Les 4 - Consumentenonderzoek

Les 4 - Consumentenonderzoek
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
VoedingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 4 videos.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Les 4 - Consumentenonderzoek

Slide 1 - Tekstslide

Weekplanning
Week 1: Consumentenonderzoek, doelgroep en vraagstelling
Week 2: Afname van een consumentenonderzoek
Week 3: Verwerken van een consumentenonderzoek
Week 4: Consumentenonderzoek - organoleptische keuring
Week 5: Marketingmix
Week 6: Betrouwbaarheid van resultaten
Week 7: Herhaling
Week 8: Toets 

Slide 2 - Tekstslide

Beoordeling consumentenonderzoek

De cursus wordt afgesloten met een schriftelijke toets

De training: gedurende de gehele periode worden drie opdrachten gemaakt, deze worden beoordeeld (onvoldoende, voldoende of goed)

Slide 3 - Tekstslide

Leerdoelen
Jij:
  • kunt het verschil benoemen tussen analytisch en hedonisch onderzoek
  • kunt benoemen wat organoleptische kenmerken zijn
  • kent verschillende vraagmethoden en kunt het verschil benoemen tussen een enquête en een intervieuw
  • kunt benoemen welke zaken de resultaten van een consumentenonderzoek mogelijk kunnen beinvloeden
  • kunt een consumentenonderzoek opstellen waarbij  organoleptische kenmerken worden onderzocht
  • kunt verschillende vraagmethoden toepassen.

Slide 4 - Tekstslide

Welk soort vragen zijn er allemaal?

Slide 5 - Woordweb

Soort vragen
Open vragen
Gesloten vragen
  • Meerkeuze vragen
  • Ja-nee vragen
  • Schaalvragen 
  • Likert-schaal vragen
  • Matrixvragen
Demografische vragen

Slide 6 - Tekstslide

Wat is het verschil tussen een interview en een enquête?

Slide 7 - Open vraag



Enquête

Objectief en gericht op cijfers

Weinig eigen invulling



Interview

Eigen invulling

Tijdrovend 


Het verschil tussen een enquête en een interview

Slide 8 - Tekstslide

Waar denk je aan bij organoleptische kenmerken?

Slide 9 - Woordweb

Organoleptisch
Alles wat je met de 5 zintuigen kunt waarnemen. 

Organoleptische/sensorisch testen worden vaak uitgevoerd bij de productontwikkeling om te kijken of het product aan de wensen van de consument voldoet.
 
Maar bijvoorbeeld ook bij de kwaliteitsdienst om te controleren of de geproduceerde producten voldoen aan de gestelde organoleptische eisen. "is de chips wel krokant genoeg" "klopt de vorm en kleur van het snoepje"

Slide 10 - Tekstslide

Met welke 5 zintuigen nemen we waar?

Slide 11 - Open vraag

Zintuigen
'Waarnemen'

Slide 12 - Tekstslide

Welke vijf basissmaken kan je proeven met het smaakzintuig?

Slide 13 - Open vraag

De basissmaken

Slide 14 - Tekstslide

Hoe komt smaak in jouw lichaam tot stand?
De toelichting op de afbeelding komt in het volgende filmpje

Slide 15 - Tekstslide

Slide 16 - Video

Slide 17 - Video

Baby/Kinderen

  • Meer smaakpapillen (proeven smaken sterker)
  • Voorkeur voor zoete smaken
  • Afkeer voor bittere en zure smaken (zie reactie baby in het filmpje)

Slide 18 - Tekstslide

Herkenning van smaak
  • Detectiedrempel
  • Herkenningsdrempel
  • Verschildrempel
  • Bovendrempel

Slide 19 - Tekstslide

Reukzin
Heel belangrijk bij de waarneming
Geur = alle prikkels die via de reukzin binnenkomen 
Aroma = alle voedselprikkels die via de reukzin binnenkomen

  • Adaptatie

Geen geur -> wel in staat de basissmaken
waar te nemen, maar bijv. geen aardbeiensmaak, je proeft dan alleen een zoete smaak 

Slide 20 - Tekstslide

Slide 21 - Video

Slide 22 - Tekstslide

Slide 23 - Video

Er zijn 2 soorten sensorisch onderzoek, analytisch en hedonisch. Wat zou het verschil hiertussen zijn?

Slide 24 - Open vraag

Analytisch

  • Getraind panel
  • 5 - 20 respondenten
  • Objectief
Hedonisch

  • Ongetraind panel (consumenten)
  • Minimaal 100 respondenten
  • Mening

Slide 25 - Tekstslide

Consumentenonderzoek

 Hedonisch onderzoek

Voorkeur en acceptatie van een product

Wat is lekker/ ruikt goed etc.
Sensorisch onderzoek

Analytisch onderzoek

Het liefst zonder mensen

Op een schaal van 0 tot 10 hoe bitter is het product 

Slide 26 - Tekstslide

Beïnvloeding van de resultaten (sensorisch) consumentenonderzoek
  • Onduidelijke vraagstelling
  • Suggestieve vragen
  • Mening van anderen
  • Response bias
  • Verschillen in schaalgebruik
  • Te lange vragenlijst

Slide 27 - Tekstslide

Aan de slag!
Ga verder met praktijkopdracht 2.

Je bent inmiddels begonnen met het ontwikkelen van je product voor de gezonde kantine, nu wil je erachter komen wat mensen van de smaak van je product vinden. 
  • Stel een enquête op om erachter te komen wat mensen vinden van de organoleptische kenmerken van je product.

Slide 28 - Tekstslide

Aan de slag!
  •  Denk eraan, gebruik de opbouw zoals je deze geleerd hebt bij les 2 van consumentenonderzoek. 
  • Denk goed na over het soort vragen die je inzet, gesloten vragen leveren makkelijker te analyseren antwoorden op. 

Heb je het onderzoek af? Upload je enquête in het portfolio op de ELO voor feedback.

Slide 29 - Tekstslide

Leerdoelen
Jij:
  • kunt het verschil benoemen tussen analytisch en hedonisch onderzoek
  • kunt benoemen wat organoleptische kenmerken zijn
  • kent verschillende vraagmethoden en kunt het verschil benoemen tussen een enquête en een intervieuw
  • kunt benoemen welke zaken de resultaten van een consumentenonderzoek mogelijk kunnen beinvloeden
  • kunt een consumentenonderzoek opstellen waarbij  organoleptische kenmerken worden onderzocht
  • kunt verschillende vraagmethoden toepassen.

Slide 30 - Tekstslide