Grammatica zinsdelen 25-1-2023

Nederlands - h3d/H3c
1 / 24
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 2,3

In deze les zitten 24 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Nederlands - h3d/H3c

Slide 1 - Tekstslide

Lesprogramma
1. (Lezen eigen boek)
2. Periodeplanner periode 3
3. Boekopdracht periode 3
4. Theorie grammatica
5. (LessonUp grammatica)

Slide 2 - Tekstslide

"Tegenwoordig schijnt niemand zonder zijn mobieltje te kunnen."
Benoem de persoonsvorm (PV).

Slide 3 - Open vraag

Tegenwoordig schijnt niemand zonder zijn mobieltje te kunnen.
Verdeel de zin in zinsdelen (met schuine streep).

Slide 4 - Open vraag

"Door het licht van de schermpjes zie je de film minder goed."
Benoem de persoonsvorm (PV).

Slide 5 - Open vraag

Door het licht van de schermpjes zie je de film minder goed.
Verdeel de zin in zinsdelen (met schuine streep).

Slide 6 - Open vraag

"In de aula zijn de brugklassers aan het oefenen voor hun optreden."
Benoem het WG.

Slide 7 - Open vraag

"Geven jullie elke maand al je zakgeld uit aan snoep?"
Benoem het WG.

Slide 8 - Open vraag

"Zondagavond heeft de brandweer in Winschoten een man bevrijd uit een hoge boom."
Benoem het OW.

Slide 9 - Open vraag

"De man wilde een kat redden uit de 25 meter hoge kastanjeboom."
Benoem het OW.

Slide 10 - Open vraag

Waar of niet waar?
"In iedere zin staat een persoonsvorm."
A
waar
B
niet waar

Slide 11 - Quizvraag

In iedere zin staat een onderwerp.
A
waar
B
niet waar

Slide 12 - Quizvraag

Noem zoveel mogelijk koppelwerkwoorden (er zijn er 9).

Slide 13 - Open vraag

Waarom noemen we deze werkwoorden eigenlijk een 'koppel'werkwoord?

Slide 14 - Open vraag

"De toets van muziek bleek behoorlijk lastig te zijn."
Benoem het NG.

Slide 15 - Open vraag

In welke zin is (een vorm van) "zijn" een koppelwerkwoord?
A
Na de toetsweek zijn alle leerlingen erg moe.
B
We zijn gisteren naar de bioscoop geweest.
C
Ik was gisteren jarig.
D
Hij is gevallen met zijn fiets.

Slide 16 - Quizvraag

"Ik was gisteren jarig."
Benoem het NG.

Slide 17 - Open vraag

"Na de toetsweek zijn alle leerlingen erg moe."
Benoem het NG.

Slide 18 - Open vraag

"Vanavond zal de directeur de geslaagden hun diploma’s uitreiken."
Schrijf de vraag op die je moet stellen om in deze zin het lijdend voorwerp te vinden.

Slide 19 - Open vraag

"Vanavond zal de directeur de geslaagden hun diploma’s uitreiken."
Benoem het LV.

Slide 20 - Open vraag

"Vanavond zal de directeur de geslaagden hun diploma’s uitreiken."
Schrijf de vraag op die je moet stellen om in deze zin het meewerkend voorwerp te vinden.

Slide 21 - Open vraag

In iedere zin staat een lijdend voorwerp en/of een meewerkend voorwerp.
A
waar
B
niet waar

Slide 22 - Quizvraag

De schade aan woonhuizen is na de najaarsstorm zeer ernstig.
OW
PV
WG
NG
LV
BWB
De schade aan woonhuizen
is zeer ernstig
na de najaarsstorm.

Slide 23 - Sleepvraag

"De keeper van Ajax werd vanmiddag met een blessure afgevoerd naar het ziekenhuis."
Benoem alle BWB'en (in volgorde).

Slide 24 - Open vraag