WI-3 Les 3 b

Wiskunde!
Wi-3 Les 3

1 / 14
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 14 slides, met tekstslides.

Onderdelen in deze les

Wiskunde!
Wi-3 Les 3

Slide 1 - Tekstslide

Onderwerpen:
WI-2: Grafieken tekenen opg 18-21

Slide 2 - Tekstslide

Huiswerk
week 
Huiswerk
1
18 t/m 21 -> grafieken tekenen
22-23-27 RC & SP bepalen
2
24-25-26 --> RC , SP en vergelijking berekenen
3
28 & 30--> Grafieken tekenen
29 --> Oplossen
31 --> Snijpunten met beide assen berekenen

Slide 3 - Tekstslide

2x+3y=6
Grafiek tekenen:
1. Zet de vergelijking in de goede volgorde (y-ax+b)
                                   2x+3y=6
                                          3y=-2x+6
2. Maak er nu 1y van door te delen door het getal wat VOOR de y staat:                   3y =-2x+6
                                  y=-2/3+2   ---> hier ga je de grafiek van tekenen

Slide 4 - Tekstslide

y=-2/3+2
  1. Teken een tabel
  2. Kies 3 waarden voor x
  3. Bereken bij elke waarde van x de bijbehorende waarde van y
  4. Teken een assenstelsel
  5. Teken de gekregen coordinaten uit je tabel i/h assenstelsel
  6. Trek de lijn door het hele assenstelsel

Slide 5 - Tekstslide

Opgave 28 & 30

Slide 6 - Tekstslide

Oplossen (opg 29)
• Een grafiek kan door verschillende alfabetische letters aangegeven worden
VB: f(x) / g(x) / b(x) / k(x) / r(x) etcetera
y = 2x + 3 is hetzelfde als
f(x) = 2x + 3
f: x→ 2x + 3
• f(x) is de y waarde (beeld)
• x staat voor de x waarde (origineel)
• Er moet altijd een vergelijking/functie gegeven zijn

GRAFIEKEN/VERGELIJKINGEN
VB: f(x) / g(x) / b(x) / k(x) / r(x) etcetera
y = 2x + 3 is hetzelfde als
f(x) = 2x + 3
f: x→ 2x + 3

• f(x) is de y waarde (beeld)
• x staat voor de x waarde (origineel)

• Er moet altijd een vergelijking/functie gegeven zijn



Slide 7 - Tekstslide

Dit wil zeggen dat:

 f(x) = 10 -->  y = 10 betekent
 f(5)         -->  x = 5 betekent

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Tekstslide

Gegeven: f(x) = 3x +2 (dit is hetzelfde als y = 3x +2)
a. Bereken f(2)
Dit betekent dat x=2 dit moet je invullen in de gegeven vergelijking om y te berekenen
Dus: y = 3 • x +2 (op de plaats van de x komt een 2 te staan)
  
  y = 3 • 2 +2
  y = 6 +2
  y = 8


Slide 10 - Tekstslide

b. Los op f(x) = 17
Dit betekent dat je y = 17 (want f(x) is hetzelfde als y) moet invullen in de gegeven vergelijking
Dus: y = 3 • x +2 (op de plaats van de y komt een 17 te staan)
            17 = 3 • x +2
       17 - 2 = 3 • x
      (:3) 15 = 3 • x (:3)
              5 = x
              x = 5

Slide 11 - Tekstslide

Opgave 29

Slide 12 - Tekstslide

Huiswerk
Opgave 
28
29
30

Slide 13 - Tekstslide

Tot volgende week!

Slide 14 - Tekstslide