1HV Betrouwbaarheid van bronnen, GRES

Betrouwbaarheid van bronnen
Vervolg van 4.2





Afbeelding uit Les Très Riches Heures du duc de Berry, 15e eeuw
Feniks

Bij deze les is er gebruik gemaakt van Feniks 1h/v van ThiemeMeulenhoff
1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
geschiedenisVoortgezet speciaal onderwijsLeerroute 1

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 3 videos.

Onderdelen in deze les

Betrouwbaarheid van bronnen
Vervolg van 4.2





Afbeelding uit Les Très Riches Heures du duc de Berry, 15e eeuw
Feniks

Bij deze les is er gebruik gemaakt van Feniks 1h/v van ThiemeMeulenhoff

Slide 1 - Tekstslide

Doel: aan het einde van deze les kan ik beoordelen of een bron betrouwbaar (en representatief) is. 
  • Welkom
  • Weet je nog?
  • Opdracht 
  • Leerroute: extra oefening of extra uitdaging 
  • Puzzel (als je eerder klaar bent)
  • Nabespreken 
  • 3-2-1 Exit ticket
Afbeelding uit Les Très Riches Heures du duc de Berry, 15e eeuw
Je gaat een opdracht maken over betrouwbaarheid van bronnen, zonder hier uitleg over gehad te hebben. Na de opdracht kan je een leerroute kiezen voor het behalen van het leerdoel. 

Slide 2 - Tekstslide

Bronnen
Weet je nog?

  • Maak de volgende twee slides.
  • Hiervoor heb je drie minuten, daarna is er een korte bespreking.
  • Klaar? Topper, je mag aan de slag met de puzzel op slide (??)
timer
3:00

Slide 3 - Tekstslide

Geef antwoord op de vragen:
a. Wat betekend het woord 'bron'
b. Wat is het verschil tussen bronnen bij geschiedenis en bronnen bij andere
vakken?

Slide 4 - Open vraag

Sleep de woorden naar de bijpassende bron

Geschreven bron

Ongeschreven bron

Directe bron

Indirecte bron

Slide 5 - Sleepvraag

Herhalen?
Merk je dat:
-  De uitleg over bronnen is weggezakt.
of
- Vind je de stof lastig?
Bekijk dan op de volgende slide de uitlegvideo over bronnen. 

Slide 6 - Tekstslide

Slide 7 - Video

Opdracht
Beantwoord de 6 vragen op de komende slides.
Daarna maak je de keuze welke leerroute je deze les gaat volgen. 
Opdracht:
timer
30:00

Slide 8 - Tekstslide


1a. Bekijk en lees de bron.
Is de bron betrouwbaar als je wilt
weten hoe tijdgenoten tegen
Karel de Grote aankeken?

Uit het stripboek 'Van Nul tot Nu' geschreven en getekend door Thom Roep en Co Loerakker. 
A
De bron is betrouwbaar want het is in de tijd van Karel de Grote gemaakt.
B
De bron is niet betrouwbaar want de strip is vele jaren na Karel de Grote gemaakt.

Slide 9 - Quizvraag

1b. Leg uit waarom je bij vraag 1a (vorige slide) voor jouw antwoord hebt gekozen.

Slide 10 - Open vraag


2a. Bekijk en lees de bron.
Is de bron betrouwbaar als je wilt
weten hoe tijdgenoten tegen
Karel de Grote aankeken?

Uit het stripboek 'Van Nul tot Nu' geschreven en getekend door Thom Roep en Co Loerakker. 
A
Ja de bron is betrouwbaar want de makers hebben de informatie uit eerste hand. Dus er zijn weinig schakels.
B
Nee de bron is niet betrouwbaar want de makers hebben de informatie niet uit eerste hand. Er zijn zelfs veel schakels.

Slide 11 - Quizvraag

2b. Leg uit waarom je bij vraag 2a (vorige slide) voor jouw antwoord hebt gekozen.

Slide 12 - Open vraag


3a. Bekijk en lees de bron.
Is de bron betrouwbaar als je wilt
weten hoe tijdgenoten tegen
Karel de Grote aankeken?

Uit het stripboek 'Van Nul tot Nu' geschreven en getekend door Thom Roep en Co Loerakker. 
A
Ja de bron is betrouwbaar want de schrijver wil alleen informeren.
B
Ja de bron is betrouwbaar want de schrijver is erg zakelijk.
C
Nee de bron is niet betrouwbaar want schrijver wil de lezer vermaken.
D
Nee de bron is niet betrouwbaar want de schrijver heeft de informatie verdraaid.

Slide 13 - Quizvraag

3b. Leg uit waarom je bij vraag 3a (vorige slide) voor jouw antwoord hebt gekozen.

Slide 14 - Open vraag

4. Er zijn 3 criteria waardoor je kan bepalen of een bron betrouwbaar is of juist niet. Kijk terug naar de vorige 3 opdrachten. Welke 3 criteria zijn dat?

Slide 15 - Open vraag

5. Bedenk in 3 minuten zoveel mogelijk redenen waarom het nuttig is om over de betrouwbaarheid van bronnen te leren.
timer
3:00
Waarom nuttig?

Slide 16 - Woordweb

6. Plaats hieronder een afbeelding van een hedendaagse onbetrouwbare bron.

Slide 17 - Open vraag

Wat denk jij dat een passende leerroute is voor jou tijdens deze les?
Extra uitdaging: De vragen vond ik over het algemeen makkelijk.
Extra oefening: De vragen vond ik over het algemeen lastig.
Ik heb geen idee

Slide 18 - Poll

Leerroute: Extra oefening
Bekijk de video en maak de opdrachten.
Vragen? Zet ze in de LessonUp chat. 

Klaar? Topper, maak de puzzel op slide 44.

Slide 19 - Tekstslide

Karel de Grote deed zijn best om een echte keizer te zijn naar Romeins voorbeeld. Toch weten we niet zeker of het eigenlijk wel zijn bedoeling was keizer te worden. Over zijn kroning in het jaar 800 bestaan verschillende bronnen, maar die spreken elkaar op een belangrijk punt tegen: Wist Karel van tevoren dat de paus hem ging kronen?
           Opdracht:  Lees de bronnen en beoordeel met behulp van de opdrachten welke bron het betrouwbaarst is.
Kroning keizer Karel de Grote door de paus in het jaar 800
Feniks

Bij deze les is er gebruik gemaakt van Feniks 1h/v van ThiemeMeulenhoff

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

De Bronnen
Feniks

Bij deze les is er gebruik gemaakt van Feniks 1h/v van ThiemeMeulenhoff

Slide 22 - Tekstslide

1a 'Wist Karel van tevoren dat de paus hem ging kronen?' Wat vertelt versie 1 hierover? Karel wist wel/niet van het plan want :

Slide 23 - Open vraag

1b En wat vertelt versie 2? Karel wist wel/niet van het plan, want:

Slide 24 - Open vraag

2. Om te kunnen beoordelen of een bron betrouwbaar is, moet je kijken wanneer het is geschreven: Kort of lang na de gebeurtenis?
Welke van beide bronnen is dan het betrouwbaarst?
A
Versie 1, want deze is 3 jaar na de gebeurtenis geschreven.
B
Versie 2, want deze is 25 jaar na de gebeurtenis geschreven.

Slide 25 - Quizvraag

3. Belangrijk is ook hoe de schrijver aan zijn informatie is gekomen. Als je nu weet dat Einhard een vriend was van Karel, maakt dat versie 2 minder of meer betrouwbaar?
Het maakt de bron meer/minder betrouwbaar, want

Slide 26 - Open vraag

4. Je moet ook letten op de bedoeling waarmee een bron is geschreven. Versie 2 is een fragment uit een boek dat Einhard schreef om Karel tot voorbeeld te stellen aan andere vorsten. Maakt dat de bron meer of minder betrouwbaar?
Het maakt de bron meer/minder betrouwbaar, want



Slide 27 - Open vraag

5. Sleep de stellingen naar de bron waarbij de criteria het beste past.
Versie 1
Versie 2
Deze bron is het meest betrouwbaar als je kijkt naar:
Wanneer de tekst geschreven is. 
Deze bron is het meest betrouwbaar als je kijkt naar:
Hoe  de schrijver aan zijn informatie kwam.
Deze bron is het meest betrouwbaar als je kijkt naar:
Wat de bedoeling van de schrijver was.

Slide 28 - Sleepvraag

6. Leg met minstens 2 argumenten uit welke versie je nu het betrouwbaarst vindt.

Slide 29 - Open vraag

Je bent klaar met de leerroute 'Extra oefening', je mag de puzzel op slide 44 maken. Heb je nog een vraag of opmerking over de leerroute, dan kan je die hier plaatsen.

Slide 30 - Open vraag

Leerroute: Extra uitdaging
Bekijk de video en maak de opdrachten. 
Vragen? Zet ze in de LessonUp chat. 

Klaar? Topper, maak de puzzel op slide 44.

Slide 31 - Tekstslide

Je hebt geleerd dat een bron op basis van drie criteria betrouwbaar is. Vind je het nog lastig om de betrouwbaarheid van een bron te bepalen? maak dan de 'Extra oefening' leerroute. 

Een bron kan betrouwbaar zijn, maar niet representatief. De volgende opdrachten gaan over representativiteit


Afbeelding van hoe een domein eruit gezien kan hebben. 

Slide 32 - Tekstslide

Slide 33 - Video

1. Leg in je eigen woorden uit wat "representatief" betekend.

Slide 34 - Open vraag

2a Bekijk de bronnen. Welk van de twee bronnen (4 of 5) is het meest representatief voor de horigheid.
A
Bron 4
B
Bron 5

Slide 35 - Quizvraag

2b Leg je antwoord van vraag 2a uit.

Slide 36 - Open vraag

3a. Lees de bron.
Leg uit of de bron betrouwbaar is.
Doe dit met drie argumenten aan de hand van
de betrouwbaarheidscriteria.

Slide 37 - Open vraag

3b. Lees de bron.
Leg uit dat de bron representatief is als je wilt weten wat landeigenares Doda met haar bezittingen deed.

Slide 38 - Open vraag

3c. Lees de bron.
Leg uit dat de bron niet representatief is als je wilt weten wat de meeste landeigenaren met hun bezittingen deden.

Slide 39 - Open vraag

4. Sleep de afbeeldingen naar het juiste vak als het gaat om:
Het leven op een domein.
Representatief
Niet
representatief

Slide 40 - Sleepvraag

5. Stel je wilt onderzoek doen over het leven in een middeleeuws klooster. Zoek twee bronnen die betrouwbaar en representatief zijn voor je onderzoek.
Plaats hieronder de twee bronnen en leg uit waarom ze betrouwbaar en representatief zijn.

Slide 41 - Open vraag

Je bent klaar met de leerroute 'Extra uitdaging', je mag de puzzel op slide 44 maken. Heb je nog een vraag of opmerking over de leerroute, dan kan je die hier plaatsen.

Slide 42 - Open vraag

Klaar?
Topper, je mag de puzzel maken op de volgende slide.
Met deze puzzel oefen je de begrippen van 4.2
Deze verwijst je door naar de website van "LearningApps"

Slide 43 - Tekstslide

Slide 44 - Link

Exit ticket, schrijf op:
3 dingen die je hebt geleerd
2 dingen die je interessant vond
1 ding waar je nog een vraag over hebt.

Slide 45 - Open vraag