Target 6 Les 13: deel 2: nat. getallen en kommagetallen vermenigvuldigen met 25 en 50

1 / 23
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 23 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

kommagetallen en natuurlijke getallen vermenigvuldigen met  25 en 50
lesverloop 
  • uitleg natuurlijke getallen en kommagetallen vermenigvuldigen met 25
  • uitleg natuurlijke getallen en kommagetallen vermenigvuldigen met 50
  • quiz
  • werkboek oplossen
  • werkboek verbeteren
  • hulp van de juf 
  • foto als bewijs

Slide 2 - Tekstslide

natuurlijke getallen en kommagetallen vermenigvuldigen met 25

uitleg x 25

Slide 3 - Tekstslide

natuurlijke getallen en kommagetallen vermenigvuldigen met 50

uitleg x 50

Slide 4 - Tekstslide

vermenigvuldigen met 10, 100, 1000, 5, 25 en 50






Slide 5 - Tekstslide

10 x 28 =
A
2,8
B
280
C
0,28
D
2 800

Slide 6 - Quizvraag

10 x 28 = 280

want ....

de regel zegt: 
een natuurlijk getal x 10 = 1 nul toevoegen


Slide 7 - Tekstslide

6,4 x 100 =
A
640
B
0,64
C
64
D
0,064

Slide 8 - Quizvraag

6,4 x 100 = 640

want ....

de regel zegt: 
een kommagetal x 100 =  komma 2 keer opschuiven naar rechts


Slide 9 - Tekstslide

1000 x 0,320 =
A
32,0
B
320
C
3 200
D
3,20

Slide 10 - Quizvraag

 1000 x 0,320 = 320,0 of 320

want ....

de regel zegt: 
een kommagetal x 1000 = komma 3 keer opschuiven naar rechts


Slide 11 - Tekstslide

0,6 x 5 =
A
3,0
B
6
C
2
D
3

Slide 12 - Quizvraag

0,6 x 5 = (0,6 x 10) : 2 = 6 : 2 = 3 of 3,0

want ....

via trucje: 
( 0,6 x 10) : 2 = 6 : 2 = 3

via oude methode:
0,6 x 5 = 6t x 5 = 30t = 3,0



Slide 13 - Tekstslide

25 x 0,12 =
A
3,0
B
12
C
400
D
3

Slide 14 - Quizvraag

25 x 0,12 = 3,0 of 3

want ....

via trucje: 
( 100 x 0,12) : 4 =  12 : 4 = 3





Slide 15 - Tekstslide

0,320 x 50 =
A
32
B
64
C
16
D
22

Slide 16 - Quizvraag

O,320 x 50 = 16

want ....

via trucje: 
( 0,320 x 100) : 2 =  32,0 :2 = 16,0 = 16





Slide 17 - Tekstslide

50 x 0,008 =
A
0,8
B
0,4
C
1,6
D
0,2

Slide 18 - Quizvraag

 50 x 0,008 = 0,4

want ....

via trucje: 
( 100 x 0,008) : 2 =  0,8 :2 = 8t : 2 = 4t = 0,4





Slide 19 - Tekstslide

Wat heb je nodig?
  • werkboek rekenen Target 6 Les 13 p. 17    oefening 5-7
  • rakkertje

Slide 20 - Tekstslide



1. Los de vragen 5 tot en met 7 op in je donkergroen rekenboek p.17
  • gebruik de slides als hulp 
  • gebruik jouw rakkertje

4. Verbeter de vragen 5-7 met de verbetersleutel in het groen
-> is jouw antwoord fout, trek er dan een streep door en schrijf het juiste antwoord erbij en/of duid het juiste antwoord aan in groen

Slide 21 - Tekstslide

hulp van de juf  
oefening 5: trucje = x 50 = ( x 100) : 2
       eerste rooster = natuurlijk getallen --> verplicht tussenstappen gebruiken!
       bv:   50 x 8 =( 100 x 8) : 2 = 800 : 2 = 400
       
        tweede rooster = kommagetallen --> verplicht tussenstappen gebruiken!
        bv:    50 x 0,006 = (0,006 x 100) : 2 = 0,6 x 2 = 6t x 2 = 12t = 1,2

oefening 6: trucje = x 25 = ( x 100) : 4
 eerste kolom = natuurlijke getallen --> verplicht tussenstappen gebruiken!
 tweede kolom = kommagetallen --> verplicht tussenstappen gebruiken!
            
oefening 7: tussenstappen gebruiken = verplicht + goede antwoordzin
stap 1: boeket berekenen van Romantiek
stap 2: boeket berekenen van Lentekriebels
stap 3: beide boeketten vergelijken + antwoordzin formuleren


 
                   

Slide 22 - Tekstslide

Laad hieronder een foto van pagina 17 op (ingevuld + verbeterd)

Slide 23 - Open vraag