KLas 5 Cicero De Clementia tot en met regel 27

1 / 45
volgende
Slide 1: Tekstslide
LatijnMiddelbare schoolvwoLeerjaar 5

In deze les zitten 45 slides, met interactieve quizzen en tekstslides.

Onderdelen in deze les

Slide 1 - Tekstslide

herhaling stof periode 1

Slide 2 - Tekstslide

Slide 3 - Tekstslide

hoc quam verum sit: welke con. is sit?
A
con.praes.
B
con.perf.
C
con. imperf.
D
con.plsqp.

Slide 4 - Quizvraag

Wat betekent Cum in deze zin
A
met (voorzetsel)
B
toen ( met coniunctivus imperf.)
C
terwijl (met indicativus praesens)
D
wanneer ( met indicativus)

Slide 5 - Quizvraag

absconderat, petierat, fuerat: welke tijd hebben deze 3 werkwoorden? (hele naam uitschrijven)

Slide 6 - Open vraag

Slide 7 - Tekstslide

begint deze zin met een hoofdzin of met een bijzin? (Na sed)

Slide 8 - Open vraag

morari is een deponens en betekent: verblijven; hoe vertaal je de 3e pers. ev.
Cum.....moraretur

Slide 9 - Open vraag

et ubi et quando et quemadmodum adgredi vellet: wat is waar?
A
adgredi is inf. deponens, vellet is con.indirecte vraag
B
vellet is con. praesens van velle
C
het subject van vellet is Augustus
D
de hele zin is een directe vraagzin

Slide 10 - Quizvraag

Slide 11 - Tekstslide

Slide 12 - Tekstslide

welke tijd is de vorm patiar?
A
con.praes. 1e p. ev.
B
con.imp. 1e p.ev.
C
con.perf. 1e p. ev.
D
conm. pls.perf. 1e p. ev.

Slide 13 - Quizvraag

welk soort coniunctivus is patiar?
A
hoofdzin, aansporing
B
hoofdzin, twijfel
C
bijzin, na cum
D
hoofdzin, aansporing

Slide 14 - Quizvraag

welke naamval, geslacht en functie heeft incolumne ?

Slide 15 - Open vraag

welke stijlfigu(u)r(en) vind je niet in de zin qui tot civilibus ......incolume
A
asyndeton
B
trikolon
C
ellips
D
anafoor

Slide 16 - Quizvraag

nem sacrificantem adoriri ei placuerat:
wat is juist?
A
met sacrificantem wordt Augustus bedoeld en de ei is Cinna
B
met sacrificantem wordt Cinna bedoeld en de ei is Augustus
C
placuerat is een perfectum en met sacrificantem wordt Augustus bedoeld
D
placuerat is een plus.perf. en met ei wordt Augustus bedoeld

Slide 17 - Quizvraag

postquam terra marique pax parata est,
parata est: welke tijd is dit (tijd en act/pass/.)

Slide 18 - Open vraag

Slide 19 - Tekstslide

si perire te tam multorum interest: welk gebruik van si zie je hier?
A
si+ con. praesens
B
si + ind. praes.
C
si + con. imperf.
D
si + ind. imperf.

Slide 20 - Quizvraag

Welk tekestelement vormt de ABL.ABS. in rursus ....t/m irascebatur
A
rursus silentio
B
silentio multo maiore
C
silentio interposito multo maiore voce
D
silentio interposito

Slide 21 - Quizvraag

Quis sanguinis? Dit is een ellips, dat betekent dat er in het Latijn een of meerdere woorden zijn weggelaten die je er wel bij moet denken om de zin te vertalen. Welke woorden zijn dat?

Slide 22 - Open vraag

Si, ut ego non peream, tam multa perdenda sunt: hoe vertaal je ut non?
A
zodat
B
zodat niet
C
opdat niet
D
om te voorkomen dat

Slide 23 - Quizvraag

Si, ut ego non peream, tam multa perdenda sunt: welke woord kun je aanvullen achter tam multa?
A
capita
B
mucrones
C
nobiles
D
homines

Slide 24 - Quizvraag

Si, ut ego non peream, tam multa perdenda sunt: hoe vertaal: perdenda sunt
A
te gronde gericht moeten zijn
B
te gronde gericht worden
C
te gronde gericht zijn
D
te gronde gericht moeten worden

Slide 25 - Quizvraag

ut ego non peream: van welk werkwoord komt de coniunctivus peream?
A
perdere
B
perire
C
peresse
D
pergere

Slide 26 - Quizvraag

Slide 27 - Tekstslide

wat wordt in deze tekst bedoeld met de usitata remedia?
A
medicijnen
B
mildheid
C
strengheid
D
tegengif

Slide 28 - Quizvraag

Hoe vertaal je de dep.vorm secutus est

Slide 29 - Woordweb

welke naamval is muliebre consilium?

Slide 30 - Open vraag

temptant contraria ....: welk Latijnse woord kun je aanvullen achter contraria?

Slide 31 - Open vraag

Slide 32 - Tekstslide

gavisus quod sibi advocatum invenerat: wie is die advocatum?

Slide 33 - Open vraag

Slide 34 - Tekstslide

Ut victo victores invideant: wie wordt bedoeld met de victo
A
Augustus
B
Cinna
C
Caesar
D
Livia

Slide 35 - Quizvraag

Ut victo victores invideant: wie wordt/worden bedoeld met de victores
A
degenen die de moord op Caesar hebben gewroken
B
de aanhangers van Caesar
C
de aanhangers van Cinna
D
Cinna

Slide 36 - Quizvraag

ut victo victores invideant: welke stijlfiguur?
A
paradox
B
assonantie
C
ellips
D
chiasme

Slide 37 - Quizvraag

ut victo victores invideant: welke stijlfiguur ook nog?
A
alliteratie
B
anafoor
C
antithese
D
parallellie

Slide 38 - Quizvraag

Slide 39 - Tekstslide

hanc dementiam: wat wordt bedoeld?

Slide 40 - Open vraag

Slide 41 - Tekstslide

et cum defixum videret nec ex conventione iam, sed ex conscientia tacentem: wat bedoelt Seneca hiermee?

Slide 42 - Open vraag

Zeg in eigen woorden wat Augustus bedoelt met: Male agitur cum populo Romano, si tibi ad imperandum nihil praeter me obstat. Is het echt slecht gesteld met het Romeinse volk? Beargumenteer je antwoord

Slide 43 - Open vraag

Wat moet het voorbeeld dat Augustus geeft over het proces en die vrijgelatene duidelijk maken over Cinna?

Slide 44 - Open vraag

Wat te doen voor de volgende les: 
Herhaal de teksten van Livius, Ennius en Suetonius  + maak de vragen bij tekst 1 en 2 op blz. 11 
maak: tekstvragen op it's learning map docentgebonden matreiaal Gombert voor 2 plusjes.
voor nog een plusje: maak tekst 5 op blz. 17. Lever dat in op its learning: deze opdrachten staan open tot en met 14 januari. Toets op 15 januari. 

Slide 45 - Tekstslide