spelling quiz groep 7/8 (einde jaar)

• Spelling
• Basisschool
• Groep 7,8

spelling quiz groep 7/8

Wat is het verkleinwoord van 'ui'?

1. uitje
2. uijtje
3. uietje
4. uisje

Wat is juist gespeld?

1. Interessant
2. interesant
3. interressant
4. interresant

Wat is het meervoud van 'thema'?

1. themaa's
2. themas
3. themas
4. thema's

Hij __ zijn jas aan
(verleden tijd)

1. doet
2. deet
3. deed
4. doed

Hoeveel woorden kun jij maken met het woord:
MEDEKLINKER

Welk woord is juist gespeld?

1. Discussie
2. Diskussie
3. Discussi
4. Diskusi

Wat is het meervoud van 'idee'?

1. Ideën
2. Idees
3. Ideeën
4. Ideëen

Wat is de samenstelling van 'fiets' + 'tocht'?

1. Fiets tocht
2. Fiets-tocht
3. Fietstoch
4. Fietstocht

Hij heeft de hond __
(aaien)

Wat is het verkleinwoord van 'kip'?

1. kipje
2. kippie
3. kippetje
4. kipsje

Wat is het verkleinwoord van 'stoel'?

Ik __ ziek
(tegenwoordige tijd)

1. wordt
2. werdt
3. word
4. worden

Wat is het voltooid deelwoord van 'werken'?

1. werkt
2. werkend
3. werkte
4. gewerkt

Welk woord is juist gespeld?

1. kolonie
2. collony
3. colonie
4. koloonie

Wat is het meervoud van 'baby'?

1. baby's
2. babies
3. babie's
4. babys

Draai aan het rad en teken minimaal 5 dingen die bij jouw categorie passen.

Gisteren __ wij naar het bos.
(fietsen)

Welke zin is juist?

1. Mijn vader heb een fiets.
2. Me vader heeft een fiets.
3. Mijn vader heeft een fiets.
4. Mij vader heeft een fiets.

Wat is de samenstelling van 'zomer'+ 'vakantie'?

1. zomer vakantie
2. zomervakantie
3. zomer-vakantie
4. zommervakantie

Wij __ hard voor de toets.
(verleden tijd)

1. leerde
2. leerden
3. leerent
4. leerten

Wat is het meervoud van 'cactus'?

1. cactussen
2. cactes
3. cactusen
4. cactusje

Woord 1:

Woord 2:

Woord 3:

Zin 1:

Zin 2:

Zin 3: