H2 en H3 Herhaling

Ecologie
1 / 40
volgende
Slide 1: Tekstslide
BiologieMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 1-3

In deze les zitten 40 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 40 min

Onderdelen in deze les

Ecologie

Slide 1 - Tekstslide

Begrippen Hoofdstuk 2
  • Milieu = leefomgeving
  • Ecologie = bestuderen alle relaties tussen organismen en hun milieu
  • Soort - binominale naamgeving
  • Taxonomie
  • Populatie
  • Biotische en abiotische factoren
  • Beperkende factor
  • Habitat
  • Versnippering
  • Tolerantiecurve - grenzen en optimum
  • Niche
  • Predator - prooi
  • Voedselketen / voedselweb
  • Mutualisme, commensalisme, epifytisme, parasitisme

Slide 2 - Tekstslide

Taxonomie
De taxonomie plaatst organismen bijeen in steeds grotere groepen:
organismen → soorten → geslachten → families → orden → klassen → afdelingen → rijken → domeinen.

Een soort heeft een wetenschappelijke naam: 
-Geslachtsnaam (hoofdletter) soortaanduiding (kleine letter)

Voorbeeld: Parus major 

Slide 3 - Tekstslide

Taxonomie
Vroeger: hoogste groep = rijk

Tegenwoordig: hoogste groep zijn de domeinen: 
  • archaea
  • bacteriën
  • eukaryoten

Slide 4 - Tekstslide

Taxonomie
  • Indelingsgroepen zijn taxa
  • Binominale naamgeving is geslachtsnaam en soortaanduiding

Slide 5 - Tekstslide

Soort
Wanneer twee organismen VRUCHTBARE nakomelingen kunnen krijgen, behoren ze tot dezelfde soort.


Slide 6 - Tekstslide

Aantallen van één soort
Alle organismen van dezelfde soort  in een bepaald gebied heet een Populatie.
Het aantal individuen in een populatie heet de populatiegrootte.
Het aantal individuen per eenheid van een oppervlak heet de Populatiedichtheid. 
 


Slide 7 - Tekstslide

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Habitat en niche
Habitat:
De leefomgeving van een organisme met de specifieke abiotische en biotische factoren.

Niche:
De wijze waarop de soort de biotische en abiotische factoren in de habitat gebruikt en dus de habitat beïnvloedt.

Slide 10 - Tekstslide

Ecosysteem/ habitat/ niche
Een ecosysteem bevat verschillende habitats.
En verschillende niches binnen de habitats.
Soorten kunnen naast elkaar leven binnen habitats, hun onderlinge relatie blijkt uit hun niches. 
Bij overlapping in niche is er concurrentie.

Slide 11 - Tekstslide

twee soorten concurreren als tolerantiecurves voor een beperkende factor overlappen

Slide 12 - Tekstslide

Predator-prooirelatie

Slide 13 - Tekstslide

Symbiose
  • Mutualisme: + / +
  • Commensalisme: + / 0
  • Parasitisme: - / +

    Geen symbiose:
  • Competitie - / -
  • Predatie - / +

Slide 14 - Tekstslide

Begrippen Hoofdstuk 3
  • Ecosysteem
  • Producent, consument, reducent
  • Detrituseters
  • Autotroof, heterotroof                                                 - primaire successie               
  • Draagkracht                                                                   - secundaire successie
  • Populatiedynamiek                                                     - pioniersoorten
  • Verstoringen                                                                  - climaxstadium
  • Piramides van biomassa, energie en aantallen   - beheer
  • Trofische niveaus
  • Energiestroomschema's
  • Bruto en netto primaire productie
  • Eutrofiering
  • Humuslaag, Composteren
  • Kringloop van stoffen (C en N)

Slide 15 - Tekstslide

Producent
Consument 1e orde
Consument 2e orde
Consument 3e orde

Slide 16 - Tekstslide

Voedselrelaties

Slide 17 - Tekstslide

Elke voedselketen start met een producent!

Slide 18 - Tekstslide

Voedsel-web

Slide 19 - Tekstslide

Vul in het schema van het voedselweb de volgende organismen op de juiste plaats in (zie afbeelding). 
bladluis 
buizerd 
konijn 
lieveheersbeestje 
merel 
planten 

Slide 20 - Sleepvraag

Waarom starten voedselrelaties altijd met producenten?

Slide 21 - Open vraag

Producent
Consument

Slide 22 - Sleepvraag

Draagkracht

Slide 23 - Tekstslide

Draagkracht

Slide 24 - Tekstslide

Draagkracht

Slide 25 - Tekstslide

Piramide van aantallen
Piramide van biomassa

Slide 26 - Tekstslide

Piramide van biomassa

Slide 27 - Tekstslide

Energiestroomschema

Slide 28 - Tekstslide

Energiestroomschema


Slide 29 - Tekstslide

Bruto Primaire Productie
Bruto Primaire Productie
Alle organische stoffen die producenten produceren =  Energie uit zonlicht omgezet in organische stof =  Fotosynthese = Koolstofassimilatie -> glucose!

Slide 30 - Tekstslide

 Wat gebeurt er met BPP?
1. Brandstof -> dissimilatie! = D -> energie komt vrij als warmte 
Wat blijft er over? BPP – D = Netto Primaire Productie
2. Bouwstof -> groeien = lichaam bouwen =
voortgezette assimilatie -> eiwitten, vetten, andere koolhydraten!


Slide 31 - Tekstslide

DUS
netto primaire productie = bruto primaire productie - verlies door ademhaling van de planten (autotroof organisme)

Slide 32 - Tekstslide

Wat gebeurt er met NPP?
1. Sterfte, verlies -> afvaleters -> reducenten -> anorganische stoffen (cirkel)
2. Voedsel voor herbivoren (consumenten 1e orde) -> 
brandstof (D) en bouwstof -> Netto Secundaire Productie

Slide 33 - Tekstslide

Kringloop van stoffen

Slide 34 - Tekstslide

Eutrofiëring

Slide 35 - Tekstslide

Eutrofiëring

Slide 36 - Tekstslide

Primaire successie

Slide 37 - Tekstslide

Pioniersstadium

  • weinig soorten
  • weinig interspecifieke relaties
  • kleine biomassa
  • grote invloed abiotische factoren
  • geen humus (bij primaire successie)
Climaxstadium

  • veel soorten
  • veel interspecifieke relaties
  • grote biomassa
  • kleine invloed abiotische factoren
  • veel humus

Slide 38 - Tekstslide

Primaire en secundaire successie
Successie op grond die nog nooit begroeid is geweest: ……………………………………………………..
Successie op grond die al eens begroeid is geweest:(b.v. kale plek in het bos)……………………………………………………….

 Secundaire successie verloopt veel sneller dan primaire successie


Slide 39 - Tekstslide

Kale grond zonder humuslaag
Kale grond mét humuslaag
Climaxecosysteem
Primaire successie
Secundaire successie
Start:
Finish:

Slide 40 - Tekstslide