much / many / degrees of comparison

Many - Much - Comparisons
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
EngelsMiddelbare schoolvmbo tLeerjaar 1,2

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslide.

Onderdelen in deze les

Many - Much - Comparisons

Slide 1 - Tekstslide

There is ... wind today.
A
MANY
B
MUCH

Slide 2 - Quizvraag

I have got ... sisters.
A
MANY
B
MUCH

Slide 3 - Quizvraag

There are ... people in the streets.
A
MANY
B
MUCH

Slide 4 - Quizvraag

We haven't got ... work to do.
A
much
B
many

Slide 5 - Quizvraag

This city has ... beautiful buildings.
A
much
B
many

Slide 6 - Quizvraag

We are much ... than other pupils in our school.
A
smart
B
smarter
C
smartest
D
more smart

Slide 7 - Quizvraag

Do you think she is as ... as the teacher?
A
nice
B
nicer
C
nicest
D
most nice

Slide 8 - Quizvraag

What is the ... mountain in The Netherlands?
A
high
B
higher
C
highest
D
most high

Slide 9 - Quizvraag

Our car is much ... than yours!
A
beautifuller
B
more beautiful
C
beautifullest
D
most beautiful

Slide 10 - Quizvraag

The weather in July can be ... than in August.
A
hot
B
hoter
C
hotter
D
hottest

Slide 11 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
little?
A
littler - littlest
B
more littler - most littlest
C
more little -most little
D
less - least

Slide 12 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
famous?
A
famouser- famousest
B
more famous- most famous
C
famousser - famoussest
D
more famouser - most famousest

Slide 13 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
big?
A
bigger - biggest
B
more big - most big
C
biger - bigest
D
bigier - bigiest

Slide 14 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
incredible?
A
incredibler - incrediblest
B
more incredibler - most incrediblest
C
incredibleer -incredibleest
D
more incredible - most incredible

Slide 15 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
big?
A
biger- bigest
B
more big- most big
C
bigger- biggest
D
more bigger - most biggest

Slide 16 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
tall?
A
taller-tallst
B
taller-tallest
C
more tall-most tall
D
tallier-talliest

Slide 17 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
bad?
A
badder - baddest
B
worse - worst
C
bader - badest
D
more bad- most bad

Slide 18 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
easy?
A
easier - easiest
B
more easy - most easy
C
easyer - easyest
D
easyr - easyst

Slide 19 - Quizvraag

Welke vergelijking is correct?
A
Shorter as
B
Shorter than
C
Shorter like

Slide 20 - Quizvraag

Welke vergelijking klopt?
A
Japanese is more difficulter than English.
B
Japanese is more difficult than English.
C
Japanese is difficulter than English.

Slide 21 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
important?
A
importanter -importantest
B
more important - most important
C
more importanter - most importantest
D
importantly - importantliest

Slide 22 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
Tall?
A
taller-tallst
B
taller-tallest
C
more tall-most tall
D
tallier-talliest

Slide 23 - Quizvraag

Wat zijn de trappen van vergelijking voor:
good?
A
gooder - goodest
B
beter - best
C
better - best
D
more good - most good

Slide 24 - Quizvraag