- en zintuigprikkels (sensibele prikkels) naar het ruggenmerg brengen; de zenuwvezels die sensibele prikkels vervoeren heten sensibele zenuwvezels. 
bewegingsprikkels (motorische prikkels) vanuit het ruggenmerg naar spieren en inwendige organen brengen; zenuwvezels die motorische prikkels vervoeren heten motorische vezels.


Centrale zenuwstelsel




Omgeven door Bot  
Hersenen (schedel) en het ruggenmerg (wervelkolom).
Hersenen - verwerken prikkels (regiecentrum)
Ruggenmerg - reactie sturen op prikkels (verbindingscentrum)



Het ruggenmerg is via lange uitlopers van zenuwcellen met de hersenen verbonden.
Ruggenmerg - Hersenstam.
Bundels van uitlopers in het centrale zenuwstelsel (zenuw)banen.



Slide 7 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Perifere zenuwstelsel 
Het perifere zenuwstelsel bestaat uit perifere zenuwen: 
bundels van lange zenuwceluitlopers buiten het centrale zenuwstelsel.
Bescherming = Myeline

De functie van het perifere zenuwstelsel
Gevoels- en zintuigprikkels (sensibele prikkels) naar het ruggenmerg brengen
Bewegingsprikkels (motorische prikkels) vanuit het ruggenmerg naar spieren en inwendige organen brengen

Slide 8 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

sensibele systeem (gevoelssysteem)
Doorgeefstation

Slide 9 - Tekstslide

Prikkels uit het milieu worden opgevangen door zintuigcellen en gaan als impuls naar het centraal zenuwstelsel.
Gevoelsprikkels, ook wel pijnprikkels genoemd, gaan in de hersenen eerst naar de thalamus. Deze stuurt de prikkels door. Voor pijnprikkels werkt de thalamus als een volumeknop. De thalamus kan namelijk via zenuwvezels die omlaag gaan naar het ruggenmerg de pijnprikkel remmen. Zo gaat bij angst, spanning, een gevoel van onveiligheid en nare ervaringen met de pijn de volumeknop 'omhoog'. Bij rust, comfort, veiligheid, afleiding en een gevoel van controle gaat de volumeknop 'omlaag'.
Zenuwcel (neuronen)
Elektrische prikkels - uitloper zenuwcel.

Overdracht zenuwcel - prikkel (door een boodschapperstof (neurotransmitter) -> in de synaps.

Neuronen   - ontvangen & overdracht prikkels.
Steuncellen - voeden en isolatie neuronen.



Slide 10 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motorische zenuwcel

Impulse van het centraal zenuwstelsel
wordt naar de spier geleid. 

Willekeurige bewegingen - lopen.
Onwillekeurige bewegingen - (zoals de samentrekking van gladde spieren in de darmen).

Doelgerichte, geplande en sociaal aangepaste bewegingen (prefrontale cortex).

Slide 11 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Motorische systeem
verfijning, coördinatie en het evenwicht van bewegingen (zelfs tijdens de beweging)
Doorgeefstation
Uitvoerende controlecentrum van de hersenen. Verantwoordelijk voor de meest complexe en doelgerichte menselijke gedragingen en cognitieve functies.

Slide 12 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Dendriet ->  Telefoonontvanger/ ingang.
Axon ->  
Microfoon/ uitgang.

Slide 13 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Slide 14 - Video

Deze slide heeft geen instructies

Lumbaalzak
De dura (het harde vlies) vormt onder in het wervelkanaal een zak (lumbaalzak). 

Daarin zit geen ruggenmerg, maar wel liquor. En er lopen ruggenmergzenuwen uit de onderste delen van het ruggenmerg. 

Wanneer liquor wordt afgenomen voor onderzoek, wordt gekozen voor het aanprikken van de lumbaalzak (lumbaalpunctie).
- Ook de ruggenprik vindt hier plaats!

Slide 15 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Autonome of vegetatieve zenuwstelsel
Zorgt continu voor een balans tussen actie en rust, zodat je lichaam optimaal functioneert zonder dat je erover hoeft na te denken.  

Regelt alle lichaamsfuncties waar je niet bewust over nadenkt 
of die je niet met je wil kunt beïnvloeden.

Het bestaat uit twee delen met een tegengestelde werking;
Het gaspedaal (sympathische zenuwstelsel)
Het rempedaal (parasympatische zenuwstelsel)

Slide 16 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies

Sympathisch Zenuwstelsel
Dit deel is actief bij actie, stress of gevaar (de 'vecht-of-vlucht'-reactie). 
Het brengt je lichaam in staat van paraatheid:

- Hartslag versnelt.
- Ademhaling versnelt.
- Er gaat meer bloed naar de spieren (om te kunnen vechten of vluchten).
- Pupillen verwijden.

Processen zoals de spijsvertering worden tijdelijk op een lager pitje gezet.

Slide 17 - Tekstslide

Het orthosympatische zenuwstelsel stelt het lichaam in staat om prestaties te leveren. Dit deel overheerst tijdens activiteit en stress. Hartslag en ademhaling gaan sneller, spieren krijgen extra bloed.
Het parasympatische zenuwstelsel zorgt voor herstel. Dit deel overheerst tijdens rust en na het eten. De spijsvertering is actiever, de peristaltiek neemt toe en afval wordt verwijderd (plassen en defecatie). De zenuwvezels naar de einddarm en blaas komen uit het onderste deel van het ruggenmerg.
Parasympathisch Zenuwstelsel
Dit deel is actief bij rust, ontspanning en herstel (de 'rust-en-verteer'-reactie). 
Het brengt je lichaam weer in balans:

- Hartslag vertraagt.
- Ademhaling wordt rustiger.
- Spijsvertering wordt gestimuleerd (opname van voedingsstoffen).
- Energie wordt opgeslagen

Slide 18 - Tekstslide

Het orthosympatische zenuwstelsel stelt het lichaam in staat om prestaties te leveren. Dit deel overheerst tijdens activiteit en stress. Hartslag en ademhaling gaan sneller, spieren krijgen extra bloed.
Het parasympatische zenuwstelsel zorgt voor herstel. Dit deel overheerst tijdens rust en na het eten. De spijsvertering is actiever, de peristaltiek neemt toe en afval wordt verwijderd (plassen en defecatie). De zenuwvezels naar de einddarm en blaas komen uit het onderste deel van het ruggenmerg.
Gaspedaal!
Rempedaal!

Slide 19 - Tekstslide

para is vlucht, als je druk bezig bent moet je niet poepen, plassen. 

Bewegingszenuwen geleiden impulsen van ...
A
zintuigen naar het ruggenmerg
B
het ruggenmerg naar zintuigen
C
spieren naar het ruggenmerg
D
het ruggenmerg naar spieren

Slide 20 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Een zenuwcel is opgebouwd uit verschillende elementen. Stelling:
.............................. verbinden de zenuwcellen van het ruggenmerg met de spier.
A
Axonen
B
Dendrieten
C
Axonen + dendrieten

Slide 21 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Gevoelszenuwen geleiden impulsen van ....
A
zintuigen naar het ruggenmerg
B
het ruggenmerg naar zintuigen
C
spieren naar het ruggenmerg
D
het ruggenmerg naar spieren

Slide 22 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hersenen en ruggenmerg behoren tot het perifere zenuwstelsel
A
Waar
B
Niet waar

Slide 23 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Hoe noemen we hersenen en ruggenmerg samen?
A
Zenuwstelsel
B
Hersenstelsel
C
Centraal zenuwstelsel
D
autonoom zenuwstelsel

Slide 24 - Quizvraag

Deze slide heeft geen instructies

Slide 25 - Tekstslide

Deze slide heeft geen instructies