Verpleegplan 1EF

Methodiek herhaling
1EF
22 maart 2021
1 / 28
volgende
Slide 1: Tekstslide
Verpleging en verzorgingMBOStudiejaar 1

In deze les zitten 28 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Methodiek herhaling
1EF
22 maart 2021

Slide 1 - Tekstslide

Wat is methodisch werken?
A
Verpleegkundige zorg afstemmen op behoefte en wens van de cliënt
B
Werken op basis van een cyclisch stappenplan
C
Werken volgens gezondheidspatronen van Gordon
D
Persoonsgericht werken, je bent gastvrij

Slide 2 - Quizvraag

1
2
3
4
5
6
Verzamelen van
 gegevens.
formuleren van (zorg)problemen
bepalen van doelen
actie
 plannen
Uitvoeren van de activiteiten + observeren
Evalueren + rapporteren

Slide 3 - Sleepvraag

Op welke manier wordt er bij jou op stage gegevens verzameld?

Slide 4 - Open vraag

Het omaha systeem
Vooral in VVT
4 domeinen:
1. Omgevingsdomein
2. Psychosociaal domein
3. Fysiologisch domein
4. Gezondheidsgerelateerd gedragsdomein

Slide 5 - Tekstslide

De gezondheidspatronen van Gordon
01. Patroon van gezondheidsbeleving en instandhouding
02. Voeding/stofwisselingspatroon
03. Uitscheidingspatroon
04. Activiteitenpatroon
05. Slaap/rustpatroon
06. Cognitiepatroon
07. Zelfbelevingspatroon  
08. Rollen/relatiespatroon
09. Seksualiteit/voortplantingspatroon
10. Stressverwerkingspatroon
11. Waarden/overtuigingenpatroon


Slide 6 - Tekstslide

QUIZ
Onder welk patroon plaats je de gegevens bij Gordon?

Slide 7 - Tekstslide

Mevrouw gebruikt een rollator om zich te verplaatsen
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteiten
C
Uitscheiding
D
Stressbeleving

Slide 8 - Quizvraag

Mevrouw weegt 66kg en is 1m 68 groot
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Activiteiten
C
Zelfbeleving
D
Voeding en stofwisseling

Slide 9 - Quizvraag

Mevrouw heeft steeds pijn aan haar rug
A
Gezondheidsbeleving en instandhouding
B
Cognitie en Waarneming
C
Rollen en relatie
D
Waarden en levensovertuiging

Slide 10 - Quizvraag

Stap 2
Vaststellen behoeften, wensen en problemen 

Diagnose stellen.

Slide 11 - Tekstslide

Waar staat de P in PES voor?
A
Verpleegproblemen als uitgangspunt voor de zorg.
B
Etiologie omvat de oorzakelijke factoren
C
Symptomen en klachten
D
alle drie de antwoorden zijn onjuist

Slide 12 - Quizvraag

Tommie eet elke dag witbrood, patat en drinkt drinkt dagelijks cola. Hij heeft één keer in de week ontlasting. Hij heeft een vervelend vervelend gevoel in zijn buik. Hij zou meer vezels, groente en water moeten nemen. Welke zin hoort bij de letter E van de afkorting PES?
A
Hij heeft een vervelend gevoel in zijn buik
B
Hij heeft één keer in de week ontlasting
C
Hij eet dagelijks witbrood, patat en cola
D
Meer groente, vezels en water moeten drinken

Slide 13 - Quizvraag

Welke aspecten bevat een verpleegprobleem?
De drie aspecten probleem, oorzaak (etiologie) en symptomen vormen samen de zogenoemde PES-structuur van een verpleegprobleem

P Verpleegproblemen zijn het uitgangspunt voor het plannen van verpleegkundige zorg
E Etiologie omvat alle oorzakelijke factoren van het verpleegprobleem. 
S Onder symptomen worden alle klachten en verschijnselen verstaan die bij het probleem kunnen optreden.

Slide 14 - Tekstslide

TIP bij formuleren van de PES
Stap 1: S ->Welke symptomen zie je
Stap 2: P ->Wat is het (verpleeg)probleem of welke probleem ontstaat?
Stap 3: E ->Wat is de oorzaak?

Slide 15 - Tekstslide

Maken PES:
Meneer De Jong (87) heeft COPD en zit in een rolstoel omdat hij te weinig energie heeft om te
lopen. Op zijn stuit heeft meneer een rode plek. De huisarts constateerde dat meneer ondervoed is. Meneer is nu opgenomen in het verpleeghuis.

Slide 16 - Open vraag

Welk hulpmiddel gebruik je om een zorgdoel te formuleren
A
RUMBA
B
PES
C
SMART
D
SOAP

Slide 17 - Quizvraag

Doelen moeten SMART zijn!
  • Specifiek
  • Meetbaar
  • Acceptabel
  • Relevant
  • Tijdsgeboden

Slide 18 - Tekstslide

Formuleren SMART doelen

Slide 19 - Tekstslide

Waar staan de RUMBA eisen voor?
Relevant, Understandable, Measurable, Behavioral, Attainable

R = relevant
U = begrijpelijk
M = meetbaar
B = in termen van gedrag
A = haalbaar

Slide 20 - Tekstslide

Carpenito
  • Door gebruik te maken van het ‘zakboek verpleegkundige diagnoses’ krijg je aanwijzingen voor;
Het correct formuleren van het probleem (het label)
Het verifiëren van de diagnose (is mijn gestelde diagnose correct?)

  • Belangrijk is dat de doelen en interventies waar naar verwezen wordt, concreet worden gemaakt op basis van recente wetenschappelijke kennis en de situatie/ casus. 

Slide 21 - Tekstslide

Hoe ga je te werk?
  1. In Carpenito vind je een beschrijving van het probleem. 
  2. Je kan nagaan of het ECHT dit is wat zich bij de patiënt afspeelt.
  3. Vervolgens zijn ‘verschijnselen’ beschreven: symptomen die ‘vaak/altijd’ aanwezig zijn en symptomen die ‘regelmatig’ aanwezig zijn. 
  4. Ga na of er voldoende symptomen zijn om de diagnose te stellen. 
  5. Ook zijn er ‘oorzaken’ beschreven: etiologische factoren die het probleem met zich meebrengen. Staat de situatie van jouw cliënt hier beschreven? 
  6. Carpenito geeft een suggestie voor doelen en interventies (algemeen)

Slide 22 - Tekstslide

Opdracht
Zoek in het carpenito de 
verpleegkundige diagnose diarree op.


Welk doel zie je staan?
Welke interventies vind je daar?

Slide 23 - Tekstslide

Slide 24 - Tekstslide

Wat wil je nog meer leren?

Slide 25 - Open vraag

Volgende week:
Les van Erik.
In je mail staat een casus.

Oefenen met een verpleegplan maken.

Slide 26 - Tekstslide

Slide 27 - Tekstslide

Slide 28 - Tekstslide