Rekenen: vertalen situatie naar deelsom of keersom

Lesopbouw
  • Doel
  • Terugblik
  • Voordoen
  • Samen doen
  • Met je schoudermaatje
  • Lesafsluiting
  • Zelfstandige verwerking
  • Evaluatie

1 / 10
volgende
Slide 1: Tekstslide
RekenenBasisschoolGroep 5

In deze les zitten 10 slides, met tekstslides.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Lesopbouw
  • Doel
  • Terugblik
  • Voordoen
  • Samen doen
  • Met je schoudermaatje
  • Lesafsluiting
  • Zelfstandige verwerking
  • Evaluatie

Slide 1 - Tekstslide

Doel
Ik kan bij een verhaaltje of plaatje een deelsom of keersom maken en uitrekenen

Slide 2 - Tekstslide

Weet je nog? Welke som hoort erbij?
  • Anwar loopt over de markt met zijn moeder. Hij koopt 3 zakken appels van € 6.00. Hoeveel moeten ze betalen?
  • Fani spaart elke week € 4.00. Na hoeveel weken heeft ze € 20 gespaard? 

Slide 3 - Tekstslide

Welke stappen zet ik?
  1. Ik lees de contextsom.
  2. Welke informatie heb ik nu ik de som heb gelezen?
  3. Wat betekenen de getallen?
  4. Wat is de vraag?
  5. Hoort hier een deelsom of een keersom bij?

Slide 4 - Tekstslide

Samen
  1. Ik lees de contextsom.
  2. Welke informatie heb ik nu ik de som heb gelezen?
  3. Wat betekenen de getallen?
  4. Wat is de vraag?
  5. Hoort hier een deelsom of een keersom bij?

Slide 5 - Tekstslide

Jullie
  1. Ik lees de contextsom.
  2. Welke informatie heb ik nu ik de som heb gelezen?
  3. Wat betekenen de getallen?
  4. Wat is de vraag?
  5. Hoort hier een deelsom of een keersom bij? 

Slide 6 - Tekstslide

Jij
  1. Ik lees de contextsom.
  2. Welke informatie heb ik nu ik de som heb gelezen?
  3. Wat betekenen de getallen?
  4. Wat is de vraag?
  5. Hoort hier een deelsom of een keersom bij?

Slide 7 - Tekstslide

Jij
  1. Ik lees de contextsom.
  2. Welke informatie heb ik nu ik de som heb gelezen?
  3. Wat betekenen de getallen?
  4. Wat is de vraag?
  5. Hoort hier een deelsom of een keersom bij?

Slide 8 - Tekstslide


  1. Ik lees de contextsom. 
  2. Welke getallen zie ik?
  3. Wat betekenen de getallen? 
  4. Wat is de vraag? 
  5. Hoort hier een deelsom of een keersom bij?

Blok 3 Week 3 Les 2

Maak opgave 1 en 2

Klaar? 
10 minuten automatiseren. 
Werk daarna aan je persoonlijke leerdoelen. 

Slide 9 - Tekstslide

Gooi de dobbelsteen!
Wat was het doel?                                                                     Wat was het doel?

Hoe ging het samenwerken?                                               Kon je je concentreren?

Wat vond je moeilijk?                                                                Wat lukte goed?

Slide 10 - Tekstslide