Test je auditkennis

Vandaag
1. Inventarisatie keuzedelen
2. Ff over stage
3. Auditten
4. Zelfstandig...
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
MentorlesMBOStudiejaar 2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Vandaag
1. Inventarisatie keuzedelen
2. Ff over stage
3. Auditten
4. Zelfstandig...

Slide 1 - Tekstslide

Wat je nog van een 

Slide 2 - Tekstslide

Waar kan een audit over gaan?

Slide 3 - Open vraag

Waarom moet een doelstelling SMART-geformuleerd worden?

Slide 4 - Open vraag

Welke drie activiteiten zitten er in een audit?

Slide 5 - Open vraag

Wat is een auditee?
A
Iemand die de audit ondergaat
B
Iemand die de audit afneemt
C
Iemand die de voorbereiding van de audit doet
D
Iemand die de planning van de audit doet

Slide 6 - Quizvraag

Wat is een auditor?
A
Iemand die de audit ondergaat
B
Iemand die de audit afneemt
C
Iemand die de voorbereiding van de audit doet
D
Iemand die de planning van de audit doet

Slide 7 - Quizvraag

Wat is een audit?
A
Inspectie op de werkvloer
B
Gesprek met verschillende mensen
C
Controle van managementsysteem
D
Check of hygiëneregels goed wordt uitgevoerd

Slide 8 - Quizvraag

Waar kan een audit over gaan?
A
Veiligheid
B
Kwaliteit
C
ARBO
D
Alle antwoorden zijn goed

Slide 9 - Quizvraag

Waarom moeten doelen SMART geformuleerd worden?
A
Om te checken om ze behaald worden
B
Om tussentijds te checken of je de goede dingen doet
C
Dat staat mooier
D
Dat is slimmer

Slide 10 - Quizvraag

Een audit is onafhankelijk
A
Ja
B
Nee

Slide 11 - Quizvraag

Wat is een 'audit'?
A
Een audit is een manier om een voortschrijdende opwaartse of neerwaartse lijn over een langere periode te analyseren
B
Een audit is een kwaliteitsdoel dat door het bestuur in een getal is uitgedrukt en daardoor meetbaar is gemaakt
C
Een audit is een referentiepunt of ijkpunt, dat wordt gebruikt om gegevens systematisch te vergelijken
D
Een audit is een methodische manier van gegevens verzamelen, verwerken, analyseren en rapporteren

Slide 12 - Quizvraag

Wat is het kenmerk van een verticale audit?
A
Het volgt het hele primaire proces
B
Is gericht op de organisatiestructuur
C
Het volgt een thema op alle afdeling
D
Is altijd gericht op voedselveiligheid

Slide 13 - Quizvraag

Wat is een interne audit?
A
vaststellen welke afdelingen minder goed presteren
B
in het geheim controleren of medewerkers zich aan de afspraken houden
C
kwaliteitszorgsysteem werkt in de praktijk volgens de eigen eisen?
D
medewerkers opleiden tot controleurs van het kwaliteitszorgssteem

Slide 14 - Quizvraag

Een audit is een structurele activiteit
A
Ja
B
Nee

Slide 15 - Quizvraag

Wat is een audit?
A
een keurmerk voor producten die aan een bepaalde kwaliteit voldoen
B
een onderzoek ten behoeve van kwaliteitsmeting
C
een bepaald niveau van kwaliteit

Slide 16 - Quizvraag

Wat is het doel van een audit?
A
Controleren of er netjes en schoon gewerkt wordt
B
Controleren of het systeem goed uitgevoerd wordt in de praktijk
C
Controleren of er een goed systeem aanwezig is
D
Controleren of er veilig en hygiënisch gewerkt wordt

Slide 17 - Quizvraag

Een audit is gericht op verbetering
A
Ja
B
Nee

Slide 18 - Quizvraag

Format van bedrijf heeft altijd voorrang!!!

Slide 19 - Tekstslide

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Tekstslide

Planning tot de zomer

Slide 22 - Tekstslide

Planning Victoria

Slide 23 - Tekstslide

Planning Sasha

Slide 24 - Tekstslide