Spelling Vakantie 1.4

Vandaag
Vakantie
Spelling paragraaf 1.4
Opdracht B en C
1 / 11
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 2

In deze les zitten 11 slides, met tekstslides en 1 video.

time-iconLesduur is: 50 min

Onderdelen in deze les

Vandaag
Vakantie
Spelling paragraaf 1.4
Opdracht B en C

Slide 1 - Tekstslide

Je kan: 
- de persoonsvorm vervoegen in de tt.
- de persoonsvorm vervoegen in de vt.
- het volt.dw vervoegen
- de persoonsvorm vervoegen in de gebiedende wijs
Je gaat:
- persoonsvormen juist vervoegen in de tt en vt.
- je gaat het volt.dw juist vervoegen.
- je gaat de persoonsvorm in de gebiedende wijs vervoegen.

Slide 2 - Tekstslide

Werkwoordspelling tegenwoordige tijd
Stap 1: zet het werkwoord in de ik-vorm
Stap 2: kijk of het onderwerp in de ik-vorm, hij-vorm of wij-vorm staat.
Stap 3: kies de juiste vervoeging

Slide 3 - Tekstslide

Vervoegingen
ik = ik-vorm                                                       ik ruik
hij = ik-vorm + t                                               hij ruikt
wij = hele werkwoord/infinitief                wij ruiken


Slide 4 - Tekstslide

Sterke en zwakke werkwoorden
Sterk ww (klankveranderende) = verandert van klank in de verleden tijd
loop/liep 
 win/won zing/zong

Zwakke ww (klankvaste) = verandert niet van klank in de verleden tijd
praat/praatte mis/miste

Slide 5 - Tekstslide

Verleden tijd = 't kofschi
Alleen gebruiken bij klankvaste/zwakke werkwoorden!
Stap 1: zet de persoonsvorm in de ik-vorm
Stap 2: kijk naar de laatste letter van de ik-vorm
Stap 3: zit die in 't kofschip? Ja: + te/ten Nee: + de/den
(v/f-wisseling en z/s-wisseling zitten niet in 't kofschip: niezen, verven)
Stap 4: zet de juiste vervoeging achter de ik-vorm

VB. verstuiken--> verstuik --> verstuikte/verstuikten
        bellen --> bel --> belde/belden
        verven --> verf --> verfde/verfden

Slide 6 - Tekstslide

Even oefenen
Zet van de volgende werkwoorden de ik- en wij-vorm in de verleden tijd.
Vissen
Schroeven
Winnen
Zien

Slide 7 - Tekstslide

Voltooid deelwoord
Klankveranderende/sterke werkwoord: je schrijft precies op wat je hoort.

Klankvaste werkwoorden hebben een voltooid deelwoord op een d of t.
Gebruik 't kofschip.
Ik heb mijn enkel verstuik... --> k zit in 't kofschip dus --> t.
Hij heeft gebel... --> l zit niet in 't kofschip dus --> d.

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Gebiedende wijs
Een zin die een aansporing of bevel bevat.
Een zin zonder onderwerp.
De persoonsvorm is meestal het eerste woord van de zin.

Je schrijft de ik-vorm.
Pak je boek!
Loop naar huis!

Slide 10 - Tekstslide

Aan het werk:

Vakantie
Spelling paragraaf 1.4
Opdracht B en C
Minimale score 75%
Zoniet corrigeer je antwoorden
Klaar?

Voortgangstoets maken.
Extra oefenen grammatica, ow, wg, lv

Slide 11 - Tekstslide