Target 6 Les 6: hoofdrekenen: vermenigvuldigen en delen met kommagetallen tot op 0,001

• Wiskunde
• Basisschool
• Groep 6

hoofdrekenen: vermenigvuldigen en delen met kommagetallen tot op 0,001 (nieuw)

lesverloop 

• herhaling vermenigvuldigen en delen met kommagetallen tot op 0,01
  
• quiz
• uitleg vermenigvuldigen en delen met kommagetallen tot op 0,001
  
• werkboek oplossen 
• werkboek verbeteren
• hulp van de juf 
  
• foto als bewijs
  

herhaling: vermenigvuldigen en delen met kommagetallen tot op 0,01

uitleg vermenigvuldigen tot op honderdste

uitleg delen tot op honderdste

herhaling

Hoe noem je de getallen die je met elkaar moet vermenigvuldigen bij een vermenigvuldiging?

1. termen
2. factoren

Hoe noem je de uitkomst van een vermenigvuldiging?

1. som
2. product

Hoe noem je de uitkomst van een deling?

1. quotiënt
2. verschil

Hoe noem je het grootste en eerste getal bij een deling?
bv: 8,40 : 2?

1. deeltal
2. deler

Hoe noem je het tweede getal bij een deling?
bv: 8,40 : 2

1. deeltal
2. deler

Hoe noemen we het eerste getal bij een vermenigvuldiging?
bv: 3, 60 x 2

1. vermenigvuldiger
2. vermenigvuldigtal

Hoe noemen we het tweede getal bij een vermenigvuldiging?
bv: 3, 60 x 2

1. vermenigvuldiger
2. vermenigvuldigtal

uitleg vermenigvuldigen met kommagetallen tot op 0,001

uitleg kommagetal anders schrijven

uitleg kommagetal splitsen

flexibel rekenen met kommagetallen tot op 0,001

  

uitleg flexibel rekenen

uitleg delen met 

kommagetallen tot op 0,001

uitleg kommagetal anders schrijven

uitleg kommagetal splitsen

Wat heb je nodig?

• werkboek rekenen Target 6 Les 6 p. 9    oefening 1-6
• positieschema tot op duizendste
  

1. Los de vragen 1 tot en met 6  op in je rekenboek p.9

• gebruik de slides als hulp 
  

4. Verbeter de vragen 1-6 met de verbetersleutel in het groen

-> is jouw antwoord fout, trek er dan een streep door en schrijf het juiste antwoord erbij en/of duid het juiste antwoord aan in groen

hulp van de juf  

oefening 1:

Je mag  tussenstappen opschrijven maar je moet niet.

werkwijze oefening 1: we gaan het eerste rijtje samen maken

3 x 4 = 12

3 x  0,4 = 3 x 4 t = 12 t = 1,2  

want 2 zijn de eenheden in het getal 12 dus 2 moet in de kolom van tiende

3 x 0,04 = 3 x 4 h = 12 h = 0,12

want 2 zijn de eenheden in het getal 12 dus 2 moet in de kolom van honderdste

3 x 0,004 = 3 x 4 d= 12 d = 0,012

want 2 zijn de eenheden in het getal 12 dus 2 moet in de kolom van duizendste

             

uitleg oefening 1

hulp van de juf  

oefening 2:

Je moet verplicht tussenstappen gebruiken! Gebruik je positieschema!

regel: de eenheden moeten in de kolom staan van de maateenheid die erachter staat

werkwijze: anders schrijven

3 x 0,025 = 3 x 25 d = 75 d = 0,075

            

oefening 3:

Je moet verplicht tussenstappen opschrijven.

werkwijze: splitsen: voor de komma en na de komma

7 x 4,015 = (7 x 4) + (7 x 15 d) = 28 + (105 d) = 28 + 0,105 = 28,105

uitleg oefening 2

uitleg oefening 3

hulp van de juf  

oefening 4: flexibel rekenen

weetje: bij een vermenigvuldiging mag je de factoren van plaats verwisselen

bv: 

2 x 0,008 x 5 = 2 x 5 x 0,008 = (2 x 5) x 0,008 = 10 x 0,008 = 0,08

2 x 0,008 x 5 = 2 x 5 x 0,008 = 10 x 0,008 = 10 x 8d = 80 d = 0,080 = 0,08

              x 10 = de komma één plaats opschuiven naar rechts

                            0,008 -> 0,08

bv: 

4 x 0,008 x 25 = 4 x 25 x 0,008 =  100 x 0,008 = 0,8 

 4 x 0,008 x 25 = 4 x 25 x 0,008 = 100 x 0,008 = 100 x 8d = 800d =0,8

              x 100 = de komma twee plaatsen opschuiven naar rechts 

                            0,008 -> 0,8

          

           

hulp van de juf  

oefening 5:

Je moet verplicht tussenstappen gebruiken! Gebruik je positieschema!

regel: de eenheden moeten in de kolom staan  van de maateenheid die erachter staat

werkwijze: anders schrijven

0,008 : 2 = 8 duizendste : 2 = 8 d : 2 = 4 d = 0,004

            

oefening 6:

Je moet verplicht tussenstappen opschrijven. Gebruik je positieschema!

werkwijze: splitsen: voor de komma en na de komma

8, 056 : 4 = (8 : 4) + (56 d : 4) = 2 + (14 d) = 2 + 0,014 = 2, 014

uitleg oefening 5

uitleg oefening 6

Laad hieronder een foto van pagina 9 op (ingevuld + verbeterd)