Proeftoets 2 Havo blok 4

Tips om de toets te leren
1. Bekijk de gele stukken
2. Websites om te oefenen:
     www.cambiumned.nl 
     www.jufmelis.nl
     www.redekundig.nl 
     It's Learning : vak Nederlands proeftoets maken
3. Filmpjes om naar te kijken
1 / 21
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 21 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 30 min

Onderdelen in deze les

Tips om de toets te leren
1. Bekijk de gele stukken
2. Websites om te oefenen:
     www.cambiumned.nl 
     www.jufmelis.nl
     www.redekundig.nl 
     It's Learning : vak Nederlands proeftoets maken
3. Filmpjes om naar te kijken

Slide 1 - Tekstslide

Lees de zin hieronder.
1 Benoem het gezegde.

Die film blijkt leuk.


A
Blijkt = wwg
B
Blijkt leuk = nwg

Slide 2 - Quizvraag

Voor de wedstrijd heb ik een dutje gedaan.
Benoem het gezegde
A
heb gedaan = wwg
B
heb een dutje gedaan= nwg

Slide 3 - Quizvraag



Zijn jullie nieuwsgierig naar het einde van het verhaal?

Benoem het gezegde
A
zijn nieuwsgierig = nwg
B
zijn = wwg

Slide 4 - Quizvraag

Lees de zin hieronder. Noteer de bijvoeglijke naamwoorden.
Duurzame kleding blijft lang mooi.

A
duurzame, lang, mooi
B
duurzame, lang
C
duurzame, mooi
D
duurzame

Slide 5 - Quizvraag

Lees de zin hieronder. Benoem de telwoorden.

Een derde van de ondervraagden heeft bij het referendum gestemd,
voor veel mensen was het de eerste keer.
Een derde =
A
bepaald hoofdtelwoord
B
onbepaald hoofdtelwoord
C
onbepaald rangtelwoord
D
bepaald rangtelwoord

Slide 6 - Quizvraag

Benoem het voegwoord.
Ik train elke dag zodat ik in vorm ben voor de marathon.


A
zodat = nevenschikkend voegwoord
B
zodat = onderschikkend voegwoord

Slide 7 - Quizvraag

Benoem het voegwoord.

Zullen we zelf koken of wil je liever iets bestellen?



A
nevenschikkend voegwoord
B
onderschikkend voegwoord

Slide 8 - Quizvraag

Maak een zin met het onderschikkende voegwoord omdat, een koppelwerkwoord en een onbepaald rangtelwoord.


Slide 9 - Open vraag

Maak er een samenstelling van
geboorte + cijfer =


A
geboortecijfer
B
geboortencijfer

Slide 10 - Quizvraag

Welk woord is juist gespeld?
A
secondewijzer
B
secondeswijzer
C
secondenwijzer

Slide 11 - Quizvraag

Welk woord is juist gespeld?
A
hondehok
B
hondenhok

Slide 12 - Quizvraag

Hieronder staan vier woorden. Noteer de woorden korter. Gebruik zo nodig een weglatingsstreepje.
1 wijnglazen en bierglazen - …
2 lichte dagen en donkere dagen - …
3 sneeuwballen en sneeuwpoppen - …
4 dunbevolkt en dichtbevolkt - …


Slide 13 - Open vraag

Noteer de juiste spelling
Maak er een verkleinwoord van.
A4
A
A4tje
B
A4'tje
C
A4-tje
D
A-4tje

Slide 14 - Quizvraag

Noteer het juiste meervoud.
Hobby
A
Hobbies
B
Hobby's
C
Hobbys
D
Hobbie's

Slide 15 - Quizvraag

Noteer de juiste bezitsvorm.
De tas van Marloes. Marloes......
A
Marloes'tas
B
Marloes's tas

Slide 16 - Quizvraag

Lees de twee zinnen hieronder. Noteer de betekenis van het onderstreepte woord in elke zin.

1. Het is niet mijn intentie om het laat te maken vanavond.

2. De talkshows op televisie worden over het algemeen gedomineerd door
mannen.

A
idee, gespeeld
B
bedoeling, gespeeld
C
idee, overheerst
D
bedoeling, overheerst

Slide 17 - Quizvraag

In alinea 2 staat een signaalwoord voor het verband uitspraak – tegenstelling.
1 Noteer dit signaalwoord.

Dat gaat wel anders dan in de ruimte. In het bassin kunnen de astronauten hun eigen gewicht nog voelen. Ze merken of ze op hun kop staan of niet. Ook oefent het water weerstand uit, wat in de ruimte niet gebeurt. De onderwatertraining is dus niet ideaal, maar wel onontbeerlijk.
A
maar
B
ook
C
Dat
D
wat

Slide 18 - Quizvraag

IJs eten zonder brainfreeze
(1) Het is heerlijk, maar de plakkerige handen die je krijgt als alles langs je hoorntje druipt, kun je missen als kiespijn. Dat vindt Robert Collighnon ook. De Amerikaan maakt biologische ijsjes die niet smelten. Hij is geïnspireerd door gevriesdroogd ijs voor astronauten.

(2) Gevriesdroogd ijs is ooit uitgevonden voor astronauten. Bij vriesdrogen wordt het water uit het ijs gehaald.

Op welke manier zijn de alinea’s 1 en 2 met elkaar verbonden?
A
signaalwoord
B
herhaling
C
aankondigende zin
D
overgangszin met verwijzing

Slide 19 - Quizvraag

Waarom trainen astronauten onder water?

(1) Ter voorbereiding op een ruimtereis trainen astronauten onder water om gewichtloosheid te simuleren. Voordat de astronauten het water ingaan, krijgen ze een kopie van het echte ruimtepak aan. Het pak is verzwaard, wat zorgt voor een neutraal drijfvermogen. Dat wil zeggen dat de astronauten stabiel in het water liggen en vrij rondzweven. In deze toestand moeten ze werktuigen hanteren om modules te monteren of onderhouden.
(2) Dat gaat wel anders dan in de ruimte. In het bassin kunnen de astronauten hun eigen gewicht nog voelen. Ze merken of ze op hun kop staan of niet. Ook oefent het water weerstand uit, wat in de ruimte niet gebeurt. De onderwatertraining is dus niet ideaal, maar wel onontbeerlijk.
Op welke manier zijn de alinea’s 1 en 2 met elkaar verbonden?
A
signaalwoord
B
herhaling
C
aankondigende zin
D
Overgangszin met verwijzing

Slide 20 - Quizvraag

Tips om de toets te leren
1. Bekijk de gele stukken
2. Websites om te oefenen:
     www.cambiumned.nl 
     www.jufmelis.nl
     www.redekundig.nl 
     www. wikiwijs
3. Filmpjes om naar te kijken

Slide 21 - Tekstslide