Blok 2 Les 8 "Ik ben ik" en" Wijs kinderen de weg"
Les 6 - Een veilig klimaat
1 / 26
volgende
Slide 1: Tekstslide
OnderwijsassistentenMBOStudiejaar 4
In deze les zitten 26 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.
Lesduur is: 60 min
Onderdelen in deze les
Les 6 - Een veilig klimaat
Slide 1 - Tekstslide
Wat gaan we vandaag behandelen?
- Korte terugblik paragraaf 9.1
- Doelen van deze les
- Paragraaf 9.2 & 9.3
- Huiswerk
Slide 2 - Tekstslide
Doel van deze les
Aan het einde van de les:
-weet je wat het begrip 'autonomie' inhoudt; -weet je wat autonomie betekent voor de ontwikkeling van een kind.
-weet je hoe jij een groepsklimaat kan sturen
Slide 3 - Tekstslide
Terugblik
Voor de volgende vragen mag je je boek gebruiken.
Slide 4 - Tekstslide
Wat is een voorbeeld van sensitieve responsiviteit?
A
Je geeft elk kind elke dag even aandacht zonder afgeleid te worden.
B
Je geeft positieve feedback zodat ze ervan leren.
C
Je probeert te begrijpen wat een kind bedoelt.
Slide 5 - Quizvraag
Rond welke leeftijd kan een kind eenkennig worden?
A
6 maand
B
12 maanden
C
18 maanden
D
24 maanden
Slide 6 - Quizvraag
Kindkenmerken en omgevingskenmerken zijn mede bepalend hoe een hechting verloopt.
A
Waar
B
Niet waar
Slide 7 - Quizvraag
Onder welk hechtingstype valt een kind wat een zeer onderzoekende houding heeft?
A
A kinderen: onveilig-vermijdend gehecht
B
B kinderen: veilig gehecht
C
C kinderen: onveilig- afwerend gehecht
D
D kinderen: onveilig gedesorganiseerd gehecht
Slide 8 - Quizvraag
Onder welk hechtingstype valt een kind wat niet goed weet hoe het op de ouder moet reageren?
A
A kinderen: onveilig-vermijdend gehecht
B
B kinderen: veilig gehecht
C
C kinderen: onveilig- afwerend gehecht
D
D kinderen: onveilig gedesorganiseerd gehecht
Slide 9 - Quizvraag
Onder welk hechtingstype valt een kind wat een balans laat zien tussen ondernemend gedrag en hechtingsgedrag.
A
A kinderen: onveilig-vermijdend gehecht
B
B kinderen: veilig gehecht
C
C kinderen: onveilig- afwerend gehecht
D
D kinderen: onveilig gedesorganiseerd gehecht
Slide 10 - Quizvraag
Sensitieve-responsiviteit
Sensitieve: gevoel
Responsiviteit: het woord respons zit er in en dat betekent reactie.
Sensitieve responsiviteit betekent dat je ziet dat er iets aan de hand is en daar op reageert. Voorbeeld: je ziet dat een kind verdrietig is. Je loopt er naar toe en vraagt wat er aan de hand is. Samen zoek je naar een oplossing.
Slide 11 - Tekstslide
Slide 12 - Tekstslide
Autonomie
Zelfstandig bepalen wat jij wilt.
Zelf keuzes maken zonder daarbij een ander nodig te hebben.
Eigen lichaam: jij bent de baas over jouw lichaam
Eigen gedachten: jij hebt recht op je eigen gedachten: twijfels/onzekerheden/meningen
Eigen verantwoordelijkheden: je neemt je eigen beslissing.
Vraag: rond welke twee fasen in een mensenleven valt de hang naar autonomie op?
Slide 13 - Tekstslide
Voorbeeld autonoom gedrag
In welke keuzes laten jouw ouders jou vrij?
Hoe autonoom mag jij zijn op deze leeftijd?
Slide 14 - Tekstslide
Participatie
Participatie is het meedoen in een groep.
Verantwoordelijkheden krijgen en mee mogen beslissen op een bij de leeftijd passend niveau. Een voorbeeld hiervan voor jullie is de klankbordgroep.
Zie je ook voorbeelden hiervan in je stage? Denk aan bv een leerlingenraad, mogen kinderen meedenken en beslissen hoe het nieuwe schoolplein eruit komt te zien, wat voor optreden ze gaan doen voor Sinterklaas, enz.
Slide 15 - Tekstslide
9.3 Wijs kinderen de weg
Sla je boek open op blz. 255.
Lees de groep: aanpassen of niet.
Vragen:
-Hoe verliep jouw basisschooltijd?
-Ben je nog steeds bevriend met de vrienden uit die tijd?
-Kun je als onderwijzend personeel positieve invloed hebben op vriendschappen of het ontstaan van vriendschappen? Hoe?
Slide 16 - Tekstslide
Socialisatie proces
Socialisatie
Het proces waarin kinderen de sociale wereld om zich heen steeds beter begrijpen en zich aanpassen aan de groep.
Welke kinderen hebben jouw hulp in dit proces extra nodig? Hoe kun je die hulp bieden?
Slide 17 - Tekstslide
Losmakingsproces
Pubers (start rondom 11 jr. M & 13 jr. J)
Proberen zich los te maken van ouders en
begeleiders. zelf verantwoordelijk zijn
voor de dingen die ze doen en
zelfstandig zijn.
vrienden worden steeds belangrijker (peergroup)
Slide 18 - Tekstslide
Groepsklimaat
In een positieve groep kun je lekker werken.
In een negatieve groep is er altijd gedoe.
Vraag: wie heeft hier een voorbeeld van uit ervaring?
Slide 19 - Tekstslide
Hoe kun jij een groepsklimaat beïnvloeden?
Slide 20 - Woordweb
Verstorend gedrag
Niet negeren!!
Duidelijk maken dat dit niet hoort
Niet voor schut zetten in de klas
Slide 21 - Tekstslide
Jij hebt invloed
Sfeer Positieve normen
Relaties Spiegeling
Rollen Verstorend gedrag
Samenhang in de groep Groepsregels
Slide 22 - Tekstslide
spiegeling: gedrag van een kind is de spiegeling van jouw eigen gedrag
motivatie: drijfveer, stimulans, beweegreden om te leren
gidsen: met jouw gedrag heb je invloed op hoe de groep zich gedraagt. je wilt ze meenemen om hun eigen doelen te behalen, ze gidsen.
Slide 23 - Tekstslide
Passende verwerkingsopdracht
Slide 24 - Tekstslide
let op!
de volgende les gaat over pesten, pestgedrag en kindermishandeling.
'Heb je hier op enige manier nare ervaringen mee of herinneringen aan die maken dat dit een moeilijke les voor je wordt, laat dit aan me weten.
(na deze les of via teams)
Slide 25 - Tekstslide
Aan het werk...
Tijd over?
Ga aan de slag met de opdrachten van 9.2 & 9.3 in je werkboek.
Wij gebruiken cookies om jouw gebruikerservaring te verbeteren en persoonlijke content aan te bieden. Door gebruik te maken van LessonUp ga je akkoord met ons cookiebeleid.