4vwo H1.1 Rivieren kenmerken

Welkom 4vwo!
H1 §1 Rivieren kenmerken
1 / 30
volgende
Slide 1: Tekstslide
AardrijkskundeMiddelbare schoolhavo, vwoLeerjaar 4

In deze les zitten 30 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Welkom 4vwo!
H1 §1 Rivieren kenmerken

Slide 1 - Tekstslide

1.1 Rivieren kenmerken
Vandaag:
- kort kennismaken 
- blended learning & atlasgebruik bij AK
- lezen 1.1 Kennischeck eerste begrippen 4.1 (2e klas & uit tekst)
- Werken aan opdrachten 4.1

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

Blended learning
Mee: - flexboek & laptop
- lader & oortjes
- schrift & pen

Tijdens uitleg: 
- aantekenen in schrift
- laptops dicht
- actieve deelname
Zelfstandig werken
- je werkt aan AK, niet zonder overleg aan andere vakken

Atlas gebruik
-noodzakelijke vaardigheid als onderzoeker
- toepassen kennis
- ieder proefwerk met atlas

Slide 4 - Tekstslide

Lees nu: 1.1 Rivieren kenmerken
twee voorbeelden
de waterafvoer verandert
Doel: je weet weer wat de begrippen die rivieren beschrijven uit de 2e klas betekenen
hebt een idee van met welke nieuwe begrippen je een rivier meer complex kunt beschrijven

Slide 5 - Tekstslide

Wat is een stroomgebied?

Slide 6 - Open vraag

Stroomgebied A       Stroomgebied B
het verzamelgebied van een rivier waarbinnen alle neerslag en grondwater via de zijrivieren uiteindelijk in de hoofdrivier stroomt

Slide 7 - Tekstslide


Waar ligt hier de waterscheiding?
A
B
C
D
A
A
B
B
C
C
D
D

Slide 8 - Quizvraag

De waterscheiding is de grens tussen 2 stroomgebieden

Slide 9 - Tekstslide

Je weet nu wat een stroomgebied is, maar wat is een stroomstelsel?

Slide 10 - Open vraag

Een stroomstelsel is het geheel van de hoofdrivier met al zijn zijtakken
Blauw = Stroomstelsel
Rood = Stroomgebied

Slide 11 - Tekstslide

Een stroomstelsel bestaat uit drie delen, die samen het lengteprofiel vormen
Bovenloop
Middenloop
Benedenloop

Slide 12 - Tekstslide

Kenmerken Bovenloop

Slide 13 - Woordweb

kenmerken Benedenloop

Slide 14 - Woordweb

1. De bovenloop: hoog in de bergen, waar de rivier ontspringt. Door het grote hoogteverschil stroomt de rivier snel en is de erosieve kracht groot.

2. De middenloop: het middelste deel waar de rivier door een dal loopt waar hij zich heeft ingesneden.

3. De benedenloop: dicht bij de monding waar de rivier door een riviervlakte stroomt. De stroomsnelheid is laag en hierdoor neemt de sedimentatie toe.

Slide 15 - Tekstslide

Nieuw in 4 vwo:

Regiem:
Het verschil in waterafvoer van een rivier gedurende het jaar 
(hoge fluctuatie=groot verschil)

Debiet:
De totale hoeveelheid water die een rivier op een bepaald punt afvoert

Slide 16 - Tekstslide

Waar, in een gematigd klimaat, is het debiet vaak het grootst, in de boven-, midden- of benedenloop van de rivier?

Slide 17 - Tekstslide

Slide 18 - Tekstslide


Bekijk de afbeelding, je kunt stellen: Deze rivier heeft...
A
Een afwisselend regiem
B
Een gelijkmatig regiem
C
Een hoog debiet
D
Een laag debiet

Slide 19 - Quizvraag


Bekijk de afbeelding, je kunt stellen: Deze rivier heeft...
A
Een regiem met veel fluctuatie
B
Een gelijkmatig regiem
C
Een hoog debiet
D
Een laag debiet

Slide 20 - Quizvraag

Slide 21 - Video

Verhang en verval --> filmpje met uitleg


Slide 22 - Tekstslide

Verhang en verval --> filmpje met uitleg


Slide 23 - Tekstslide

Aan de slag
Maakwerk 1.1 2 lessen:
- 1 t/m 6
- samenvattingsopdracht

Slide 24 - Tekstslide

Er zijn 3 soorten rivieren (gletsjer, regen, gemengd)
Welke soort is de Maas en welke is de Rijn?

Slide 25 - Open vraag

Piekafvoer
Als het waterpeil in een korte periode sterk stijgt, spreek je van een piekafvoer.

Slide 26 - Tekstslide

De volgende vraag gaat over deze afbeelding

Slide 27 - Tekstslide


Deze rivier heeft...
A
Een hoog debiet en een gelijkmatig regiem
B
Een laag debiet en een fluctuerend regiem
C
Een hoog debiet en een fluctuerend regiem
D
Een laag debiet en een gelijkmatig regiem

Slide 28 - Quizvraag

Bij welk type rivier kan je deze foto verwachten?

Slide 29 - Tekstslide


Soort rivier
A
Regen
B
Gemengde
C
Gletsjer

Slide 30 - Quizvraag