5V K3C Reihenfolge Verben in Haupt- und Nebensätzen + Wiederholung

V5 Kapitel 3
1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
DuitsMiddelbare schoolhavoLeerjaar 2

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

V5 Kapitel 3

Slide 1 - Tekstslide

Lernziele
  1. Je herhaalt de betekenis van signaalwoorden en het verband dat ze in de tekst aangeven.

  2. Aan het einde van de les weet je wat de volgorde van Duitse werkwoorden in hoofd- en bijzinnen is. 


Slide 2 - Tekstslide

Grammatik 

Slide 3 - Tekstslide

Wat doet een nevenschikkend voegwoord?
A
het verbindt twee hoofdzinnen
B
het verbindt een hoofdzin met een bijzin
C
het verbindt twee bijzinnen

Slide 4 - Quizvraag

Ich gehe hinaus, denn es ist sehr schönes Wetter.

'denn' verbindt twee hoofdzinnen aan elkaar. 

Slide 5 - Tekstslide

Wat doet een onderschikkend voegwoord?
A
het verbindt twee hoofdzinnen
B
het verbindt een hoofdzin met een bijzin
C
het verbindt twee bijzinnen

Slide 6 - Quizvraag

Ich gehe hinaus, weil es sehr schönes Wetter ist.

'weil' verbindt hoofdzin met bijzin. 

Slide 7 - Tekstslide

Theorie

Slide 8 - Tekstslide

2 of meer hele werkwoorden in de hoofdzin:
wat is dan de Duitse werkwoordsvolgorde?
"Ik heb hem niet kunnen feliciteren"
"Hij heeft mij snel kunnen helpen"
"Jullie hebben het mij laten weten"








Slide 9 - Tekstslide

De positie van het werkwoord in de hoofdzin
"We - spelen -morgen - tegen -      de -  winnaar -   van -    afgelopen -   jaar."

"Wir- spielen - morgen - gegen -  den - Gewinner - vom -    letzten -       Jahr."

  • Onderwerp en persoonsvorm staan naast elkaar.
  • Dezelfde structuur als in het Nederlands.

Slide 10 - Tekstslide

De positie van het werkwoord in de bijzin
Ik     ga       naar buiten  , omdat het   mooi        weer    is.
Ich  gehe  hinaus          , weil        das  Wetter  schön  ist.

  • De persoonsvorm staat achteraan in de zin.
  • Onderwerp en persoonsvorm zijn gescheiden.
  • In het Duits zijn hoofd en bijzin altijd gescheiden door een komma.

Slide 11 - Tekstslide

2 of meer hele werkwoorden in de hoofdzin:
wat is dan de Duitse werkwoordsvolgorde?
"Ik heb hem niet kunnen feliciteren"
"Hij heeft mij snel kunnen helpen"
"Jullie hebben het mij laten weten"

  • In het Duits komen de Modalverben helemaal aan het eind.
  • In het Duits komen de volgende werkwoorden helemaal aan het eind: sehen, lassen, helfen, hören








Slide 12 - Tekstslide

2 of meer hele werkwoorden in de bijzin:
wat is dan de Duitse werkwoordsvolgorde?
Ik    hoop    dat     hij    snel            zal         komen. (alternatief??)
Ich  hoffe, dass  er   schnell   kommen  wird.

Normaal staat in de Duitse bijzin de persoonsvorm achteraan. 


Slide 13 - Tekstslide

2 of meer hele werkwoorden in de bijzin:
wat is dan de Duitse werkwoordsvolgorde?
Ik     hoop   dat     je    op   het  feest    zult    kunnen    komen.
Ich  hoffe, dass  du   auf  das Fest    wirst  kommen  können.

  • Alle werkwoorden (gezegde) naar het eind van de zin.
  • De persoonsvorm komt als eerste in de rij, wanneer het tweede hele werkwoord een Modalverb is.
  • De beide hele werkwoorden (kommen & können), draaien ten opzichte van het Nederlands om.



Slide 14 - Tekstslide

"Ich kann bei Mathe leider nicht mitmachen. Ich habe meine Schulbücher vergessen."
(gebruik voegwoord 'denn')

Slide 15 - Open vraag

Die Lehrerin hilft mir. Sie hatte eigentlich keine Zeit.
(gebruik 'obwohl')

Slide 16 - Open vraag

Ich finde. Du hättest mir helfen sollen.
(gebruik 'dass')

Slide 17 - Open vraag

Slide 18 - Tekstslide

Das Kind sagt, das/dass es Bauchschmerzen hat.
A
dass
B
das

Slide 19 - Quizvraag

Das Kind, das/dass Bauchschmerzen hatte, kann jetzt wieder lachen.

A
dass
B
das

Slide 20 - Quizvraag

Ich habe das Auto nicht gekauft, aber/ sondern geleast.

A
aber
B
sondern

Slide 21 - Quizvraag

Ich beende unsere Freundschaft, wenn/wann/als du nicht die Wahrheit sagst.

A
wenn
B
wann
C
als

Slide 22 - Quizvraag

Ich weiß noch nicht, ob/oder ich mitkomme.

A
ob
B
oder

Slide 23 - Quizvraag