Hoofdstuk 9: Orders

1 / 29
volgende
Slide 1: Video
LogistiekMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 29 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 60 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Video

Wat is een order?

Slide 2 - Woordweb

Order
Order --> is een opdracht van een afnemer (ook wel klant genoemd) aan een bedrijf om;
- een hoeveelheid artikelen
- tegen een bepaalde prijs
- op een bepaald tijdstip te leveren

Slide 3 - Tekstslide

Wat gebeurt er wanneer
een order wordt geplaatst?

Slide 4 - Woordweb

Order
De uitgaande goederenstroom begint als een afnemer een order plaatst?

Klopt dit...?

Slide 5 - Tekstslide

Order
De uitgaande gg.stroom begint als een afnemer een order plaatst

Slide 6 - Tekstslide

Wat betekent de brexit voor orders uit de UK?
?

Slide 7 - Tekstslide

Wat zijn NAW-gegevens?

Slide 8 - Woordweb

Klop deze stelling?

Slide 9 - Tekstslide

1. Welke gegevens moeten er in ieder geval op de order staan? 
De Drankfabriek is een leverancier van alcoholische dranken. Een van de commercieel medewerkers behandelt een order die afkomstig is van supermarkt Klaassen. Naast de gebruikelijke hoeveelheid bier en wat goedkopere wijnen, bestelt Klaassen ook tien dozen met exclusieve wijn. Helaas blijken deze niet op voorraad te zijn. Supermarkt Klaassen wil deze wijn wel graag hebben. 

Slide 10 - Tekstslide

1. Welke gegevens moeten er in ieder geval op de order staan? 
Op een order staan in ieder geval:

- naam en adres van de afnemer (NAW-gegevens)
- artikelomschrijving en/of artikelcode
- aantal artikelen
- prijzen en korting

Slide 11 - Tekstslide

2. De Drankfabriek kan niet alle bestelde artikelen leveren. Wat kan de commercieel medewerker het beste aan De Drankfabriek voorstellen?  
De Drankfabriek is een leverancier van alcoholische dranken. Een van de commercieel medewerkers behandelt een order die afkomstig is van supermarkt Klaassen. Naast de gebruikelijke hoeveelheid bier en wat goedkopere wijnen, bestelt Klaassen ook tien dozen met exclusieve wijn. Helaas blijken deze niet op voorraad te zijn. Supermarkt Klaassen wil deze wijn wel graag hebben. 

Slide 12 - Tekstslide

2. De Drankfabriek kan niet alle bestelde artikelen leveren. Wat kan de commercieel medewerker het beste aan De Drankfabriek voorstellen?  
De medewerker kan het beste voorstellen om het gebruikelijke bier en de
goedkopere wijnen alvast op te sturen. Zodra de exclusieve wijn weer leverbaar is, stuurt De Drankfabriek deze op naar de klant

Slide 13 - Tekstslide

3. Om welk soort order gaat het hier? 
De Drankfabriek is een leverancier van alcoholische dranken. Een van de commercieel medewerkers behandelt een order die afkomstig is van supermarkt Klaassen. Naast de gebruikelijke hoeveelheid bier en wat goedkopere wijnen, bestelt Klaassen ook tien dozen met exclusieve wijn. Helaas blijken deze niet op voorraad te zijn. Supermarkt Klaassen wil deze wijn wel graag hebben. 

Slide 14 - Tekstslide

3. Om welk soort order gaat het hier? 
Het gaat hier om een backorder.

Het komt voor dat de artikelen die de afnemer bestelt, niet allemaal in voorraad zijn. De afnemer ontvangt dan slechts de artikelen die wel in voorraad zijn. Het gedeelte van de order dat later geleverd wordt omdat goederen niet in voorraad zijn, heet backorder.
Een ander woord voor backorder is naleveringsorder.


Slide 15 - Tekstslide

Soorten orders

Slide 16 - Tekstslide

Een tuincentrum krijgt een order voor 4 rouwkransen.

Welke informatie op deze order is het relevantst?
A
kwantumkorting
B
afleveradres
C
ordernummer

Slide 17 - Quizvraag

Wat betekent kwantum?
A
de kleinste natuurlijke eenheid die in onze kosmos voorkomt
B
is de kleinste, ondeelbare hoeveelheid van een grootheid die bij een interactie betrokken kan zijn
C
hoeveelheid

Slide 18 - Quizvraag

De prijs voor een order kan op verschillende manieren tot stand komen.

Wanneer is er sprake van een speciale prijs voor de transactie?
Het gaat hier om een eenmalige korting die gegeven wordt omdat deze stoel verdwijnt uit het assortiment. De groothandel wil van de oude voorraad af.
A
Een groothandel in grote en kleine tuingereedschappen geeft 5% korting aan een vaste klant die 25 tuintractors bestelt.
B
Een groothandel in bureaumeubilair biedt een vaste klant 20% korting op de laatste 4 leren bureaustoelen uit het assortiment.
C
Een groothandel in bouwmaterialen geeft heel de maand februari 5% korting op alle zakken cement van 25 kg.

Slide 19 - Quizvraag

Een klant van een groothandel in groenten en fruit heeft een zending fruit ontvangen. Een deel van de partij druiven die hij heeft gekregen is rot. Hij belt naar de verkoper van de groothandel .

Waar zal de verkoper als eerste naar vragen?
A
naar het productnummer van de druiven
B
naar de naam van de klant
C
naar het ordernummer van de zending

Slide 20 - Quizvraag

Een suikerproducent levert suikersiroop aan een frisdrankfabriek.

In welke eenheid is het te leveren aantal uitgedrukt op de order?
A
in flessen
B
in liters
C
in m3

Slide 21 - Quizvraag

Het gaat hier over levering aan de industrie, dus bulk. Vloeibare bulkgoederen worden meestal uitgedrukt in m3.

Slide 22 - Tekstslide

Een order van een klant staat klaar in het magazijn. Zodra de klant erom vraagt, wordt deze order verzonden.

Hoe noem je deze order?
A
afroeporder
B
afhaalorder
C
termijnorder

Slide 23 - Quizvraag

Wat is één juist kenmerken van een termijnorder?

A
verwerking zo snel mogelijk
B
verwerking volgens de algemene procedure
C
afnemer geeft seintje wanneer hij de goederen nodig heeft
D
nalevering van de order

Slide 24 - Quizvraag

In welke situatie is er sprake van een afhaalorder?
A
De klant komt naar het magazijn, doet een bestelling en laat deze op locatie bezorgen
B
De klant doet een bestelling, komt naar het magazijn en neemt de goederen mee
C
De klant komt naar het magazijn, doet een bestelling en neemt de goederen meteen mee

Slide 25 - Quizvraag

Soms wordt een order met voorrang behandeld.

Hoe noem je zo'n order?
A
balieorder
B
spoedorder
C
backorder

Slide 26 - Quizvraag

Wat is het verschil tussen
heterogene en homogene
orders?

Slide 27 - Woordweb

Orders
Een homogene order bestaat uit dezelfde soort goederen. 

Een heterogene order bestaat uit verschillende soorten goederen.

Slide 28 - Tekstslide

Maakwerk en huiswerk
Controle- en verwerkingsopdrachten van hoofdstuk 9!

Slide 29 - Tekstslide