Target 6 Les 13: deel 1: nat. getallen en kommagetallen vermenigvuldigen met 10, 100, 1000 en 5

1 / 18
volgende
Slide 1: Tekstslide
WiskundeBasisschoolGroep 6

In deze les zitten 18 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

kommagetallen en natuurlijke getallen vermenigvuldigen met 10, 100, 1000, 5, 25 en 50

lesverloop 
  • uitleg natuurlijke getallen vermenigvuldigen met 10, 100, 1000
  • uitleg kommagetallen vermenigvuldigen met 10, 100, 1000
  • uitleg nat. getallen en kommagetallen vermenigvuldigen met 5
  • quiz
  • werkboek oplossen
  • werkboek verbeteren
  • hulp van de juf 
  • foto als bewijs

Slide 2 - Tekstslide

natuurlijke getallen vermenigvuldigen met 10, 100 en 1000

uitleg natuurlijk getal x 10, 100, 1000

Slide 3 - Tekstslide

kommagetallen vermenigvuldigen met 10, 100 en 1000
uitleg kommagetal x 10, x100, x1000

Slide 4 - Tekstslide

natuurlijke getal vermenigvuldigen met 5









kommagetal vermenigvuldigen met 5
-splitsen:
4,4 x 5 = (4 x 5) + (4t x 5) = 20 + 20t = 20 + 2,0 = 22,0 = 22

-trucje = (kommagetal x 10) : 2  of (10 x kommagetal) : 2
4,4 x 5 = (4,4 x 10) : 2 = 44 : 2 = 22

uitleg natuurlijk getal en kommagetal x 5
uitleg kommagetal veremnigvuldigen met 5

Slide 5 - Tekstslide

vermenigvuldigen met 10, 100, 1000 en 5






Slide 6 - Tekstslide

543 x 100 =
A
5 430
B
5 430,0
C
54 300
D
5 4300,0

Slide 7 - Quizvraag

543 x 100 =54 300 of 54 300,0

want ....

de regel zegt: 
een natuurlijk getal x 100 = 2 nullen toevoegen


Slide 8 - Tekstslide

6,75 x 10 =
A
67,5
B
675
C
0,675
D
675, 0

Slide 9 - Quizvraag

6,75 x 10 =67,5

want ....

de regel zegt: 
een kommagetal x 10 =  komma 1 keer opschuiven naar rechts


Slide 10 - Tekstslide

6,75 x 1000 =
A
675,0
B
6 750, 0
C
6 750
D
675

Slide 11 - Quizvraag

6,75 x 1000 =6 750 of 6 750,0

want ....

de regel zegt: 
een kommagetal x 1000 = komma 3 keer opschuiven naar rechts


Slide 12 - Tekstslide

2,2 x 5 =
trucje = x 10 : 2
splitsen = (2 x 5) + (2t x 5)
A
1,1
B
22
C
110
D
11

Slide 13 - Quizvraag

2,2 x 5 = 11

want ....

via trucje: 
( 2,2 x 10): 2 = 22 : 2 = 11

via splitsen: 
(2E x 5) + (2t x 5)= 10 + 10t = 10 + 1,0 = 11, 0 of 11



Slide 14 - Tekstslide

Wat heb je nodig?
  • werkboek rekenen Target 6 Les 13 p. 16    oefening 1-4
  • rakkertje

Slide 15 - Tekstslide



1. Los de vragen 1 tot en met 4 op in je donkergroen rekenboek p.16
  • gebruik de slides als hulp 
  • gebruik jouw rakkertje

4. Verbeter de vragen 1-4 met de verbetersleutel in het groen
-> is jouw antwoord fout, trek er dan een streep door en schrijf het juiste antwoord erbij en/of duid het juiste antwoord aan in groen

Slide 16 - Tekstslide

hulp van de juf  
oefening 1: 
       eerste rooster = natuurlijk getal x 10, x 100, x 1000 = nullen toevoegen
        tweede rooster = kommagetal x 10, x 100, x 1000 = komma opschuiven naar rechts

oefening 2: 
 eerste kolom = natuurlijke getallen --> Wat is er gebeurd met het getal?
 tweede kolom = kommagetal --> Wat is er gebeurd met het getal?
            
oefening 3:
eerste kolom  = natuurlijke getallen --> nullen toevoegen
tweede kolom =kommagetallen --> komma opschuiven naar rechts  

 oefening 4: 
eerste kolom  = natuurlijke getallen --> verplicht tussenstappen gebruiken!
tweede kolom = kommagetallen --> verplicht tussenstappen gebruiken!
                   

Slide 17 - Tekstslide

Laad hieronder een foto van pagina 16 op (ingevuld + verbeterd)

Slide 18 - Open vraag