Wat is LessonUp
Zoeken
Kanalen
Inloggen
Registreren
‹
Terug naar zoeken
Taalverzorging verwijswoorden T2
Taalverzorging H4
Verwijswoorden
1 / 12
volgende
Slide 1:
Tekstslide
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
In deze les zitten
12 slides
, met
interactieve quizzen
en
tekstslides
.
Lesduur is:
30 min
Start les
Bewaar
Deel
Printen
Onderdelen in deze les
Taalverzorging H4
Verwijswoorden
Slide 1 - Tekstslide
Lesdoelen
1. Aan het einde van de les weten de leerlingen hoe je de juiste verwijswoorden gebruikt.
2. Aan het einde van de les weten de leerlingen de twee regels die je kunt gebruiken bij het kiezen van het juiste verwijswoord.
Slide 2 - Tekstslide
Wanneer verwijs je met DAT?
Slide 3 - Open vraag
Wanneer verwijs je met DIE?
A
Naar een onzijdig zelfstandig naamwoord (het-woord) in het enkelvoud
B
Naar andere zelfstandige naamwoorden
C
Naar een onzijdig zelfstandig naamwoord (het-woord) in het meervoud
D
Naar andere zelfstandige naamwoorden in alleen het meervoud
Slide 4 - Quizvraag
Dat of die?
OXO is een computerspel die/dat in 1952 is gemaakt.
Slide 5 - Open vraag
Wanneer verwijs je met waarmee?
A
Waarmee verwijst naar een dier of een ding
B
Waarmee verwijst naar de alinea ervoor
C
Waarmee verwijst naar de zin ervoor
D
Waarmee verwijst naar een persoon
Slide 6 - Quizvraag
Wanneer verwijs je met wie?
A
Wie verwijst naar dieren of dingen
B
Wie verwijst naar de zin erna
C
Wie verwijst naar een persoon
D
Wie verwijst naar de zin ervoor
Slide 7 - Quizvraag
Wie of waarmee?
De kat met wie/waarmee Stan naar kattenshows gaat, is een siamees.
Slide 8 - Open vraag
Dat
Naar een onzijdig zelfstandig naamwoord (het-woord) in het enkelvoud verwijs je met dat
Zie je het vliegtuig dat daar vliegt?
Die
Naar andere zelfstandige naamwoorden verwijs je met die
Zie je de schepen die daar varen?
Slide 9 - Tekstslide
Wie
Met wie verwijst naar een persoon
Dat is de jongen met wie ik elke week meerijd.
Waarmee
Waarmee verwijst naar een dier of een ding
Dat is het paard waarmee Hanneke kampioen is geworden.
Slide 10 - Tekstslide
Zelfstandig werken
Ga aan je weektaak werken
- Maken opdracht 1 t/m 4 blz. 108/109
- 5 minuten voor het einde van de les terug in de meet
Slide 11 - Tekstslide
Voorbeelden van
verwijswoorden
Slide 12 - Woordweb
Meer lessen zoals deze
verwijswoorden en vaste voorzetsels.
Maart 2021
- Les met
11 slides
Nederlands
Middelbare school
mavo
Leerjaar 2
Verwijswoorden deel 2, les 1 - 2 vmbo KOC
Mei 2019
- Les met
16 slides
H3 Verwijswoorden
Januari 2023
- Les met
29 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t, havo, vwo
Leerjaar 2
formuleren H4 verwijswoorden
Mei 2020
- Les met
17 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo g
Leerjaar 1
Formuleren hoofdstuk 4 T2
Maart 2021
- Les met
14 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 2
Herhaling taalverzorging h4
Januari 2023
- Les met
27 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Herhaling taalverzorging h4
Januari 2024
- Les met
22 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3
Herhaling taalverzorging h4
Januari 2023
- Les met
26 slides
Nederlands
Middelbare school
vmbo t
Leerjaar 3