1 havo/vwo grammatica

Programma
1. Leerdoel
2. Terugblik
3. Voornaamwoorden
4. Evaluatie
5. Huiswerk
1 / 17
volgende
Slide 1: Tekstslide
NederlandsMiddelbare schoolvwoLeerjaar 1

In deze les zitten 17 slides, met interactieve quizzen, tekstslides en 2 videos.

time-iconLesduur is: 45 min

Onderdelen in deze les

Programma
1. Leerdoel
2. Terugblik
3. Voornaamwoorden
4. Evaluatie
5. Huiswerk

Slide 1 - Tekstslide

Leerdoel
Je weet wat de kenmerken en functie van persoonlijke, bezittelijke, aanwijzende en betrekkelijke voornaamwoorden zijn in een zin (R).
Daarna kun je de voornaamwoorden bepalen in een zin (T1), je kunt bijzonderheden aanwijzen en uitleggen (T2) en je kunt zelf nieuwe voorbeelden bedenken (I).

Slide 2 - Tekstslide

woordsoorten:
Het Nederlandse volk gaat steeds vaker op vakantie in België.
België is:
A
vz
B
ww
C
bn
D
zn

Slide 3 - Quizvraag

Geef een voorbeeld van een lidwoord.

Slide 4 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een zelfstandig naamwoord

Slide 5 - Open vraag

Geef een voorbeeld van een bijvoeglijk naamwoord

Slide 6 - Open vraag

Voornaamwoorden
1. persoonlijk voornaamwoord
2. bezittelijk voornaamwoord
3. aanwijzend voornaamwoord
4. betrekkelijk voornaamwoord

Slide 7 - Tekstslide

persoonlijk + bez voornaamwoord

Slide 8 - Tekstslide

Slide 9 - Video

Wij hebben ons vergist.
wij =
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 10 - Quizvraag

Mijn fiets is gestolen.

Mijn=
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 11 - Quizvraag

'uw' is een.......
A
persoonlijk voornaamwoord
B
bezittelijk voornaamwoord

Slide 12 - Quizvraag

Bedenk een zin met daarin minstens één persoonlijk voornaamwoord en één bezittelijk voornaamwoord.

Slide 13 - Open vraag

Aanwijzend voornaamwoord

Slide 14 - Tekstslide

Slide 15 - Video

Betrekkelijk voornaamwoord (betr. vnw.)

Slide 16 - Tekstslide

Huiswerk
Voor woensdag 27 mei maak je de volgende opdrachten uit Kern:
Les 35, blz. 142/143: opdracht 1 t/m 4

Slide 17 - Tekstslide