H5§2

§2 weerstand
1 / 19
volgende
Slide 1: Tekstslide
NatuurkundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 3

In deze les zitten 19 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

§2 weerstand

Slide 1 - Tekstslide

Vragen over 1-6 uit 5.1?

Slide 2 - Tekstslide

Leerdoelen 5.2
  • 5.2.1 Je kunt uitleggen hoe je de weerstand van een draad bepaalt.
  • 5.2.2 Je kunt berekeningen maken met het verband tussen weerstand, spanning en stroomsterkte.
  • 5.2.3 Je kunt uitleggen wanneer voor een component de wet van Ohm geldt.
  • 5.2.4 Je kunt de verandering van de weerstand van een NTC bij veranderende temperatuur benoemen.
  • 5.2.5 Je kunt de verandering van de weerstand van een LDR bij veranderende lichtsterkte benoemen.

Slide 3 - Tekstslide

Wet van Ohm

Slide 4 - Tekstslide

Stroomsterkte druk je uit in
A
Volt
B
Ampére
C
Ohm
D
Vermogen

Slide 5 - Quizvraag

Met welke eenheid meten we spanning
A
ampere
B
vermogen
C
volt
D
watt

Slide 6 - Quizvraag

Gestroomlijnd:
de vorm van het lichaam verlaagt weerstand

Slide 7 - Tekstslide

Weerstand

Slide 8 - Tekstslide

De weerstand bepalen









Sommige draden hebben grote spanning nodig voor een klein beetje stroom 
Weerstand: Hoe erg de elektronen worden gehinderd

Slide 9 - Tekstslide

Wet van Ohm

Slide 10 - Tekstslide

De wet van Ohm
Als de spanning 2× zo groot wordt,
wordt de stroomsterkte ook 2× zo groot.


Als de spanning 3× zo groot wordt,
wordt de stroomsterkte ook 3× zo groot.



Slide 11 - Tekstslide

Weerstand berekenen

Slide 12 - Tekstslide

Johan heeft een weerstand gevonden en gaat onderzoeken hoe groot deze weerstand is. Hij zet over deze weerstand een spanning van 1,5 Volt. Met een stroommeter bepaalt hij de stroomsterkte; deze bedraagt 3,85 mA. Hoe groot is nu de weerstand?

Slide 13 - Open vraag

Weerstand en temperatuur
  • Niet recht evenredig

  • als de spanning 2× zo groot wordt, 
    blijft de stroomsterkte daar duidelijk bij achter. 
  • In dit geval geldt de wet van Ohm dus niet.

  • Want draden krijgen een andere weerstand,
    als de temperatuur veranderd

Slide 14 - Tekstslide

NTC & LDR
  • Een NTC is gevoelig voor veranderingen in temperatuur. 
  • Als de temperatuur van een NTC stijgt, daalt zijn weerstand. 
  • De NTC gaat dan beter geleiden en laat meer stroom door.


  • Een LDR  is gevoelig voor veranderingen in 
    de hoeveelheid licht. 
  • Als er meer licht op een LDR valt, daalt zijn weerstand.
  • De LDR gaat dan beter geleiden en laat meer stroom door.

Slide 15 - Tekstslide

Voorbeelden NTC:
Lampje frituurpan 
Verwarming 

Voorbeelden LDR:
Straat verlichting 
Beelscherm telefoon

Slide 16 - Tekstslide

Wat is de weerstand van een 6V en 1.2A lamp?

Slide 17 - Open vraag

Is deze weerstand Ohms?
A
Ja
B
Nee
C
Geen idee
D
Taart

Slide 18 - Quizvraag

Huiswerk
Lezen in stilte 5.2

Maken 1-6

Toets inzien


Slide 19 - Tekstslide