Spelling tussenletter -n- en -s- les 8

Lesdoel
Je weet wanneer je een tussen-n én -s schrijft in samenstellingen.

1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1,2

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesdoel
Je weet wanneer je een tussen-n én -s schrijft in samenstellingen.

Slide 1 - Tekstslide

Een samenstelling: twee (of meer) woorden die samen één woord worden

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Regels
Je schrijft een tussen-n als
- het eerste deel van het woord een znw is 
                                        én
- het znw alleen een meervoudsvorm op -en    
   heeft.
Voorbeelden: beukennootje, fietsenstalling

Slide 4 - Tekstslide

Je schrijft géén tussen-n als het eerste deel:
- geen zelstandig naamwoord is (zn:) hogeschool, huilebalk
- geen meervoud heeft: tarwebrood, hellevuur 
- alleen meervoud op -s heeft: horlogebandje, doucheputje
- zowel meervourd op -s als -n heeft: groentesoep, geboortekaartje
- aangeeft hoe groot, goed, klein, stom iets is: reuzeleuk, apetrots
- uniek is: zonnebank, maneschijn 

Slide 5 - Tekstslide

Slide 6 - Video

asperge + soep
A
aspergensoep
B
aspergesoep

Slide 7 - Quizvraag

fiets + rek
A
fietserek
B
fietsenrek

Slide 8 - Quizvraag

horloge + maker
A
horlogemaker
B
horlogenmaker

Slide 9 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
zonnebril
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 10 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
dieptepunt
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 11 - Quizvraag

Waarom heeft de samenstelling een tussenletter -e-?
reuzegroot
A
Het eerste woord gaat over iets waar er maar één van is
B
Het eerste woord heeft een versterkende betekenis
C
Het eerste woord heeft een meervoud op -en én op -s

Slide 12 - Quizvraag

Tussen -s

Je schrijft een tussen -s als je die hoort.

stationsplein
personeelsafdeling
identiteisbewijs
lievelingsdier


Slide 13 - Tekstslide

Waarom?
Dorpsstraat is met een tussen -s omdat dorpsplein ook met een tussen -s is.

Slide 14 - Tekstslide

Tussen S
A
Dorpsstraat
B
Dorpstraat

Slide 15 - Quizvraag

Tussen S
A
meisjesstemmen
B
meisjestemmen

Slide 16 - Quizvraag

Welke samenstelling heeft onterecht een tussen -s?
A
horlogesmaker
B
bakkersroom
C
scheepsjournaal
D
stadscentrum

Slide 17 - Quizvraag