HV2 Thema 1 EB8 Koudbloedig en warmbloedig

Thema 1 
Verbranding en ademhaling
EB8
Koudbloedig en warmbloedig
1 / 29
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Thema 1 
Verbranding en ademhaling
EB8
Koudbloedig en warmbloedig

Slide 1 - Tekstslide

Programma
  • Herhaling B6
  • Leerdoel EB8
  • Uitleg EB8 Koudbloedig en warmbloedig 
  • Zelf aan de slag!
  • Afsluiter 

Slide 2 - Tekstslide


Bij het pantoffeldiertje vindt gaswisseling plaats via het celmembraan.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 3 - Quizvraag

Bij dit dier vindt gaswisseling via de kieuwen.
A
Juist
B
Onjuist

Slide 4 - Quizvraag


Een pad heeft longen, via welk ander orgaan vindt bij een pad ook gaswisseling plaats?
A
Via de mond
B
Via de staart
C
Via de huid
D
Via de ogen

Slide 5 - Quizvraag

Hoe heten de openingen in met name het achterlijf van een rups?
A
kieuwen
B
stigma's
C
tracheeen
D
openingen

Slide 6 - Quizvraag

Longen en huid
Alleen longen
Kieuwen
Kieuwen en huid

Slide 7 - Sleepvraag

Welk onderdeel hoort waar?
Slokdarm
Stigma's
Kieuwboog
Kieuwplaatje
Tracheeën
Kieuwdeksel

Slide 8 - Sleepvraag

Leerdoel EB8
  • Je kunt het verschil in verbranding bij koudbloedige en warmbloedige dieren beschrijven.

Bij de verbranding van glucose in je lichaam komt energie vrij. Die energie gebruik je om te bewegen en warm te blijven. Sommige dieren doen dat anders.

Slide 9 - Tekstslide

Koudbloedig
Warmbloedig

Slide 10 - Tekstslide

Koudbloedig
33 graden
Warmbloedig
36 graden

Slide 11 - Tekstslide

Warmbloedig
  • Constante lichaamstemperatuur
  • Voortdurend veel verbranding
  • Zoogdieren en vogels
  • Isolatie: vetlaag, vacht, veren
  • Trek
  • Voordeel: actief bij koud weer
  • Nadeel: kost (veel) meer energie
  • 5-20 x meer eten nodig met name bij koud weer

Slide 12 - Tekstslide

Koudbloedig
 Temperatuur gelijk aan omgeving
  • Heeft een warmtebron nodig
  • Hoeveelheid verbranding in cellen is afhankelijk van temperatuur
  • Winterslaap (bv. schildpad) vertraagde stofwisseling
  • Amfibieën, reptielen, vissen
  • Voordeel: trage verbranding
  • Nadeel: inactief bij kou
  • Eén keer per twee weken eten

Slide 13 - Tekstslide

Slide 14 - Video

Zelfstandig aan de slag
  • Maak opdracht 1 t/m 4
  • Kijk de opdrachten na met het antwoordboek

Klaar? 
  • Oefen de flitskaarten en maak de afsluiter


Slide 15 - Tekstslide

Afsluiter

Slide 16 - Tekstslide

Winterslaap
Winterrust

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide

Vergelijk de kikker in bak 1 met de kikker in bak 3.
Welke kikker heeft de hoogste lichaamstemperatuur?
A
1
B
3

Slide 19 - Quizvraag

Bij welke kikker zal in het lichaam de meeste verbranding plaatsvinden?
A
1
B
3

Slide 20 - Quizvraag

Vergelijk de kikker in bak 3 met de muis in bak 4.
Welk dier heeft de hoogste lichaamstemperatuur?
A
3
B
4

Slide 21 - Quizvraag

Bij welk dier zal in het lichaam de meeste verbranding plaatsvinden?
A
3
B
4

Slide 22 - Quizvraag

Vergelijk de muis in bak 2 met de muis in bak 4.
Is er verschil in lichaamstemperatuur van de beide muizen?
A
ja
B
nee

Slide 23 - Quizvraag

Bij welke muis zal in het lichaam de meeste verbranding plaatsvinden?
A
2
B
4

Slide 24 - Quizvraag

Op de Galápagoseilanden leven zeeleguanen. Net als de meeste reptielen liggen ze vaak in de zon om zich op te warmen. Zodra ze voldoende zijn opgewarmd, duiken ze het water in en gaan op zoek naar voedsel. Zeeleguanen grazen de wieren van rotsblokken op de bodem van de zee. Door het koude water houden ze het vaak maar een uur uit. Dan gaan ze terug en zoeken weer een plaatsje op de warme rotsen
A
Zeeleguanen zijn warmbloedig
B
Zeeleguanen zijn koudbloedig

Slide 25 - Quizvraag

Vleermuizenbescherming

Vleermuizen zijn door hun gewoonte om in groepen te rusten, zeer kwetsbaar. Bij verstoring van de rust kan een hele kolonie worden verwoest. Er is schaarste aan holle bomen, waarin vleermuizen overdag rusten. Vleermuizen overwinteren op plaatsen waar zeer weinig verstoring is en de temperatuur niet onder het vriespunt zakt. Ook daar zijn er weinig van. Tijdens de winterslaap leven vleermuizen van de reservestoffen in hun lichaam. In Limburg zijn enkele bunkers uit de Tweede Wereldoorlog ingericht als winterverblijf voor vleermuizen. Doordat de hangsloten van de deuren regelmatig werden vernield, konden de vleermuizen gemakkelijk worden gestoord. Tegenwoordig zijn de deuren dichtgelast om zo vandalisme te voorkomen en rust voor de vleermuizen te garanderen, zodat meer vleermuizen de winter overleven

Slide 26 - Tekstslide

Wat gebeurt er met de lichaamstemperatuur van vleermuizen die tijdens hun winterslaap wakker worden gemaakt?
A
Daalt
B
Stijgt

Slide 27 - Quizvraag

Op een vroege voorjaarsochtend zit een kikker aan de rand van de vijver in de zon. Dicht bij deze kikker zit een roodborstje. In het water bevindt zich een goudvis. De dieren bewegen zich niet. De verbranding in cellen is afhankelijk van de lichaamstemperatuur.

Slide 28 - Tekstslide

Op een zonnige voorjaarsochtend is de temperatuur van
de lucht hoger dan de temperatuur van het water in de
vijver. Welk dier zal dan de minste zuurstof nodig hebben?
De dieren bewegen zich niet.
A
Roodborst
B
Kikker
C
Vis

Slide 29 - Quizvraag